Doop van de Heer A (2008)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 194 niet laden

OPENINGSWOORD

Broeders en zusters, allemaal van harte welkom bij deze eucharistieviering.

Wij hebben zowel in Oude als in het Nieuwe Testament heel veel wijsheid, maar de Joden hebben ook nog steeds veel wijsheid. De Joden zijn en blijven toch het oude volk van God. Wij zijn het nieuwe volk van God.

Er was ooit een Joodse rabbi, Menachim Mendel van Kotzk, die het volgende zei: "Ik zou niet weten waarom ik meer waard ben dan een worm. Ik zou zelfs niet weten of ik evenveel waard ben. Want een worm vervult de opdracht van zijn Schepper feilloos en zonder te klagen".

Beste medegelovigen, wij vieren het feest van de Doop van de Heer. Ook wij zijn gedoopt, kinderen van God geworden. Maar vervullen wij net als die worm feilloos en zonder te klagen de opdracht, die wij van God hebben gekregen!? Wij zijn kinderen van God, maar leven wij ook altijd als kinderen van God, spreken en denken wij als kinderen van God!?

Laatst was ik ergens op bezoek en toen hoorde ik hoe iemand, die geregeld naar de kerk gaat ergens een ruzie had veroorzaakt. En als ik dan hoor wat er gebeurt, dan vraag ik me af: Waar is de liefde? Waar is het gezonde verstand? Bidden wij om wijsheid en inzicht. Inzicht allereerst in onszelf, opdat wij het beter kunnen gaan doen.

Laten wij heel bescheiden denken over onszelf. Dan zal God ons optillen en ons de kracht en de wijsheid geven om grote werken te doen.

Vragen wij vergeving als wij te weinig bescheiden zijn geweest.

OPENINGSGEBED

Laat ons bidden. God, uw eniggeboren Zoon is op aarde verschenen in de gestalte van een mens zoals wij. Wij bidden U: laat ons innerlijk vernieuwd worden door Hem die uiterlijk aan ons gelijk is geworden: Jezus Christus, onze Heer. Die ... . Amen.

KINDERWOORDDIENST

PREEK

Broeders en zusters, wij vieren vandaag het feest van de Doop van de Heer. Jezus Christus heeft innerlijk geen enkele vlek, en toch onderwerpt Hij zich aan het doopritueel, zoals Hij zich heeft onderworpen aan alle wetten, die het menselijke samenleven regelden en aan de wetten, die golden voor het volk van Israël.

Het was niet nodig, dat Hij als 40 dagen oude baby in de tempel aan God werd opgedragen, want als Zoon van God behoorde Hij meer aan God toe dan wie dan ook. Het was niet nodig, dat Hij in de Jordaan werd gedoopt, want nooit van zijn levensdagen had Hij ook maar één zonde begaan, en ook de erfzonde had Hem niet besmet.

En toch werd Hij in de tempel opgedragen. En toch ging Hij te midden van de zondaars staan en liet zich door Johannes dopen, onder andere om ons het goede voorbeeld te geven, om ons gehoorzaamheid te leren. Het gaat om een zo eenvoudig symbool: een beetje water over het hoofd. Maar er gaat een goddelijke kracht van uit.

Dat merkten wij al in het Oude Testament, in het tweede boek van Koningen. Naäman, een Syrische legeroverste - dus geen Jood, maar een zogenaamd ongelovige buitenlander - is melaats geworden. Zijn hele carrière staat op het spel, want als melaatse - als lepraleider - mag hij niet binnen de samenleving blijven. Een Joodse bediende zegt hem, dat er in Israël een profeet is, die hem kan genezen. Naäman gaat naar hem toe. De profeet komt echter niet buiten, maar laat via een knecht zeggen, dat hij zich zeven keer moet wassen in de rivier de Jordaan. Naäman vindt dit al te eenvoudig en wil huiswaarts keren. Maar zijn eigen knechten halen hem over het te doen. En Naäman dompelt zich zeven keer onder in de rivier en zijn huid wordt weer als die van een pasgeboren kind. Een eenvoudig teken als water kan een bron van goddelijke kracht worden als God er zich inderdaad aan verbindt èn als wij in geloof en gehoorzaamheid doen wat God van ons vraagt.

