Gods Geest werkt in ons

Beste vrienden,

De lezing van vandaag weerlegt zeer duidelijk het veel gehoorde sprookje dat het vroeger allemaal veel beter was. Dat gezegde klopt noch voor de mensheid als dusdanig, noch voor het christendom en voor onze Kerk.  Ook al doet Lucas zijn uiterste best om ons ervan te overtuigen „dat de eerste christenen allemaal eendrachtig samenleefden“, zo bewijst de tekst van vandaag toch overduidelijk, dat er ook in de oerkerk reeds geweldige conflicten moesten worden opgelost.  Het is echt wel de moeite waard om eens van dichtbij te bekijken wat er toen allemaal aan de hand was en hoe men dat toen heeft aangepakt.   

Een deel van de eerste christelijke gemeente, de zogenaamde Hellenisten, waren ontevreden en morden omdat hun weduwen bij de dagelijkse bedeling van de armen regelmatig over het hoofd werden gezien. Iets wat men toch echt niet gewoon als vergissing kon beschouwen omdat de christelijke oer gemeenschap van toen nog niet zo talrijk was en de mensen mekaar nog allemaal goed kenden. Men wist dus maar al te goed wie er bij hoorde en wie niet. Wanneer er dan iemand regelmatig “over het hoofd wordt gezien”, dan ontstaat nogal spoedig de verdenking dat sommigen in die eerste christelijke gemeenschap blijkbaar gelijker waren dan anderen. Dat er ook daar weer mensen werden uitgesloten en aan de rand gedrukt.  

Maar wie waren nu toch eigenlijk die Hellenisten en die Hebreeërs? De Hebreeën waren autochtone, meestal zeer conservatieve joden die de Tempelcultus zeer goed onderhielden en die zich zeer gewetensvol aan de wetten van Mozes hielden. Maar daarnaast had je ook Joden die het Grieks als moedertaal hadden. Het waren inwijkelingen uit allerlei gebieden buiten Palestina die zich in Jeruzalem, het middelpunt van het joodse religieuze leven, hadden gevestigd, en daar na hun dood ook begraven wilden worden. Deze zogenoemde Hellenisten waren even vroom als de Hebreeën, maar hadden over het algemeen een veel bredere open kijk op de wereld. Daarom durfden ze ook wel eens de draak steken met die toch al te strenge Hebreeuwse geloofsbroeders die ze verweten dat ze met oogkleppen voor het echte leven rondliepen. Ze hadden ook wel enige kritiek over de wijze waarop de Hebreeën de dienst in de Synagoge opvatten.    

Uit beide groepen hadden de apostelen aanhangers gewonnen en beide groepen bleven ook in de christelijke gemeente bestaan. De Hellenisten hielden hun diensten in het Grieks, terwijl dat bij de anderen in het Aramees of het Hebreeuws gebeurde. Het zou allemaal nog niet zo erg zijn geweest als de conservatieve Hebreeën geen aanstoot hadden genomen aan de manier waarop de Hellenisten met de Joodse traditie omgingen. Zij vonden dat allemaal veel te vrij en te modern. Net zoals in onze tijd  sommige conservatieve en traditioneel denkende kerkelijke kringen ook met argusogen naar moderne progressieve kerkelijke gemeenschappen kijken, zo namen de conservatieve Hebreeën vooral aanstoot aan de openheid van de Hellenisten en vonden ze dat die van het geloof afweken. Kleinzielig en bijzonder pijnlijk werd het dan wanneer die geloofstwist ertoe leidde, dat bij de dagelijkse bedeling van de armen, de weduwen van de Hellenisten gewoon over het hoofd werden gezien en niets toebedeeld kregen.   

