Vierde Paaszondag (2008)

Wij gebruiken in onze liturgie en onze gebeden vaak woorden die heel vreemd overkomen bij mensen van onze tijd. Voor de meesten van ons zijn ze vanzelfsprekend omdat we opgegroeid zijn met een zekere bijbelse en liturgische taal. Men zegt dat de pastoor van een parochie de herder is van zijn schapen! Bisschoppen schrijven herderlijke brieven voor hun schapen. De Paus wordt de opperherder genoemd en de kerk als de schaapsstal van Petrus. En Jezus zegt tegen Petrus: ‘Weid mijn schapen.' Maar ooit hoorde ik toch iemand zeggen: wanneer gaat de kerk nu eens ophouden met ons als schapen te behandelen?

Jezus noemde zijn leerlingen zijn vrienden en Hij beschouwde ze in geen geval als ‘gelovige schapen' of als ‘schaapachtige gelovigen'. Maar als Hij hier spreekt over herder, dan is dat omdat Hij meer dan wie ook de nood kent aan leiding en opbeuring. Hij gebruikt dit beeld dat voor de Joden van die tijd zeer sprekend was. Een herder is altijd bij zijn schapen en hij draagt zorg voor hen en hij moest maar roepen, en ze kwamen naar hem toe. Dat is dus bijbelse taal, de taal van die tijd, in dat welbepaald land.

Luisteren naar de stem van Jezus wil niet zeggen: als domme schapen, als kuddedieren achter Hem aanlopen. Luisteren naar de stem van Christus wil niet zeggen: vrijblijvend, schaapachtig jaknikken. Luisteren naar de stem van Jezus wil zeggen: in onze situatie doen, wat Jezus in onze plaats zou doen: zorg dragen voor de mensen.

Luisteren naar de stem van Jezus wil zeggen: heel bewust kiezen voor gerechtigheid en heel bewust ons keren tegen het onrecht. Dat is precies het tegenovergestelde van kuddegeest. Praten leert een kind in een betrekkelijk korte tijd, maar om te leren luisteren hebben wij aan een heel leven niet genoeg. De dagelijkse ervaring leert ons hoe moeilijk het is te luisteren. Wij spreken zo vaak over onszelf en wat anderen zeggen interesseert ons zo weinig. Wij willen zelf aan het woord komen.

Zo is het ook moeilijk te luisteren naar de zondagse boodschap van het evangelie. Zijn boodschap staat vaak haaks op wat de ‘wereld' ons te bieden heeft. In de drukte van ons bestaan is er zo weinig tijd om rustig te luisteren. Allerlei stemmen dringen zich aan ons op langs de krant, de radio, de televisie. De reclame is een ware wetenschap geworden. Wat onbelangrijk is wordt als levensnoodzakelijk aangeboden. Echte levenswaarden verstikken in het opbod van onbenulligheden. En onbewust slikken wij, honderdduizenden kijkers... als domme schapen die maar meelopen,.... als ik het zo mag uitdrukken.

Elke zondag wordt het gewone woord van Jezus verkondigd in het evangelie. Wij worden uitgenodigd te luisteren naar de stem van Jezus Christus. Wie niet luistert naar die stem maakt het zich wel gemakkelijk. Het evangelie is immers niet de gemakkelijke weg. Hij spreekt immers over de zin van ons leven, over de diepe, echte waarden die het leven waardevol maken. Hij geeft geen welvaart maar welzijn.

Na een uitvaart - wij noemen dat hemelvaartdienst - kwam ooit een dame met mij spreken. Het kwam hierop neer dat ze zegde: het wordt tijd dat we weer bewust gaan leren leven. Het was wel tien jaar geleden dat ik nog een kerkdienst heb meegemaakt. Nu heb ik plots de indruk dat het heel erg nodig is dat we weer leren samen komen om het nog eens te horen wat belangrijk is in het leven. Iemand moet het zeggen dat wij bewuster moeten leren leven.

Belangrijk is dat we leren luisteren: ‘Als de ziele luistert, spreekt het al een taal dat leeft...' dichtte Guido Gezelle. Aandacht hebben voor het woord van God, voor de openbaring van goddelijke waarden, en loskomen uit ons kleine ik om ons te keren tot de mensen, zoals Jezus Christus het gedaan heeft: daaraan hebben wij een grote nood.

Ooit heb ik een berg beklommen en wij hadden bij die bergtocht een gids mee. We waren aan elkaar vastgebonden in wat men noemt een cordée. Alleen en zonder gids zouden we nooit boven aan de top van de Allalinhorn geraakt zijn. Dat te mogen meemaken is onvergetelijk. Maar alleen en zonder gids was dat totaal uitgesloten. Wat een geluk dat we op die gids mochten rekenen.

In de Bijbel wordt zo vaak gesproken over de bergen. Van op een ‘berg' sprak Jezus zijn bergrede uit, de grondwet van ons geloof. Wij hebben dringend nood aan gidsen die getraind zijn en er iets voor over hebben om samen de tocht naar de toppen van die berg te beklimmen..... Misschien is dit een taal die we beter verstaan dan de taal over herders en schapen...