Evangelieprikje (2008)

Zaten we vorige week nog op onze knieën bij het Kind in de kribbe, vandaag verhaalt het evangelie ons iets uit het begin van het openbaar leven van de ondertussen al volwassen geworden Jezus. Het doopsel van Johannes is een doopsel van bekering. Als we besprenkelen vervangen door onderdompelen, dan kunnen we, denk ik, geen betere uitleg voor dit doopsel vinden dan bij de profeet Ezechiël (36,25-27). Is het niet mooi te zeggen dat bij het doopsel van bekering het stenen hart weggenomen wordt en vervangen wordt door een hart van vlees? Iemand die ook nog maar enigzins wat symboolgevoelig is, snapt wat hier gezegd wordt. Maar deze betekenis van het doopsel maakt de opmerking van Johannes nog authentieker: als dit de betekenis is van het doopsel, waarom moet Jezus dan gedoopt worden? Het antwoord van Jezus is misschien meer het antwoord van een evangelist voor zijn joodse toehoorders dan het woord van Jezus, maar de vraag blijft: waarom laat Jezus zich dopen? Misschien is het om er ons op te wijzen dat ook Hij maar kan doen wat Hem te doen staat, als Hij zich eerst bekeert. Wie wil leven vanuit Gods kracht, moet eerst vanbinnen veranderen. Ook voor Jezus moet het duidelijk geweest zijn dat Hij, indien Hij wou leven zoals God het wou, Hij anders zou gaan leven, andere prioriteiten zou leggen.

En Jezus laat zich dopen, als teken dat ook Hij vanbinnen wil veranderen. Het is pas wanneer dat gebeurt dat er sprake kan zijn van een opening tussen "hemel" en "aarde": de hemel opent zich. En net als bij een   koning komt Gods Geest over Jezus en wordt Hij de gezalfde, de Christos. En dan is er die stem die klinkt in het diepste van Jezus' hart en bij allen die Jezus horen en zien: deze man is werkelijk Gods veelgeliefde zoon. En met deze laatste symbolen zitten we bij de betekenis van het christelijk doopsel. Ons doopsel is niet (louter) een doopsel van bekering. Neen, bij het christelijk doopsel spreekt God zijn geloof in ons uit en schenkt Hij ons Zijn Geest opdat we ten volle zouden kunnen leven. Zoals een verliefd koppel er naar uitkijkt zoveel mogelijk tijd te delen met elkaar, zo laat God ons delen in Zijn eigen onvergankelijke leven. Dat is de betekenis van het christelijk doopsel: door de doop sterven en verrijzen wij met Christus. Allemaal zeer mooie woorden, maar nogal theologisch, wat doe ik daar mee in het dagelijks leven? Wat doe je met die mooie woorden als je het niet meer ziet zitten, als je verscheurd wordt door negatieve gevoelens tegenover jezelf of je omgeving of de wereld?

