Bij name genoemd

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Plotseling kom je iemand tegen, die je heel goed kent, maar wiens naam je ontschoten is. Een pijnlijke situatie. je probeert te omzeilen. Zo niet, dan is daar de teleurstelling: "Ken je me niet meer?" Zo is het heel fijn voor iemand die je jaren niet gezien hebt en die je je met naam en toenaam herinnert: "goh, dat je mij nog kent," blije verrassing.
En zijn we allemaal niet geneigd om corrigerend op te treden als onze naam verkeerd wordt uitgesproken of geschreven? Onze naam is belangrijk. En een gemeenschap waar mensen elkaar met name kennen is vaak een warme, levensnabije gemeenschap.

Onze naam gaat mee vanaf het begin van ons leven. Daarmee word je aangesproken, geroepen. Roepnaam, om te eten, te drinken, om hulp, om troost. Soms woedend, soms heel lief. Ook de gemeenschap van de kerk begint met twaalf namen, plechtig uitgesproken. Zo worden zij aan ons voorgesteld, in het leven geroepen als het ware: ze worden allemaal bij namen genoemd, Petrus, Andreas, jakobus, johannes, judas; je moet je bondgenoten kennen. Je moet weten wie hier meedoet om de crises het hoofd te bieden. Ze beginnen hun gesprek met zich te herinneren: Hoe was het toen Hij nog tussen ons leefde? Wat deed Hij, wat zei Hij, wie zocht Hij op, wie hielp Hij? Wat voor gezicht trokken ze erbij, hoe blij waren die mensen? Het kwam hun allemaal weer voor de geest. Ze spraken er met elkaar over. En langzaam werd het idee in hen wakker dat het met Jezus' dood niet afgelopen mocht zijn, maar dat de wereld erom smeekte, dat het door zou gaan.
Langzamerhand kwam het vuur terug in hun gesprekken. De een moet tegen de ander gezegd hebben: "Petrus of Jakobus, als ik jou zo hoor praten dan is het net of Jezus er weer is. Ik hoor dezelfde woorden, ik hoor dezelfde gloed in jouw stem. Als ik jou zo hoor, dan krijg ik er weer zin in, dan wil ik naar buiten en dan wil ik naar al die mensen toe die ziek zijn, die niet mee tellen. Ik wil gaan helpen, mijn handen jeuken, ik moet er uit." Zo waren ze bijeen, en zo kwam, pratende met elkaar, denkende over wie Jezus geweest was, de Geest over hen. In de Schrift staat dat zij bijeenwaren in volhardend gebed, want dat crisisberaad heet gebed.

Het nadenken over wie Jezus was, en hoe dat je daar in de toekomst mee verder moet, dat is bidden. Misschien is het belangrijk dat ook telkens opnieuw te doen in ons eigen leven. Je herinneren hoe het was en hoe het verder moet. Heel persoonlijk in de stilte van ons huis, of samen met man, vrouw of kinderen. Nagaan hoe je verder moet in een goede richting. Ook een kerkgemeenschap moet voortdurend beraad houden. Nadenken hoe we het leven van Jezus onder ons actueel houden en bij de tijd, hoe we er mee verder kunnen. Dat heet bidden. Biddenderwijs zijn wij hier bijeen, en het is te hopen dat biddenderwijs de Geest over ons vaardig wordt zodat de wereld kan zien dat die Geest van Jezus nog niet dood is, nog lang niet.