Maar als we het daarover eens zijn, waarom zouden wij dit dan ook niet toepassen op de allerbelangrijkste uitvoering van ons leven? Wij leven maar één keer. En dat leven moet goed zijn, moet zo goed mogelijk worden uitgevoerd. En hoeveel tijd besteden we nu aan repetities? Hoe vaak zijn we nu bewust en ernstig aan het repeteren?
Maar wat moeten we dan repeteren? En onder wiens leiding? In ieder geval de moeilijkste passages uit ons leven. Die moet je zo levensecht mogelijk en eindeloos vaak repeteren. En een van die moeilijkste passages is: trouw zijn. Trouw aan je eens-gegeven woord, trouw aan een ander, trouw aan jezelf. En daarvoor is nodig dat je jezelf veel ontzegt. Wie denkt dit te kunnen zonder repetities, leeft op de maan en staat niet met zijn benen op de grond.
En een andere, heel moeilijke passage uit ons leven is: lijden, dood en verrijzenis. Dat is een passage uit ons leven waarin wij alles los moeten laten en ons helemaal vast moeten grijpen aan ons geloof. En wie denkt dit aan te kunnen zonder regelmatige repetitie loopt zo vast als een muur.
Het valt op dat Jezus aan het begin van zijn leven een generale repetitie houdt in de woestijn. Het toneel is zo natuurgetrouw mogelijk opgezet. De bekoring van macht, rijkdom en zelfzucht kan haast niet echter.
En nu gaat hij oefenen om straks ‘nee' te kunnen zeggen tegen machtsmisbruik; om straks ‘nee' te kunnen zeggen tegen zijn verlangen om van zijn kruis af te komen; en om straks ‘ja' te kunnen zeggen op de wil van zijn Vader. Hij repeteert veertig dagen voor een leven van drie jaar.
Zou het zo gek zijn als wij de veertig dagen voor Pasen gaan gebruiken als repetitietijd voor een leven van trouw, onthechting en liefde?
Laten we dit erbij zeggen: tijdens een repetitie mag het gerust mis gaan. Maar bij de uitvoering niet. En als we serieus gerepeteerd hebben, maar de generale repetitie gaat de mist in: dan slaagt de uitvoering. De uitvoering mislukt alleen absoluut zeker als we nooit gerepeteerd hebben...