3e zondag door het jaar A (2008)

Beste dorpsgenoten,

Als je als dichter schrijft onder de beroemde naam van de profeet Jesaja, dan moet je met allure en met prachtige beelden de toekomst schilderen. Dat hebben we in de eerste lezing duidelijk kunnen lezen. De dichter beschrijft een toekomst waarin je het verloren paradijs helemaal terugkent: “Gij hebt hun blijdschap vermeerderd, hun vreugde vergroot. Voor uw aanschijn zijn zij vol vreugde, een vreugde als die om de oogst, als die van mensen die jubelen bij het verdelen van de buit.”
De dichter struikelt over de vreugde die hij in de toekomst ziet, maar hij vergeet niet dat mensen voor die vreugde hard hebben moeten werken in de oogst of er een ruzie of een oorlog voor hebben moeten winnen.

In het evangelie plaatst Matteüs Jezus eerst tegen de achtergrond van die uitbundige schildering van een paradijselijke toekomst in de woorden van Jesaja.
En vervolgens legt hij Jezus woorden in de mond, die nogal nuchter klinken vergeleken bij de woorden die vooraf gingen: “Bekeert u want het Rijk der hemelen is nabij.” Nuchter? We zouden ze ook nietszeggend kunnen noemen want we hebben ze al zo vaak gehoord.
De vorige week heb ik het zinnetje aangehaald: “Alles wat leeft, groeit. Wij groeien tot we doodgaan. Als we niet meer groeien, zijn we dood.”
We kunnen ook zeggen: “Alles wat leeft, verandert. Wij veranderen tot we doodgaan. Als we niet meer veranderen, zijn we dood.”
In die geest kunnen we de woorden van Jezus ook verstaan: “Mens, leef en verander, dan breng je een betere wereld nabij.”

Dan nog een stuk uit Dagblad De Limburger van gisteren: “Eigenlijk gaat het om een complete gedragsverandering. Respect voor de ander, leren accepteren dat iemand anders is dan jij, belangstelling tonen voor een ander, eerder dan steeds belangstelling vragen voor jezelf, eens een “opsteker” geven, een compliment maken, de goede kanten van iemand willen zien.”
Dit stukje uit de krant gaat over de basisschool van Koningslust. Daar hebben ze nu leerlingen van de hoogste groepen die geleerd hebben en bereid zijn om te bemiddelen tussen kinderen in geval van ruzies en vechtpartijen op school. En zelfs tussen ouders, zoals eentje opmerkte. Die jonge bemiddelaars proberen te werken aan gedragsverandering die ze eerst zelf in een training hebben ondergaan.

Wat zij daar op school gaan ondernemen, bewijst dat die woorden van Jezus heel actueel beleefd kunnen worden. En niet alleen op een basisschool, zou ik zeggen.

Een paar dagen geleden nam ik de bus. De chauffeur begroette me alsof ik een welkome gast was. Dat deed hij bij iedereen. Heel vanzelfsprekend en heel natuurlijk bediende hij zijn passagiers. Ik werd er blij van dat mee te maken. In de eerste lezing hebben we gehoord: “Ge hebt hun blijdschap vermeerderd, hun vreugde vergroot.” Ik werd er blij van te zien hoe die chauffeur zijn werk deed. Ik had er niet eens voor hoeven te werken in de oogst of er voor hoeven te vechten. Alleen aandachtig zijn, dat leverde mij op wat die dichter onder de naam Jesaja 2600 jaar geleden voorspelde. Zijn woorden blijven resoneren. Anders kijken, anders luisteren, zoals die kinderen in Koningslust, of een reiziger in de bus, dat maakt de woorden van Jezus waar: “Mens, leef en verander, dan zie je al een betere wereld om je heen.”
Zo is het.