De zaligsprekingen: een paradox? (2008)

Ik wil met jullie eens kijken naar hoe er heel dikwijls met kinderen omgegaan werd en nog steeds wordt.
Wat is het commentaar van volwassenen als kinderen fantaseren of gewoon blij kunnen zijn met kleine dingen?
Een beetje minachtend, horen we soms: ‘Ach, 't zijn nog maar kinderen'
Kinderen horen dat en begrijpen dat als ze echt groot willen zijn, dit moeten opgeven.
Wat is de commentaar van volwassenen als kinderen huilen of verdrietig zijn?
Heel dikwijls kan je horen: ‘Moet je daar nu voor huilen?' - ‘Ik dacht dat je toch al sterker was hoor.' - ‘Allé, 't is allemaal voorbij, stop nu maar met verdrietig zijn.' - ‘Ge zijt toch geen meisje zeker, gij zijt toch een flinke jongen.' - ...
Dit kan nog verder aangevuld worden met zinnen die het verdriet en de tranen zo snel mogelijk willen toedekken. En wat doen de kinderen? Ze duwen hun verdriet en pijn weg, want ze willen flink zijn en terug in de gunst van papa of mama komen.
Wat is de commentaar van volwassenen als kinderen niet terugvechten, als kinderen vriend willen zijn met iedereen?
‘Ja, ok, vriend zijn met iedereen, maar je mag je toch niet laten doen. Je moet terugvechten. Je moet laten zien dat ze met jou rekening moeten houden, je moet je boven de anderen zetten.'
Kinderen wringen zich in bochten om hieraan tegemoet te komen. En als het niet lukt, zwijgen ze in alle stilte, want papa of mama zijn anders niet tevreden over hen...
Heb je al eens stilgestaan bij wat zo'n reacties in kinderen teweeg kan brengen?
Heel wat zaken van wat ze in zich dragen, worden verdrongen. Ze proberen zich een houding te geven opdat ouders, opvoeders, fier kunnen zijn over hen. Hun verdriet wordt weggeduwd, bepaalde capaciteiten moeten wijken. Ze gaan leven in functie van de anderen, in functie van wat de ander van hen verwacht.
Kennen we dit ook? Zijn wij ook die kinderen? Proberen wij onszelf ook een houding te geven zodat we goed overkomen? En wat doen wij met onze kinderen? Kunnen wij onze kinderen, kleinkinderen gewoon laten zijn? Mogen ze zich uitspreken als ze komen vertellen over hun verdriet, hun angst, hun blijheid? Kunnen we luisteren zonder ze met onze commentaar de mond te snoeren?

Het evangelie van vandaag heeft hier alles mee te maken.
De bergrede die we te horen kregen, staat haaks op onze wereld. Het is een beetje een paradox. En toch.
We bekijken onze voorbeelden van daarstraks. Hoe zalig moet het niet zijn voor een kind (of voor een volwassene) als je ongecompliceerd kan zijn, zonder dat je je moet verantwoorden, zonder dat je in beslag genomen wordt door allerlei bijkomstigheden. Gewoon jezelf zijn, in alle eenvoud. (zalig de armen van geest )-
Hoe gelukkig moet een kind (of een volwassene) zich niet voelen, als het zijn verdriet kan en mag toelaten, als het zich niet groot hoeft te houden, maar als het zijn gevoelens kan uiten in het bijzijn van iemand die hem begrijpt en ontvangt. (zalig die verdriet hebben)-
Wat een geluk als je ruimte geeft aan iedereen (zalig de zachtmoedigen)
Wat een geluk als je niet met je ellebogen werkt, koste wat kost carrière moet maken over de hoofden en ruggen van anderen (zalig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid).
Gelukkig zijn er nog mensen die om anderen geven en zich inzetten voor anderen (zalig de barmhartigen).
Geweldig toch dat er mensen zijn die zich niet inlaten met macht en aanzien, maar gaan naar dat wat echt belangrijk is. (zalig de zuiveren van hart )
Jezus komt vertellen dat God wel rekening houdt met wat mensen echt bezighoudt. Jezus spreekt woorden die leven geven. Hij laat horen dat Hij hen gezien heeft met al wat ze aan zorgen, pijn, inzet en verlangen in zich dragen en spreekt hen daarover toe. Hij moedigt mensen aan om te leven zonder masker, zonder schone schijn. Doen wat je voelt dat je te doen hebt, met je hart op de goede plaats. (zalig die vrede brengen)
Wat een geluk als je kunt zijn wie je bent: geschapen door God, vol van liefde. Gelukkig wij die op deze manier onze weg verder gaan en in deze verbondenheid met God, anderen meenemen. Dan lost de paradox helemaal op in een betere wereld waar we allen van dromen.