Op adem komen

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Niets is zo vanzelfsprekend als ademhalen. Sinds God Adam, de mens, voor het eerst adem in de neus geblazen heeft, doen wij dat vanzelf zonder erbij na te denken. De mens heeft het harder nodig dan eten en drinken. "Neem ons toch de adem niet af", bidt de mens, "want we zouden sterven." Hoe waar dat is, ervaar je pas wanneer jezelf in ademnood komt of wanneer je een ander mens meemaakt in ademnood. Als ergens het gebed ‘Veni Sancte Spiritus', Kom adem van God, op zijn plaats is, is het in zo'n moment.

Maar er is veel meer op adem te komen. Bijkomen van de werkdruk, de stress, de drukte thuis. Er even uit: een mooi plekje in de bossen, aan het strand, een stil straatje in een oude stad. Maar ook dan komen we elkaar tegen: in de files op de wegen en misschien wordt daar nog harder naar adem gesnakt dan thuis.

Veni Sancte Spiritus, Adem van God kom over uw mensen. Maar als de adem van God met Pinksteren over hen komt, is dat niet in een tuin buiten de bebouwde kom of op de velden bij een dorpje. Dan is dat in het drukke Jeruzalem, waar de mensen juist weer begonnen zijn aan de inspanning van een nieuwe werkweek: spitsuur in de grote stad. Alsof gezegd wil worden: als je op adem wilt komen in het bos of op een wandeling, dan is dat uitstekend. Maar er moet ook adem, lucht zijn in het gewone werken en samenleven van de mensen.
Allemaal mooi en wel, maar waar vinden we dan die verademing in dat zo doodgewone, soms oersaaie, dikwijls dodelijk onverschillige bestaan? Dan lezen we in het Pinksterverhaal dat het vuur uitgaat naar allen, mannen en vrouwen, bewoners van de hele wereld, de getelden en gewaardeerden maar meer nog naar de kleinen en de zwakken. Daar moet je de adem terugzoeken. Er zijn mensen waar we de Geest in mogen ademen. Misschien moeten we van kinderen de verwondering leren, van moeders geduld en van geslagen mensen vergevingsgezindheid. Van de ten dode toe zieke mens de kracht om er mee om te gaan.

Eigenlijk zouden we even stil moeten worden zodat ieder van ons kan nadenken wie we ontmoet hebben, wat we de laatste tijd hebben meegemaakt, waarvan we dachten: hoe kan een mens ermee omgaan? Waar haalt hij de kracht, de moed vandaan?
We zijn er warm van geworden en het geeft ons ook moed, nieuwe adem als we bijna buiten adem waren van onze eigen last. Ieder van ons kent van die mensen die de adem bewaard hebben. Die de geestkracht van God in hun leven vorm geven. Misschien moeten we ons door hen laten inspireren om zelf weer krachtig te worden en verder te kunnen gaan in ons leven. Want de Geestkracht van God is aan mensen gegeven opdat ze aanstekelijk zou zijn en opdat we ermee zouden werken. Dat we op adem komen in de kracht van de Geest op deze Pinksterdag.