Een gang ten goede

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Dit is een niet verzonden brief aan Jezus,
die uit Nazaret in Galilea, huidig adres onbekend.

Beste Jezus,

Een brief vanuit de jongerenkerk. Moet kunnen, vonden wij. Jouw naam ligt bij ons namelijk nogal vóór in de mond. Wij ‘doen aan jou'.

Een paar weken geleden nog vierden wij jouw geboorte. Jij wist het waarschijnlijk zelf niet, maar jij bent met Kerstmis gebo­ren. Zegt men. Mensen gedenken nu eenmaal graag geboortes, dat moet je ze maar vergeven. En die van jou paste zo mooi bij de zon­newende, midden in de winternacht. Wij zongen jouw naam, had­den zelfs negenentwintig extra namen verzonnen. Ach, wist jij veel als baby, welke namen jij kreeg en krijgen zou, welke ver­wachtingen later in eeuwen van verlangen op jou werden gelegd. Jij wist van niets, jij sliep en huilde en dronk en plaste.

Vandaag horen we over jouw doop, een volgende stap in jouw verhaal. Of het eigenlijke begin van jouw leven. De doop kennen wij: een goed gebruik bij de geboorte. Als kinderen werden wij op de arm meegenomen ter ker­ke en met water overgoten. Maar als ik het goed begrijp, ging het bij jou iets anders. Je was al een jaar of dertig, je liep zelf en stapte zelf het water in; bij jou was het een volwassen keuze, een carrière­start.

Misschien is het voor jou dan wel interessant te weten, hoe het er hier toegaat als men voor zichzelf begint. Men krijgt een adequate vooropleiding, vervolgens huurt men een representatieve kantoorruimte en schaft men een PC en een fax aan. Een startende ondernemer moet namelijk niet te laag mikken, moet om te begin­nen zichzelf flink omhoogwerken en groot maken. Werken aan naamsbekendheid, dat werkt. Er zijn wel risico's aan verbonden. Onlangs werd bekend dat de meeste faillissementen plaatsvinden bij startende ondernemers die niet kunnen boekhouden, een te duur kantoor inrichten en een te representatieve auto leasen, met auto-telefoon.

Maar hoe verliep jouw carrièrestart? Wat was je voor­oplei­ding? Kon je rekenen? Misschien genoeg om te weten wie de kinde­ren van de rekening zijn. Kon je lezen? Het kan niet anders, of je hebt oude verhalen gelezen en gespeld, liederen geoefend tot het visioenen waren, toekomst ingedronken. Dat moet wel, als ik zie dat alles wat jij zegt teruggrijpt op Thora, profeten en psalmen; in letters en geest, in beeldspraak en strekking. En zeker zul je de lie­deren van de lijdende dienstknecht hebben gelezen, en je hebben afgevraagd wie toch zo'n trouwe dienaar zou kunnen zijn, bij de hand genomen en bemind, het geknakte riet niet brekend en de flak­kerende vlam niet dovend. Zeker leerde je lezen, en luisteren, en dromen van een verbintenis met allen en van een licht voor de mensheid.

Wellicht kreeg je nog een vervolgopleiding bij Johannes de Doper: streng en onontkoombaar, helder en zuiverend als de woes­tijnlucht. Maar dat blijft gissen voor ons. Jezus, waarom is er ook zo weinig opgeschreven over jouw eerste dertig levensjaren? Of doet dat er niet toe, omdat een mens altijd kan starten in die onder­neming die ‘Koninkrijk van God' heet, of hij nu dertig is, of twin­tig, of zeventig?

Jouw carrièrestart verliep wonderlijk. Je werkte jezelf niet ron­kend en pronkend omhoog; je mikte laag, je daalde af. In de Jor­daan, de grensrivier. Om de stofregen van Egypte af te wassen: angst, bazen- en slavenmentaliteit? Om los te laten en te leren ver­trouwen? Om je eigen diepte te ontwaren, grond onder je voeten te ontdekken? Om naast anderen te gaan staan in hun ellende, naast de velen, naast de enkelen? Ik vraag dit in het bange bewustzijn dat zo'n duik in het diepe ook van ons verwacht wordt: vrijheid aan­durven, de schaamte voorbij komen, afdalen in onze vervuilde doch enige ziel, naast anderen gaan staan. Toegeven dat wij maar mensen zijn, aanvaarden dat wij medemensen zijn. Besef je wel, Jezus, wat voor voorbeeld je toen en daar gegeven hebt?

Daarna, na die onderdompeling, ben je ook opgeklommen. Luctor et emergo. Omdat je anders verzonken zou zijn in bodemloze eenzaamheid? Omdat je anders zou zijn blijven hangen in moe­deloos makende solidariteit? Omdat je anders anderen omlaag had getrokken? Mensen kunnen elkaar ook verzuipen in golven van me­delijden en goedbedoelde troost; het komt mij voor dat jij liever anderen omhóóg hielp.

Hoe dan ook, jij begon juist niet ‘voor jezelf', toen je koos voor die nieuwe intocht in het land van toekomst, daar bij de Jor­daan. Was het daarom dat - volgens het verhaal - toen de hemel openscheurde, de heilige Geest tastbaar en zichtbaar werd, en er een stem klonk van aanvaarding? ‘Jij bent een mens naar mijn hart': dat maakt mij stil, doet mij denken aan die momenten dat mijn hemel openscheurde, dat ik leven ontving en hoorde: ‘Jij bent mijn zielsbeminde'. Die ervaring ging vooraf aan mijn doel, dat horen was er eerder dan mijn spreken.

Jouw verhaal gaat verder: diezelfde heilige Geest dreef jou de woestijn in. En later kwam je terug in de bewoonde wereld met je goede boodschap. Toen pas kwam jijzelf aan het woord.

Wat een carrière volgde op die start! Geen kantoor, geen PC, geen steen om je hoofd op te leggen. Geen auto of telefoon, maar reizen te voet, en af en toe per ezeltje. En hoeveel kerken, paus­mobielen en andere zelfverheffing het christendom daarna ook uit­gevonden heeft: jijzelf bleef liever een jongen van de Jordaan dan een omhooggevallen grachtenyup.

Wat een carrière! Een leven lang afdalen en opklimmen, tel­kens in die volgorde. Van horen en spreken, in die volgorde. Van heilige Geest inademen en goed nieuws uitdragen, in die volgorde. Van weggedreven worden en terugkeren, in die volgorde. Van neerdalen in de dood en oprijzen ten leven, in die volgorde.

Beste Jezus, waar je ook bent: je hebt ons leven omgekeerd. Is dat jouw boodschap? Is dat jouw gang ten goede? Is dat ónze weg? Huiverend van aanvaarding zingen wij jou achterna, tot jou en onze God die heeft gezegd: ‘Jij mag er zijn'.

Hartelijke groeten van iedereen
en een kus van Maria Magdalena.