Jean, de herder met zijn schapen, ik heb hem nog zien trekken door de straten van mijn geboortedorp. Honden liepen mee bij de kudde om de schapen op te jagen en bijeen te houden. De herder had een stok in de hand waarmee hij nu en dan een schaap een tikje gaf. Misschien was hij het ook die het schaap bij ons thuis kwam scheren tijdens de oorlogsjaren.
In het land van Saeftinge liepen bijna een heel eeuw lang schapen. Een herder verbleef bij hem in een schaapskooi. Schapen lopen in het Zwin, waar ze de natuurlijke grasmaaiers zijn.
Schapen hadden vroeger een economische betekenis vooral omwille van de wol. Schapen werden ook gehouden omwille van de lammeren en het vlees. Wij horen van de jaarlijkse discussie over het slachten van schapen rond het einde van de ramadan. Schapen zijn offerdieren.
Dit was ook zo ten tijde van Jezus. Ze waren er om geofferd te worden. De Bijbel staat het lam vaak gelijk met het dier dat naar de slachtbank wordt geleid.
Herder van de schapen
In het begin van het Johannesevangelie wordt Jezus als lam Gods begroet. Johannes de Doper doorziet de bedoeling van Jahweh met de Messias en hij herkent Jezus in de gestalte van het offerlam. Het geeft meteen al aan welk het levenseinde van Jezus zal zijn. Jezus zal zijn leven geven voor zijn schapen. Hij noemt zich zelfzelf de Herder van de schapen. Hij laat horen dat de liefde voor zijn gemeenschap kan leiden tot de dood en het geven van zijn leven.
Jezus is het lam én hij is de herder. Zijn joodse toehoorders hadden vertrouwen in Jahweh, die als een herder zijn volk had geleid en die niet ophoudt dit te doen. Zij kenden en baden psalm 23: De Heer is mijn herder. Wij bidden deze psalm op deze zondag van de Goede Herder. Zij kenden ook de verwachtingen van de profeet Ezechiël in een goede herder (Ez. 34:15-16).
Een van de oudste afbeeldingen van Jezus is dit van de Herder met een schaapje op de schouder. Het is een geliefd beeld. Ik word gezocht, opgenomen en teruggebracht bij de groep. Jezus de me kent, maakt me bekend bij zijn Vader en ziet me als een deel van een gemeenschap. Hij zoekt het verloren schaapje op, dat ene dat van de negenennegentig is weggelopen. De verhoudingen liggen nu totaal omgekeerd. Een is gebleven, de negenennegentig zijn weg.
Jezus kent de namen van zijn mensen. Zij herkennen zijn stem. Namen kennen, gezichten herkennen, dit is een gave. We zijn wat droef en voelen ons belemmerd wanneer dit al minder vlot gaat en wanneer we namen en gezichten vergeten.
Wij kunnen de stem van Jezus horen in de Bijbel, wij horen haar wanneer hij tot ons komt in de sacramenten en ook in het sacrament van onze broeder en zusters. Wij horen zijn fluisterende stem in ons geweten. We mogen niet alleen luisteren naar onze eigen stem, dan kunnen we narcistisch worden. We moeten kritisch naar stemmen luisteren.
Er klinken vele stemmen en niet elke stem toont de juiste weg naar het geluk. Is dit niet wat te radicaal uitgedrukt? We horen de stem van Socrates, van Boeddha en Confucius. We kunnen de oosterse en de joodse wijsheid niet afschrijven en naast ons neer leggen.
Toch zijn er stemmen geweest die mensen hebben misleid, zoals deze van het nazisme en het stalinisme. Er is de verleidende stem van het populisme. De stemmen van de twee Amerikaanse presidentskandidaten waren ook niet zo zuiver. Er zijn sekteleiders die meer zichzelf preken dan de Christus, naar wie ze verwijzen. Wie leiding en gezag bezit, heeft het gevaar dit te misbruiken. We lijden onder misbruiken, die de laatste jaren talrijk aan het licht zijn gekomen.
Hij die ons binnenleidt langs de deur
In het evangelie van Johannes komen veel uitspraken en beelden, waarmee Jezus uitdrukt wie hij is. In de doopselcatechese van de veertigdagentijd heeft Jezus zich voorgesteld als bron van levend water, als licht en als leven. In het tiende hoofdstuk van Sint Jan wordt naast het beeld van de Herder een nieuw beeld gebruikt en toegevoegd aan de reeks ‘Ik-ben’–uitspraken van Jezus.
Hij noemt zich de deur van de schaapstal, waarlangs de schapen in en uitgaan. Hij is niet enkel degene die aan onze deur komt kloppen om binnen gelaten te worden. Hij is zelf de deur die opent en sluit.
Zijn uitleg is niet zo duidelijk. Wie bedoelt Jezus met allen die voor hem zijn gekomen? Zijn er dan geen goede profeten geweest? Is het ook voor ons niet gevaarlijk om alle andere als rovers en dieven te beschouwen?
Het beeld van de deur, waar de betrouwbare herder doorgaat, is ontleend aan de wijsheidsliteratuur. “Gelukkig is een mens die naar mij luistert,
dag in dag uit bij mijn woning staat,
de wacht houdt bij mijn deur.
Want wie mij vindt, vindt het leven,
en ontvangt de gunst van de HEER.” (Spreuken, 8,34-35).
Jezus is een deur die opengaat. Hij leidt ons binnen in een nieuwe ruimte.
Met tederheid
Roepingenzondag is een uitnodiging om allen op te zien naar Jezus, om hem te volgen als goede herder en om door hem binnen te gaan naar een meer gevuld en tevreden leven. Wij mogen herder zijn voor elkaar en met onze zwakheid en fouten zijn dienaars te zijn en medemensen te laten delen in zijn tederheid.
Half november 2016 was bisschop Van Looy in Rome voor de vergadering van Caritas Internationalis. Hij kon er met de redactoren van het weekblad Tertio een exclusief interview organiseren met paus Franciscus. De paus sprak lang en openhartig. Op het einde van het interview vroeg de bisschop: “Santo Padre, wat moeten we zeggen aan de priesters?” Daarop gaf paus Franciscus dit antwoord:
“Het antwoord komt uit mijn hart:
Herinner je dat je een Moeder hebt die van je houdt. Houd niet op jouw moeder Maria te beminnen.
Ten tweede: laat je aankijken door Jezus.
Ten derde: zoek het lijdende lichaam van Jezus en van onze broeders. Daar zal je Jezus ontmoeten.
Dit is de basis. Van daar vertrekt alles.
Indien je een priester-wees bent, iemand die vergeten is dat hij een Moeder heeft;
indien je een priester bent die zich niets aantrekt van Hem die je geroepen heeft, namelijk Jezus zelf:
dan zal je nooit het Evangelie kunnen brengen.
Wat is de weg?
De weg is tederheid.
Zorg dat je teder bent. Wees er niet beschaamd over.
Laat het lijdende bloed van Jezus je aanraken in tederheid.
Vandaag hebben we nood aan een revolutie van tederheid,
in deze wereld die lijdt aan de ziekte van cardiosclerosis.”