Het is vooral ook interessant om vast te stellen dat de Apostelen, om dit conflict uit de wereld te helpen, niet zoals dat in onze tijd meestal gebeurt, gewoon van bovenaf hun oplossing hebben opgedrongen, maar dat ze heel de gemeenschap hebben samengeroepen en hen een voorstel hebben gedaan. Geen decreet, geen bevel, alleen een simpele suggestie: „Kiest betrouwbare mannen uit jullie rangen, die erop kunnen toezien dat de verdeling eerlijk kan gebeuren.” De ganse gemeenschap stemde toe en onder Gebed en handoplegging werd het oudste ambt in de Kerk, het permanente diaconaat, geboren. Niet door een verordening van bovenuit, maar heel democratisch vanuit de verzamelde gemeente.   

Misschien vragen jullie je nu af waarom ik dat hier zo uitvoerig vertel? Ik vind het belangrijk, juist nu we sinds ongeveer een jaar een nieuwe Paus hebben en nu we ook weten hoeveel benoemde en onuitgesproken conflicten er zich in onze kerk en in onze gemeenschappen voordoen. Juist nu moeten we ons dat prachtige voorbeeld van de christelijke oer gemeente voor ogen houden en ons er bewust van worden hoe we ook vandaag met dergelijke conflicten moeten omgaan. Ook wij mogen de bestaande conflicten niet onder het tapijt keren of bagatelliseren, maar we moeten ze ernstig nemen. Vooral voor al die mensen voor wie de oplossing van dat conflict zeer belangrijk is.

Het mag nooit gaan om het zoeken van schuldigen of om het tentoon stellen van zondenbokken; neen, in plaats van de vuile was buiten te hangen moeten we vooruit kijken en naar mogelijkheden zoeken om datgene wat scheef is gegroeid ook weer recht te trekken.    

Wij moeten andersdenkenden niet alleen respecteren, maar hen ook mee in de gezamenlijke verantwoordelijkheid betrekken. Morren alleen telt niet; de handen moeten uit de mouwen worden gestoken. De Hellenisten wordt niemand van buitenaf opgedrongen, de ambtsdragers komen uit de eigen rijen.  

De twaalf aarzelen ook niet om een gedeelte van hun verantwoordelijkheid en hun macht af te geven. En hoe dat gebeurt, bepalen niet zij alleen, maar met alle gelovigen samen. Ge voelt direct aan dat de Apostelen er echt van overtuigd zijn dat Gods Geest in en door de gemeenschap werkt en tot goede oplossingen zal leiden. En de christelijke gemeenschap zelf erkent dat nieuwe omstandigheden ook nieuwe regels en oplossingen noodzakelijk maken. Die moeten wel op het fundament van de gemeenschappelijke erfenis van de kerk staan, maar ze moeten ook heel onbevangen kunnen leiden tot moedige stappen voorwaarts in onontgonnen gebied. Zo kunnen we tot oplossingen komen die voor iedereen rechtvaardig en aanvaardbaar zijn.

Ook wanneer Stefanus dan toch een beetje afwijkt: hij werd oorspronkelijk gekozen voor de tafeldienst, de diaconie, maar groeide uit tot een belangrijke voorganger en predikant in de gemeenschap. Daarvoor laat hij dan later ook, als eerste martelaar, zijn leven.  

Beste vrienden, voelen jullie ook aan dat conflicten niet altijd tot een breuk en tot scheiding moeten leiden? Dat ge er ook anders mee kunt omgaan? Conflicten, en mensen die morren, zijn voor mij geen ongelukkig feit en zeker geen reden om onmiddellijk aan doemdenken te gaan doen. Het zou toch veel erger zijn als die mensen waar het hier om gaat niet zouden morren en de Kerk gewoon stilletjes de rug zouden toekeren, omdat ze het gevoel hebben dat we hen en hun conflict niet ernstig nemen. Ik heb de stille hoop, en ook een vermoeden dat onze Paus Franciscus dat ook zo ziet en dat hij de lezingen van vandaag ook op die zelfde manier interpreteert. Moge hij de regel van zijn heilige naamgenoot ernstig opnemen, dan wordt zijn pontificaat beslist een gezegende tijd.   Amen