2e Paasdag (2002)

De eerste lezing van zojuist was afkomstig uit het boek Handelingen. Vlak nadat de heilige Geest als een wervelende wind op de leerlingen van Jezus was neergedaald, gaan ze allemaal naar buiten. De angst en de twijfel die ze hadden gevoeld, nadat Jezus was gestorven, de redenen waarom ze zich hadden opgesloten in een kamer met de deuren stijf dicht – het was verdwenen als sneeuw voor de zon. En in een taal die iedereen kon verstaan spraken ze tot alle inwoners van Jeruzalem: De woorden van de profeet Joël gaan in vervulling! God zal zijn Geest uitstorten over alle mensen, mannen en vrouwen zullen profeteren, de jongeren zullen visioenen zien, en de ouderen zullen dromen dromen. Een pinksterverhaal. Vandaag vallen Pasen en Pinksteren op één dag.

Maar zo gek is dat ook niet, want in de evangeliën liggen Pasen en Pinksteren dicht bij elkaar. In het evangelie van Johannes wordt het bijna in één adem verteld. Als Jezus daar een paar dagen na zijn dood voor het eerst verschijnt in de kamer waar zijn leerlingen bij elkaar zitten, groet hij ze met de woorden: ‘Vrede zij u’. Vervolgens toont hij hen de wonden in zijn handen en zijn zijde, en zegt dan tegen hen: ‘Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik u.’ En vervolgens blies hij over hen, terwijl hij zei: ‘Ontvangt de heilige Geest.’

In de kerkelijke traditie is het Paasfeest en het Pinksterfeest uit elkaar gehaald. Vijftig dagen na Pasen vieren we Pinksteren, ongeveer op het moment dat de joden het wekenfeest vieren, de herinnering van de gave van de Tora op de berg Sinaï. Het Pinksterfeest is het feest van naar buiten treden, van aan de slag gaan, met de tien woorden zijn richtingaanwijzers die de weg kunnen wijzen. Pinksteren is echt durven geloven, en wie echt durft te geloven, zal het niet bij woorden alleen houden; die zal ook tot daden willen komen, met de hoop die in hem of haar is, werkelijk gaan leven.

En Pasen kan niet zonder Pinksteren. Want hoe beleef je anders de paasnacht, als in een donkere kerk achterin het paasvuur begint te branden, en het licht van de paaskaars zich over de hele kerk verspreidt? Wat moet je met de boodschap dat Christus is verrezen, dat de dood het laatste woord niet had, ook niet hoeft te hebben in onze wereld? Zonder geestkracht, enthousiasme, nieuwe moed zijn het loze gebaren, lege woorden.

Dit jaar, op het moment dat over de hele wereld het paasfeest gevierd wordt, is de situatie in het heilige land zelf dramatisch te noemen. Dagelijks vinden er aanslagen plaats, angst en woede heersen. De hoop op een kentering lijkt elke dag verder de bodem in te worden geslagen. En dan Pasen gaan vieren. Licht ontsteken in een pikdonkere kerk, en elkaar toezingen dat licht de duisternis zal doorbreken. Dan moet je toch eigenlijk wel lef hebben. Durf dat maar eens serieus te beweren in de wereld waarin wij leven.

Maar dat is wel wat er gebeurd is. Een kerk vol mensen speelde afgelopen paasnacht weer samen dat heilige spel, van licht en donker. In vrome ernst luisterden we samen naar de bijbelse verhalen op de meest krachtige manier getuigen van leven dat sterker is dan de dood. Het verhaal over hoe God de wereld schiep en bedoeld heeft als een plaats waar het goed is, over een volk dat door het water de weg naar de vrijheid vindt, over een dal vol dorre doosbeenderen dat tot leven komt, omdat een mens de doodse stilte durft te doorbreken. Het vieren van Pasen is geen vlucht uit de realiteit, het is geen kwestie van zweverige kretologie. In de bijbel staan verhalen van mensen die met beide benen op de grond staan. Die weten dat met het uitroepen van het halleluja in de wereld de Sjaloom nog niet overal doorgebroken is. We hoorden zonet een stukje uit het evangelie volgens Mattheüs, over hoe de vrouwen in grote vreugde van het lege graf weglopen, en hoe de leerlingen Jezus weer ontmoeten en zijn voeten omklemden. Direct daarna horen we echter ook hoe de geest van Pasen nog niet alomtegenwoordig is. We horen hoe de samenzwering tegen Jezus zelfs na zijn dood nog niet ophield, en dat er steekpenningen werden betaald om het gerucht de wereld in te helpen dat Jezus door zijn vrienden uit het graf gestolen zou zijn. En in het boek Handelingen is te lezen, dat de volgelingen van Jezus het ook nog moeilijk kregen, toen ze zonder hun geliefde inspirator zelf het land introkken, om in zijn geest verder te gaan.

In de paasnacht, en op eerste paasdag, en ook vandaag weer komen mensen hier samen in de kerk om een verhaal van hoop te horen. Een verhaal van hoop dat de realiteit niet wil ontkennen van de wereld waarin wij leven, en waarin het er zo vaak hopeloos aan toe schijnt te gaan. Maar net zoals hopeloosheid en moedeloosheid gevoelens zijn waarmee mensen elkaar kunnen aansteken, zo zijn ook gevoelens van hoop dat. Minstens net zo sterk als de treurigheid die er in onze wereld bestaat, is het verlangen van mensen om daar wat tegenover te stellen. Het verlangen naar een betere wereld, dat mensen in zich willen laten voeden, en waarvoor ze telkens weer naar kerken en gebedsruimtes zullen komen, en naar geweldloze demonstraties en naar wat voor bijeenkomsten dan ook, waar mensen hoop met elkaar delen, opdat het zich zal vermenigvuldigen. 

Vanuit die Geest van hoop wens ik u allen een zalig Pasen toe. Opdat wij werkelijk getuigen zijn van het licht dat doorbreekt in de duisternis, en opdat wij mogen geloven, dat wij ieder dragers van dat licht in onze wereld kunnen zijn.

Amen