1e zondag in de veertigdagentijd A (2008)

Als mensen mij vragen: "Pastoor, gelooft U nog in de duivel?", dan zal ik vastberaden antwoorden: "Natuurlijk wel, in ben niet gek!". En als mensen dan verbaasd of verschrikt kijken - dat doen ze dan - en vragen: "Doe niet zo eng! Waar is hij dan?", dan zeg ik: "Overal, er wordt voortdurend aan je getrokken, in alles wat men verzint om consumptie, zelfontplooiing en macht aan te prijzen in plaats van geloof, hoop en liefde. En daarin worden wij heel creatief, en met veel lawaai verleid, bijna collectief, de hele dag door. Echt waanzin."

Maar er is niets nieuws onder de zon. Kijk maar eens mee naar de bekoringen van Jezus:

De duivel start de aanval het via zijn reclameburo. Een commercial tussen de gebedstijden. Een hongerige consument die na 40 dagen trouw aan het produkt ‘geloof' even aandacht moet hebben voor een ander produkt: ‘materiele consumptie'. Alsof 40 dagen vasten er voor zouden zijn om daarna vooral je materiële honger te stillen! 40 dagen vasten deed Jezus - en doen wij - om een gééstelijke honger op te wekken, onze honger naar God. En dat is ook de honger die Jezus voelde: niet in zijn buik, maar in zijn hart. De mens leeft van meer dan brood alleen; al die materiële dingen zijn veel minder belangrijk dan de verleider ons wil doen geloven, want we leven in de eerste plaats van geloof in Gods Woord. We zien hier de bekoring om teveel aandacht te hebben voor consumptie... en het geloof te laten varen. Wie wil ontkennen dat die verleiding er is?

Als dat niet gelukt is, probeert de duivel het als verzekeringsagent. Een gelovige hongeraar, die roekeloos zijn eigen zin moet doen. "Doe wat je wilt, je bent toch beschermd, het Woord van God is je assurantiepolis!" Alsof 40 dagen gehoorzaamheid aan God er voor zouden zijn om je daarna lekker te laten gaan in wat jij zelf wilt, ongebreidelde zelfontplooiing... 40 dagen vasten is echter voor Jezus en voor ons: de hoop op God versterken, gehoorzaam willen zijn, en je eigen zinnetje eens wat minder op de voorgrond stellen. We zien hier de bekoring van de egoïstische zelfverwerkelijking... die de echte hoop laat varen. Wie wil ontkennen dat die verleiding er is?

Bovenop de tempelpoort speelt de duivel tevens de predikant, de Schriftgeleerde, de exegeet, die het beter weet dan God: "er staat geschreven...". Dat trucje kende hij nog van zijn tijd als slang in de tuin van Eden ("Gij zult helemaal niet sterven") Hij weet uit de eerste bekoring immers dat Jezus Gods Woord het belangrijkste vindt. Welnu, die kracht zal hij tegen Hem gebruiken, door die woorden te verdraaien. Geloof in de woorden van de Schrift is echter ook gehoorzaamheid aan de bedoeling die God heeft, en die spreekt door de Kerk. Wie wil ontkennen dat die verleiding er is?

Tot slot, als het als reclameman, verzekeringsagent en predikant niet gelukt is, probeert hij het als politicus, en U weet: die hebben altijd de mooiste beloftes van allemaal. Een gelovige, gehoorzame en Bijbelgetrouwe hongeraar hoeft toch niet vies zijn van een beetje regeringsverantwoordelijkheid? Hij hoeft zich alleen maar aan te sluiten bij de partij van de satan, en Hij wordt meteen president. Hij die gekomen is om te dienen... zou zich laten verleiden om te heersen. Hij die alleen kan dienen als Hij God aanbidt, zou gaan heersen als Hij zijn knieën buigt voor leugens en lege beloften. 40 dagen gelovig en gehoorzaam aanbidden laten echter voor Jezus - en voor ons - de honger naar een dienende, broederlijke liefde groeien. We zien hier de bekoring om macht te willen hebben over andere mensen... en de liefde voor God en de mensen te laten varen. Wie wil ontkennen dat die verleiding er is?

Kortom: drie grote bekoringen om misbruik te maken van wat ons gegeven is. Prototypen van verleidelijkheid in reclame, verzekering en politiek, de waanzin van onze samenleving. Driemaal, kortom,  efficiënt de gave annexeren voor je eigen ik, en het loskoppelen van de gehoorzaamheid. Consumptiedrang, zelfontplooiing en machtswellust tegenover rentmeesterschap, nederigheid en dienstbaarheid, tegenover geloof, hoop en liefde..

Deze veertigdagentijd zou een tijd mogen zijn van bezinning, juist op deze punten. Geloof in God "Niet leven van brood alleen" tegenover geloof in economie en rijkdom, de grote afgod van consumptie en efficiency. Hoop op God, wat wil zeggen: gehoorzaamheid, afhankelijkheid van Hem tegenover onafhankelijkheid en eigen toekomstbepaling. Liefde voor God en mensen, resp. aanbidding en broederlijke liefde, dienstbaarheid tegenover het aanbidden van de aardse macht en heerszucht.

Op alle fronten  hebben we kansen om te groeien in geloof, hoop en liefde, en waakzaamheid tegenover de verleidingen. Wij kunnen in ons eigen leven best een heleboel concrete momenten aanwijzen waar wij worden verleid en ingepakt. Mocht dat ons innerlijke vastenoffer zijn, dat God aangenaam is, en dat ons in de mensenwereld vrije mensen zal maken, en meer echt geluk zal schenken. Amen.