Wij vereren een God, die zich niet opdringt door middel van grote spektakels. Kijken wij maar naar de heilige eucharistie: een klein stukje brood bevat de God van hemel en aarde. En toch zijn alle goddelijke krachten gebundeld in dit kleine stukje brood. Zo ook in het water van de doop. Jezus Christus zelf zegt in het evangelie volgens Matteüs het volgende: "Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de Naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest" (Mt. 28).

Beste medegelovigen, ik denk, dat wij zonder overdrijven gerust mogen zeggen, dat de dag van ons doopsel de mooiste en grootste dag van ons leven is. Wij ontvangen het geloof en de genade om voor eeuwig gelukkig te kunnen worden. Nooit meer hebben of zullen wij ontvangen een gave, die groter is dan deze: het doopsel als sleutel tot het Koninkrijk van God.

Water heeft een reinigende kracht. De meesten van ons zullen het wel vaker hebben meegemaakt, dat zij een hele dag behang hebben afgetrokken, puin hebben geruimd, en dat je op het einde van zo'n dag helemaal onder het stof zit. Of dat je in de tuin een hele dag in de aarde hebt zitten wroeten. Wat kan een douche dan heerlijk verfrissend zijn. Je voelt je helemaal nieuw, herboren, vol energie. Zo is het ook met het doopsel. Het doopwater wast de schuld van de oude wereld weg. Ook wat jij persoonlijk hebt misdaan, mocht je op latere leeftijd zijn gedoopt. Je bent als een nieuw huis, pas geschilderd en behangen, helemaal schoon en fris.

Water heeft een leven gevende kracht. Ik heb in Israël ooit de Masada beklommen, een bergje waarop Joodse vrijheidsstrijders lange tijd stand hielden tegen de Romeinen. Je moet dan over een weg van stenen en zand omhoog onder een genadeloos brandende zon. Boven gekomen zie je overal die dorre en droge woestijn. Wat kan een beetje water daar een groot wonder tot stand brengen. Een prachtige oase, een vruchtbare en koele plaats.

Zo is het ook met het doopsel. Er komt nieuw leven in ons, goddelijk leven. Zoals wij allemaal iets van onze ouders in ons dragen, zo dragen wij door het doopsel ook iets van God in ons: Gods heilige Geest. Het is niet voor niets dat de schrijver van het eerste boek van de Bijbel heeft verklaard, dat God de mens heeft geschapen naar zijn beeld en gelijkenis.

Als wij gedoopt zijn en in liefde een werk verrichten, dan is het vanzelf een christelijk werk. Christus werkt dan in ons. Het werk is vruchtbaar voor het Koninkrijk van God, omdat het uiteindelijk God is, die het goede werk in ons verricht.

Broeders en zusters, zijn wij ons in dankbaarheid bewust van de grote gave, die wij in het doopsel hebben ontvangen. Paulus zegt, dat wij een gave in aarden potten hebben. Een aarden pot kan zo breken. Gaan wij er voorzichtig mee om. En bidden wij heel bijzonder voor alle mensen, die niet gedoopt zijn: dat zij spoedig de weg naar Gods Kerk mogen vinden, en daarmee de weg naar het eeuwig leven.

SLOTWOORD

Jezus Christus laat zich dopen door Johannes. Dat heeft iets weg van de leraar, die in de bank gaat zitten in plaats van voor de klas te gaan staan. Jezus zegt: Laat het nu maar zo.

Wij moeten soms of misschien wel dikwijls onze eigen ideeën loslaten. In Matteüs 19 zegt Jezus Christus, dat wij huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw, kinderen of akkers, los moeten laten, op z'n minst innerlijk. In Matteüs 6 zegt Hij, dat je je zorgen voor je lichaam, voor je eten en drinken en kleding moet loslaten. Op z'n minst innerlijk. Je moet je er niet druk om maken. Het mag geen hoofdzorg in je leven worden.

Jezus zegt zelfs dat wij het kwaad moeten loslaten. Vergeef het nu maar. Tot zeventig keer zeven keer toe.

Jezus volgen is loslaten. Wie gedoopt is moet Jezus volgen, moet loslaten. Loslaten geeft vrede. Uiteindelijk moeten wij alles loslaten en komen wij in de eeuwige vrede.

Wie nu al iets van Jezus' vrede wil ervaren, moet nu al beginnen met loslaten. Laat maar los. Laat maar gaan. Loslaten is niet hetzelfde als onverschillig zijn, maar loslaten is er voor blijven bidden en het verder overlaten aan God.

Laten wij zoveel mogelijk los. Geven wij het over. Dan zal alles ook veel beter gaan.