Openbaring (2014)

Kennen jullie de legende van de jongen, die op zoek ging naar de betekenis van het kerstfeest? Hij had het Kerstverhaal gehoord in de Kerstnacht, en op Eerste Kerstdag hadden ze op straat de oude Kerstliederen gezongen; ze hadden de kaarsjes aangestoken bij de kerstboom, en zijn vader had een prachtig Kerstverhaal gelezen, terwijl zijn moeder dampende chocolademelk uitdeelde. Maar toen het weer voorbij was, kon die jongen het Kerstfeest niet vergeten. En omdat hij nieuwsgierig was, ging hij het vragen aan de mensen in het kleine dorp waar hij woonde: waar is het Kerstfeest gebleven? De eerste bij wie hij kwam, een boer, begon hard te lachen: Domme jongen, het Kerstfeest kan niet blijven, dat is maar voor een paar dagen, ik moet nu weer hooi halen voor de koeien en de stal uitmesten en melken. En de koopman zei: Voor zulke vragen heb ik geen tijd, het was al duur genoeg, ik moet nu weer wat geld verdienen. De jongen werd er moedeloos van.

Vandaag vieren wij het feest van Driekoningen of openbaring des Heren. Het kerstfeest is bijna voorbij. Iedereen is weer terug naar hun dagelijks bezigheden. Is de vreugde van Kerstmis nog in ons hart brandend gebleven? Laten wij stil staan bij het verhaal van het evangelie. De wijzen moeten heel lang stuk reizen om het kind in een klein huisje te vinden. In de eerste lezing hoorden wij, ‘en volkeren komen naar uw licht, koningen naar de glans van uw dageraad, de rijkdom der volken komt naar u toe, met goud en wierook beladen.’ Dit gebuurd bij de komst van Driekoningen. Ze waren op zoek naar het kind, zoals de jongen van de legende. Want ze wisten dat ze in het kind geluk en vreugde mochten vinden. Hij was de licht en de ster en de waarheid. De profeet Micha noemt als beelden van de Messias: een leidsman en herder, iemand die van mensen houdt en naar mensen omziet. De profeet Jesaja noemt Hem de zon die over ons opgaat, het Licht van de dageraad als teken dat het kwaad en de dood niet het laatste woord hebben. Ze zijn op zoek naar deze ster. Was hun reis makkelijk? Zeker niet. Maar er was hoop door de schitterende ster boven in de hemel.

De legende vertelt, dat die jongen die wilde weten waar het kerstfeest was gebleven uiteindelijk bij het laatste huis van het dorp kwam. Veel verwachtte hij niet meer, want dat was eigenlijk maar een krotje, waar een oude vrouw woonde. Maar toen hij wilde aankloppen, bleef hij opeens staan. Uit het krotje kwam een oude stem, en die zong. Het was een lied over het Kind, dat arm werd voor ons. Stil stond hij te luisteren, en toen keerde hij blij om. Hij wist waar het kerstfeest gebleven was: in het hart van die arme vrouw. Hij vond uiteindelijk de vreugde van het feest.

Het verhaal brengt drie dingen

Het eerste is het zoeken naar God: Misschien is het goed dat de evangelist het verhaal open laat. Wij kunnen ons dan uitgenodigd weten om er zelf in te stappen, alsof wij de wijzen zijn die op weg zijn naar Jezus. Net als de wijzen worden ook u en ik aangetrokken door het licht van Christus, de ster van Betlehem. Dat is niet vanzelfsprekend. Zoals koning Herodes en de Schriftgeleerden in het verhaal zijn er in alle tijden ook mensen die onverschillig of ronduit negatief reageren op de geboorte van Jezus. Voor ons geldt dat wij ooit iets op het spoor zijn gekomen van wie het Christuskind is en wat het voor ons kan betekenen. Wat is het precies dat ons in Jezus aantrekt? Wat zoeken wij als wij net als de wijzen op zoek zin naar Hem? Hier kunt u uw eigen gedachten over laten gaan. Op Jezus kunnen wij vertrouwen als het in ons leven moeilijk is.

Het tweede: Samen op weg: De wijzen gingen samen op weg. Dat wij zoals de wijzen samen op weg gaan. Wijs, niet eigen wijs. Eigen wijzen zeggen: ik heb niemand nodig. Maar de wijzen vragen de mening en ideeën van anderen en ze reizen samen.

Mogen wij in 2014 elkaar vinden om samen te zoeken en te plannen om elkaar te ondersteunen, ons aan elkaar op te trekken om het samen vol te houden onderweg.

Het derde is neem de Bijbel als wegwijzer of als de tom tom:

De drie wijzen met al hun goede wil, met al hun aandacht voor de lichtende ster; ze raken het spoor kwijt; ze verliezen de ster uit het oog. Gelukkig dat er Jeruzalem was. Gelukkig dat daar de hogepriester en Schriftgeleerden woonden. Vooraanstaanden met al hun fouten en gebreken, na-ijver en kortzichtigheid; want bij hen vinden ze de schat van de Bijbel. ‘Bethlehem, land van Juda, u bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leider voorkomen die herder zal zijn van volk Israel.’ hoorden wij ook deze woorden van de profeet. Zo worden ze weer op weg gezet naar Bethlehem, de stad van het heil.

Lieve mensen, mensen raken ook nu het spoor kwijt. Ze zien het niet meer zitten. Gelukkig dat er een kerk is, waar we wekelijks mogen samenkomen. Daar wordt de bijbel weer open geslagen. Vanuit het Woord en het Brood van de Heer worden we weer op de goede weg gezet. We weten het allemaal. Die vieringen zijn niet altijd ideaal en de mensen vooraan hebben ook hun fouten en gebreken.

En toch zijn onze samenkomsten als het Jeruzalem voor de wijzen uit het oosten: Wegwijzers naar de Heer. Voor iedereen is mijn wens dat we onze weg mogen terug vinden rond de Bijbel. Laten wij samen op zoek naar ware vreugde in Jezus. Alleen zo kan ook dit jaar een echte ontmoeting groeien met God. Zal er een nieuwe bezieling groeien in ons. Zullen we zoals de Wijzen weer andere wegen durven gaan in het leven.