4e zondag in de paastijd A - 2002

Jezus en de herder: het is ons heel bekend. Vandaag noemt Hij zichzelf de herder die al zijn schapen bij naam kent. Maar ook de schapen kennen hun herder, want ze luisteren alléén naar zijn stem. Van een vreemde vluchten ze weg, precies omdat ze zijn stem niet kennen. En als de herder zijn schapen naar buiten heeft geroepen, trekt hij voor hen uit. Maar... kan dat: een herder die voor zijn kudde uittrekt?

Zusters en broeders, in mijn geboortedorp waren er twee herders, die in de zomer dag-in dag-uit met hun kudde langs de bermen van het kanaal, en na de oogst ook over de velden trokken. Honderden keren heb ik hen gezien, zodat het beeld van die herders met hun schapen en hun twee honden vast op mijn netvlies en in mijn geheugen is gebrand, en ik weet één ding heel zeker: die herders gingen nooit voor hun kudde uit, wel altijd erachter. Zo konden ze de kudde goed in het oog houden. En hier zegt Jezus: de herder trekt voor zijn kudde uit.

Kent Jezus dan niets van de stiel, of is Hij misschien een slechte herder? Natuurlijk niet. Zijn herder gaat voor de schapen uit omdat hij de weg wijst, de enige juiste weg. Ik ben die weg, zegt Hij, Ik, en Ik alleen. En voor het geval we het niet zouden begrijpen - zoals zijn toehoorders in het evangelie, en dat waren waarschijnlijk de farizeeën - herhaalt Hij nog eens op een andere manier. Hij zegt: Ik ben de deur, en dat is misschien een eigenaardig beeld.

Alhoewel... Wie vanuit Landen via de E40 naar Brussel rijdt, moet daar goed uit zijn doppen kijken, want die E40 mondt in Brussel uit in drie - of zijn het er vier - tunnels. Wie niet oppast, duikt de verkeerde tunnel binnen, en zit dus al meteen hopeloos op de verkeerde weg. Om maar te zeggen dat het kiezen van de juiste deur van bij het begin zeer belangrijk is, en die juiste deur, dat ben Ik, zegt Jezus. Wie door Mij binnengaat, en alleen wie door Mij binnengaat, zal worden gered, en zal leven bezitten, en wel leven in overvloed.

De juiste deur...Zusters en broeders. Eeuwenlang was het christendom de enige deur waarlangs de mensen het leven binnenkeken. Vandaag echter zijn er ik weet niet hoeveel deuren. Allerhande sekten, naast vrijdenkers en atheïsten, vrijmetselaars en materialisten en ontelbaar veel andere overtuigingen: alle hebben ze hun eigen deuren op het leven, en alle verkondigen ze hun eigen groot gelijk. En tegen al die verscheidenheid in zegt Jezus: Ik ben de deur, en alleen wie door Mij binnengaat, verwerft leven in overvloed.

Nochtans horen we meer en meer zeggen: gelovig of ongelovig, katholiek of niet, dat is niet zo belangrijk. Dat ge ne goeie mens zijt, daar komt het op aan, op niets anders. Vandaag laat Jezus een ander geluid horen. Hij zegt: Wie leven wil bezitten in overvloed luistert naar mijn stem, en alleen naar mijn stem, en hij gaat door mijn deur, en alleen door mijn deur.

Maar, zusters en broeders, wat is dat: leven in overvloed? Misschien denkt ge: Ja, dat is weer een van die woorden waarmee Jezus ons doodslaat, een van die beloften voor het hiernamaals. Maar als ge dat denkt, zit ge goed fout. Want die overvloed is niet voor later, nee, die krijgen we nu al. Hij ligt in het zalige besef dat we rusten in Gods hand, en in de veilige zekerheid dat Hij mèt ons is, en dat Hij, waar we ook gaan of staan, voor ons uitgaat om ons de weg te wijzen, naast ons gaat om ons gezelschap te houden, achter ons aan komt om ons een duwtje in de rug te geven, en ons draagt wanneer dat nodig is. En als God altijd bij ons is, wat zouden we ons dan zorgen maken!

En die overvloed ligt ook in de vreugde van de samenhorigheid als gelovige gemeenschap, in de zorg om elkaar en in de liefde die ons via God met elkaar verbindt. En hij ligt ook in het goede willen zien en zelf ook het goede willen doen. Want zoals altijd zijn Jezus' woorden niet zomaar een verhaal, nee, ze zijn een aansporing. Een aansporing om zelf een deur te zijn voor anderen: een deur van hoop voor de moedelozen, van barmhartigheid voor wie het moeilijk heeft, van vrede in deze wereld vol oorlog en broedertwist, van liefde voor al onze medemensen. Ook onze Kerk moet een deur zijn, een deur naar een zalig-gezellige herberg waar ruimte is voor iedereen, waar niemand veroordeeld of uitgestoten wordt. Misschien schiet onze Kerk hierin nog te kort, misschien sluit ze nog te veel deuren. Bij Jezus echter waren het altijd opendeurdagen. Hij was onbarmhartig voor de zonde, maar barmhartig voor zondaar. Wie zonder zonde is ..., zei Hij. De rest, zusters en broeders, kent ge.

Jezus is onze herder, en Hij gaat voor ons uit. Hij is de deur op leven in overvloed. Laten we niet twijfelen, zusters en broeders: we nemen zijn deur en we volgen Hem. Traditioneel is de vierde zondag van Pasen de zondag van de goede herder en daarom ook roepingenzondag. Welnu, laten we er ons van bewust zijn dat we allen geroepen zijn om herder en ook deur te zijn voor elkaar en voor onze medemens, niet zo maar, maar omdat Hij het wil. Voor een leven in overvloed. Amen.