Elk dag heeft genoeg aan eigen leed (Mt. 6,34)

Een jong koppel koos de tekst over de lelies op het veld als evangelie in hun huwelijksviering. Voordien waren ze een week onderweg geweest voor een pelgrimage en hadden hun geld en bankkaart thuis achtergelaten. De lelies uit het bruidsboeket zijn al lang verdord en zorgen allerhande hebben hun samenzijn geen deugd gedaan. Kronkels van het leven kunnen zo groot zijn dat wegen uit elkaar gaan.

Let eens op de vogels

“De vogels in de lucht, de lelies op het veld”, ze bieden een franciscaanse bladzijde in het evangelie van Mattheus. In de lof van Jezus voor planten en vogels kunnen we de aanzet horen van het zonnelied van Sint Franciscus.

Jezus had oog had voor de natuur en de schepping wanneer hij met zijn leerlingen onderweg was. Hij vindt er inspiratie voor zijn parabels en vertelt over graan dat gezaaid wordt en  mosterdzaadjes die ontkiemen en ons iets tonen van de groei van Gods rijk onder ons. Hij vertelt over mussen en predikt over vertrouwen. Ieder schepsel weerspiegelt iets van God.

Jezus geeft de goede raad niet altijd op hetzelfde te kijken. De blik eens veranderen, kan voor afwisseling en ontspanning zorgen. Maak tijd tot verstilling. Allicht wordt in cursussen over zen en in trainingen van mindfullness iets dergelijks gezegd. We geraken overspannen als er teveel op ons afkomt en wij aan alle verwachtingen moeten beantwoorden. Ga niet ten onder aan de voortdurende stress, bron van burn-out.

“Wat doe ik om rustig te worden?”, vroeg de speakerin op Klara en gaf zelf het antwoord: “Ik maak een wandeling in de natuur.” Ze liet nadien mensen aan het woord die met stresssitaties moeten omgaan. Wie gaat in de natuur, ziet de wisseling van de seizoen, gewassen die groeien, vogels in de lucht, meeuwen op het strand.  We leren van trekvogels, hoe ze elkaar aflossen en vermijden dat vogels uit de groep afhaken,

De natuur is niet altijd zo vreedzaam. Bij droogte verdorren en verschroeien de planten. Planten kunnen overwoekeren. In de voedselketen overleven dieren door anderen op te eten. De vogels zaaien en maaien niet. Ze pikken voedsel waar ze het vinden en waar een vogelschrik hen niet tegenhoudt.

Op een oude duiventil in Bellem hangt deze commentaar: “Vanaf de Middeleeuwen en gedurende de daarop volgende eeuwen was het houden van duiven een privilege of voorrecht van de adel. De kasteelheren en kloosterlingen lieten op hun (kasteel)hoeven speciale torens met duiventillen bouwen. De onderhorigen moesten instaan voor het voederen en het verzorgen van de dieren. Het lekkere vlees van de jonge duiven was echter niet voor de boer bestemd, maar kwam op de feesttafels van de heren.”

Zijn het alleen de rijken die zonder zorgen mogen leven en genieten?

De heilige Franciscus staat soms afgebeeld met een duif in de hand of omringd door vogels. Hij heeft ooit volgens de legende tot hen gesproken en de vogels ze hebben naar de Poverello geluisterd. Hij predikte voor de vogels omdat de mensen niet luisterden naar zijn woord. Zijn volgeling Sint Antonius zou tot de vissen gepreekt hebben. Ook die luisterden maar waren de boodschap vlug vergeten.

Vertrouwen

De boodschap van Jezus is een oproep tot fundamenteel vertrouwen, vertrouwen zelfs als het naar menselijk inzicht moeilijk is en uitzichtloos.

Jezus negeert de zorgen niet. Mensen hebben zorgen om hun relatie. Ze lijden als hun kinderen niet meekunnen op school en er gepest worden. Mensen hebben zorgen door de levensduurte en de invloed van besparingen en het inkrimpen van sociale voorzieningen. De berichten die al maanden na elkaar binnenkomen over vluchtelingen, over terrorisme dat overal onverwachts kan toeslaan, zijn zorgen die we niet weg kunnen schuiven.

En toch geven we krediet aan Jezus en aan hen die zeggen: elke dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen. We maken ons bezorgd om wat niet komen zal en door vandaag te willen oplossen wat misschien overmorgen kan gebeuren.

We kunnen iets minder bezorgd zijn als we zorgen mogen delen en ze samen dragen. Hoe geruststellend is het woord wanneer iemand zegt en meent: ‘Je mag op mij rekenen.”

Bekeren

Gans de Bergrede van Jezus staat onder de oproep “kom tot  inkeer.” Jezus zegt tot zijn toehoorders: Gij kunt niet God dienen en de mammon. Mammon, dit is het geld. Ze zijn niet even machtig. Door zo veel aan de Mammon te offeren, vergeten we veel andere opdrachten.

We ondervinden elke dag de macht van het geld, we zien het in de bankencrisis, in de discussies om hoge salarissen, in de weerslag van een wild kapitalisme op de schatten van de aarde. Is de jacht naar geld niet de wortel van alle kwaad?

Zoals in zijn zaligsprekingen roept Jezus zijn volgelingen om eerst het koninkrijk te zoeken en de gerechtigheid. Het Koninkrijk zoeken en zijn gerechtigheid is een antwoord op de zorg van God die altijd eerst is.

Wij hebben onze bijdrage te leveren tot het welzijn van elke mens en  tot grotere sociale gelijkheid.Dit is dan meteen een oproep tot handelen.  Dit is wat paus Franciscus beoogt met zijn encylciek over de ecologie. Geprezen zijt gij: Laudato si. Hij spreekt daarom over een ecologische bekering.

“De christelijke spiritualiteit stelt een andere wijze voor om kwaliteit van leven te verstaan en moedigt een stijl van profetisch en contemplatief leven aan die in staat is een diepe vreugde te kennen zonder door consumptie geobsedeerd te zijn. Het is belangrijk aan een oud onderricht gevolg te geven dat in verschillende godsdienstige tradities en ook in de Bijbel aanwezig is. Het betreft de overtuiging dat “minder meer is”. De constante opeenhoping van mogelijkheden om te consumeren leidt het hart immers af en verhindert ieder ding en ieder moment te waarderen. Rustig iedere werkelijkheid, hoe klein die ook is, tegemoet treden opent voor ons daarentegen meer mogelijkheden voor begrip en persoonlijke verwezenlijking. De christelijke spiritualiteit houdt een groei in soberheid en een vermogen om met weinig te genieten voor. Het is een terugkeer naar de eenvoud die het ons mogelijk maakt stil te staan om te genieten van de kleine dingen, te danken voor de mogelijkheden die het leven biedt, zonder ons te hechten aan wat wij hebben, of treurig te worden om wat wij niet bezitten. Dit vereist het vermijden van de dynamiek van overheersing en pure opeenstapeling van genoegens.” (Laudato si, n° 222).