Aanwezig met je hart

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Jezus zegt in zijn parabel dat vijf van de tien vriendinnen die naar het feest gaan niet genoeg olie bij zich hebben om hun feestlamp aan te houden. Natuurlijk moeten we dat naar onszelf toe uitleggen. Dan betekent dat, dat vijf van de tien mensen die via de godsdienst naar hun werkelijk geluk zoeken dezelfde fout maken. Ze hebben wel de lamp van hun godsdienst hij zich, maar missen de noodzakelijke brandstof. Het is dus van het grootste belang dat we weten wat die olie voor brandstof is. Het is zaak om ons daarin niet te vergissen.

Er zijn twee veel voorkomende vergissingen. De eerste is dat mensen denken dat hun godsdienst zo ongeveer werkt als elektrisch licht. Ben je eenmaal op het lichtnet aangesloten, dan is het er altijd. Je draait gewoon de knop om en het is er. Geen mens hoeft zich zorgen te maken of de lampen wel zullen branden. Het komt voor dat mensen onwillekeurig denken dat geloofslicht ook zo werkt. De centrale van Gods liefde werkt altijd. Het is een grote onderneming waar we min of meer buiten staan. Het is de heilige kerk of zoiets. Ben je eenmaal lid en vervul je bepaalde richtlijnen, dan kun je er zeker van zijn dat jouw lot in goede handen is. Gods liefde is de brandstof en daaraan is nooit gebrek. Het is deze eerste vergissing waar Jezus doorheen prikt. Hij zegt: Dan ben je een lampdrager, geen lichtdrager.

Dat betekent dat de brandstof zeker ook onze verantwoordelijkheid is. De lamp is mooi, maar eigenlijk niet eens zo belangrijk. Er zijn mensen die praktisch zonder lamp kunnen leven. Zij lijken zelf op een lamp. Goddelijk licht is diep in ons gelegd. Bij sommigen zichtbaar. Maar we kunnen het niet aan een ander overlaten.

Maar nu ontstaat er al gauw een tweede misvatting. Als het dan zo is dat wij zelf voor dat goddelijk licht moeten zorgen, hoe moet dat dan? Het mysterie van God gaat een gewoon mens toch helemaal boven de pet? Daar heb je deskundigen voor. De geestelijke overheid, de parochie, of de bisschop, de leraren van de kerk moeten het goddelijk geheim in ons leven toch uitleggen en het zo levend houden?

Ook deze vergissing wordt door Jezus' woord onderschept. Hoe je zijn parabel ook uitlegt, je kunt van de verstandige meisjes onmogelijk godgeleerden maken die alles van het heilige afweten. Hun voorraad brandstof is niet groter omdat ze meer geweten zouden hebben over het mysterie van dit bestaan.

Maar waar halen zij hun olie dan vandaan? U zult in uw leven ook wel eens mensen ontmoet hebben waarvan u dacht: dat is een wijs mens. En wat was dat dan? Waren die mensen dan erg vroom of veel met God bezig? Waren ze erg goed op de hoogte met wat zich op hoog kerkelijk niveau afspeelde? Waren ze erg geleerd? Integendeel, het zal opgevallen zijn dat die wijsheid samenhing met een grote eenvoud. Die mensen hadden iets verbazingwekkend gewoons. Het leek alsof die mensen heel dicht bij zichzelf gebleven waren. Zij waren wel katholiek, maar op de eerste plaats zichzelf. Zij waren niet opvallend christelijk, maar deden wat Jezus gedaan heeft: zich inzetten vanuit hun hart. In hun leven gingen ze door de meest moeilijke fasen heen zonder hun vertrouwen te verliezen dat dit hun weg moest zijn. Zo waren ze met hun hart aanwezig bij al wat zij deden. Zij putten de brandstof van dit leven uit een bron die bestond uit hun ware zelf. Het is die bron die Jezus in zijn gebed ‘Abba' noemt. Zullen wij die bron in ons innerlijk ook niet steeds moeten aanspreken, om zo in gesprek te blijven met het oorspronkelijk licht dat ons gegeven is.

Ten slotte nog een ander beeld. Soms in het late najaar staan er van die grote zaadpluimen langs de waterkant. Het zijn de zaden van wilgenroosjes, klaar om bij de eerste de beste winterstorm te worden weggeblazen. Elk zaadje heeft een kleine parachute. Het zweeft weg. Het weet niet waar naartoe; maar het is gereed om elk moment neer te komen en in een nieuw voorjaar te ontkiemen. Wat zijn wij anders dan kleine zaden van God in een storm van de tijd. Maar wie vergeet dat dit de bedoeling is van het zaad: vrucht te dragen, in de aarde te vallen en te sterven aan dit bestaan is dwaas. Wie vergeet dat Gods liefde zich zo aan ons heeft toevertrouwd ziet geen gat in de toekomst van deze wereld. Zijn lamp gaat uit, vóór het feest begonnen is. Mag ons dat waakzaam en vruchtbaar maken.