Ik las in de week-endkrant dat iemand zei "dat hij niet in God geloofde want toen hij diep in de problemen zat, was er geen god te bespeuren die hem recht hielp. Ik geloof in de mensen." Ik heb respect voor mensen die niet gelovig zijn, maar ik krijg het er van als men gelovigen gaat zien als mensen die niet geloven in mensen en al hun energie steken in het leven hierna. Ik probeer godgelovig te zijn, maar dat betekent niet dat ik niet geloof in mensen. Integendeel, mijn godsgeloof spreekt heel veel vertrouwen uit in mensen. Wie is de mens dat God er verbonden wil mee leven? Hoeveel liefde heeft God niet voor de mens als Hij midden onder ons is komen wonen? En voor wie het nog niet duidelijk is: wie zijn broeder niet bemint, kan onmogelijk God beminnen. God sluit mensen niet uit, Hij schenkt ons aan elkaar om mensen van de opstanding te worden. Bij het doopsel leggen we de oude mens af die bang is, die houvast zoekt in allerlei materiële dingen en strikte regels om nieuwe mensen te kunnen worden die leven vanuit een diepgeworteld vertrouwen dat er een God is die hen graag ziet. Betekent dat dan dat er je niks meer kan overkomen? Waar is God als een helikopter te pletter slaat en vijf slachtoffers maakt? Waar is God als een jonge vrijwilliger verongelukt tijdens vrijwilligerswerk? Ik weet niet hoe ik het moet uitdrukken, maar ik geloof dat God daar ook aanwezig is. Als gedoopt zijn betekent dat je mag delen in het leven van God zelf, is dat geen vrijgeleide voor een gelukkig, zorgeloos leven. Elk leven heeft zijn zorgen, wie gedoopt is mag er alleen op rekenen dat God dat lijden met je mee wil dragen. God zelf is mens geworden om ons te tonen hoe we ten volle mens kunnen zijn, nl. als we onszelf geven in gratuïete liefde aan elkaar. In Jezus, gedoopt in Gods Geest, heeft God onze ogen geopend om te tonen dat blinden ook waardevolle mensen zijn, onze oren geopend om ons te laten horen dat doven ook een waardevol verhaal hebben, ... Maar al die woorden zijn natuurlijk maar theorie ... hoe ga je om met miserie en ongeluk in je leven? Hoe leef je verder na een auto-ongeluk waarin je passagier stierf en jij bleef leven? Je kan dit maar als je omgeven wordt door mensen die leven vanuit God: geen oordeel, zelfs geen zeemzoet vroom gezwets enkel liefdevolle nabijheid. De vragen blijven en je zoekt je rot achter antwoorden die er misschien niet zijn, er zijn enkel mensen die naast je komen staan en je blijvend oproepen "op te staan".

Wanneer een kindje gedoopt wordt, is dat heel mooi. Er zijn zoveel mooie handelingen, zoveel mooie woorden waarmee we Gods liefde voor dit kleine wezentje willen uitdrukken. Het is alleen jammer dat er op dat doopsel zo weinig gezegd wordt dat gedoopt worden betekent dat je opgenomen wordt in het leven van God zelf; vanaf nu sta je er nooit nog alleen voor. En natuurlijk heeft ieder mens andere nodig om hen daar af en toe aan te herinneren, dat is onze roeping als medemens. Je treedt niet alleen toe tot een gemeenschap, maar tot het echte leven, Gods leven: ook al ben je blind, doof, gehandicapt, ...: iedereen is zo waardevol voor God dat ze mogen delen in Zijn leven. Als God ieder mens waardevol vindt, dan is het onze vedomde plicht als gelovige dat ook te doen.  Maar dat kan alleen maar als het vanbinnen begint, zowel bij ons als bij die andere. Daarom zou ik het bijzonder waardevol vinden dat er nog een ritueel toegevoegd wordt aan het doopsel. Waarom laten we het kerkgebouw niet dicht? Voor de ouders en familie binnen kunnen in de kerk, krijgen de ouders of peter of meter van de voorganger de sleutel van de kerk met als boodschap: als u de kerk niet opendoet voor dit kind, zal ze altijd gesloten blijven. Je kan maar over God spreken als je probeert te leven zoals Hij het gewild heeft. Die God waar wij over spreken, is vermoord aan een kruis, maar Gods liefde heeft Hem doen opstaan.   

Gedoopt worden is zo'n mooi gebeuren, misschien moeten we toch proberen het wat dieper te beleven en het hart van de ouders, peter en meter aan te raken, want in dat hart begint het of het begint niet ... Al kan je natuurlijk de eigen kracht van Gods Geest ook niet overboord gooien .... Altijd blijven hopen, altijd het beste blijven zien, ook dat is delen in het leven God want zag Hij doorheen alle fouten die mensen maken ook niet altijd het goede in de mens? Juist door dat goede te raken, kunnen onvermoede krachten loskomen. Vraag het maar aan Zacheüs en de overspelige vrouw ...