jongerenviering 29ste zondag A (2011)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 194 niet laden

OPENINGSWOORD
Beste mensen, allemaal van harte welkom. Een bijzonder woord van welkom aan de jongeren, die naar de WereldJongerenDagen in Madrid zijn geweest. Ik heb links en rechts al gehoord, dat het topdagen zijn geweest, een ervaring om nooit te vergeten. Fijn, dat jullie hier willen samenkomen om ons er iets over te vertellen, zodat wij een klein beetje kunnen meegenieten. (iets over het openingslied...)

Topdagen. Topkwaliteit willen jullie natuurlijk niet alleen in Madrid ervaren, maar liefst overal. Andere mensen willen dat ook. Als wij een nieuwe muziekinstallatie kopen moet hij het mooiste geluid geven en... liefst voor een beetje betaalbare prijs. Als wij een nieuwe mobiele telefoon kopen moet hij er mooi uitzien, voorzien zijn van alle nieuwe technische snufjes, mooie foto’s kunnen maken, liefst met een zo goedkoop mogelijk abonnement.

Maar wat voor een eisen stellen wij - jongeren en volwassenen - aan onszelf? Als wij ons huiswerk maken of wij zijn bezig met ons werk op kantoor of op het bedrijf , leveren wij dan ook topkwaliteit? Als wij thuis bezig zijn of bij de sportvereniging, zorgen wij dan ook voor een topsfeer, zodat iedereen zich happy voelt?

De tweede lezing, die geschreven is door één van de ‘topvrienden’ van Jezus, de heilige apostel Paulus, zegt ons, dat God ons heeft uitgekozen. Uitgekozen waarvoor? Om te delen in het grootste geluk dat er bestaat: een leven samen met Hem en al zijn topvrienden. Hij nodigt ons uit om zelf voor anderen een topvriend te worden. God heeft geen topapparatuur, maar wel een perfect geluk - in de hemel uiteraard - maar Hij vraagt ons om nu al zo veel mogelijk die kant op te gaan.

Niet iedereen kan op school of op het werk topprestaties leveren, als wij maar ons best doen. Maar als het gaat om het houden van God en het houden van elkaar, het helpen van elkaar, dan kan iedereen een topprestatie leveren. Als wij maar willen.

Laten wij God vandaag danken voor ons mooie leven. En proberen wij met God en met elkaar ons leven iedere dag weer een beetje mooier - liefdevoller - te maken dan het nu al is.

Soms mislukt het ons om er iets moois van te maken. Dan hebben wij bijvoorbeeld te veel aan onze eigen belangetjes gedacht. Vragen wij daarom samen om vergeving.

OPENINGSGEBED
Laat ons bidden. God, Gij alleen zijt de Heer en niemand anders. Help ons om oprechte christenen te zijn: dat wij niet offeren aan geld of goed; dat macht en aanzien ons hart niet maken tot een steen. Maak dat wij de blik op Hem gevestigd houden, die ons van U het levend beeld gegeven heeft: Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer. Die met U leeft en heerst ... . Amen.

PREEK
Je hoort mensen vandaag de dag weleens zeggen, dat het met onze wereld niet zo goed gaat. “Dat komt” hoor je sommige mensen dan zeggen “omdat er niet genoeg wordt gebeden!” Nou, ik ben inderdaad weleens benieuwd hoeveel minuten per dag onze jongeren en volwassenen thuis bidden. Je hoort tegenwoordig om de haverklap over ‘belminuten’. “Als je dit abonnement neemt, krijg je dit flitsende toestel erbij plus maar liefst 300 belminuten!” Nou, hoeveel van die belminuten gebruiken wij om contact te zoeken met onze allerbeste Vriend, Jezus Christus!? Hoeveel van die 1000 maandelijkse sms-jes stuur je naar boven om God iets te vertellen over een vriend of vriendin in nood!? Over je oma, die ziek is!?

Maar ja, andere mensen zeggen: “Die gelovigen zitten in de kerk maar te bidden om vrede. Ze zouden beter de handen uit de mouwen kunnen steken om andere mensen met problemen te helpen!”

Sommige mensen zeggen: “Er wordt in de Nederlandse kerken te veel over menselijke dingen gesproken. Over mensen, die naar de voedselbank moeten, over mensen in arme landen, die lijden onder overstromingen en modderstromen, omdat er te veel bossen worden gekapt.” Andere mensen zeggen: “Was dat maar waar. In de kerken praten ze alleen maar over Gods liefde en in de tussentijd sterven er mensen van de honger.”

Op deze manier lijkt het wel een beetje, dat God en mensen elkaars tegenstanders zijn, dat God en mensen verschillende belangen hebben, dat ze niet kunnen samenwerken.

Misschien klopt het wel een beetje, dat sommige mensen God en de Kerk gebruiken, misbruiken, om niet op menselijke problemen te hoeven ingaan. “In de kerk moeten we geloven, en zaken, die met de politiek en de maatschappij te maken hebben, moeten we buiten de kerk houden.” Andersom horen we ook: “Geloven doe je maar in de Kerk, niet in de wereld!”

In het evangelieverhaal van vandaag komen er joodse kerkelijke leiders - Farizeeën en Herodianen, een soort pastoors - bij Jezus met de vraag of zij, gelovige mensen, belasting mogen betalen aan de Romeinen, die toentertijd Israël bezet hielden.

Als Jezus daar met een eenvoudig “ja” of “nee” zou antwoorden zou Hij grote problemen krijgen. Als Hij “ja” zou zeggen, zouden de joodse mensen daar niet zo blij mee zijn, want die betalen niet graag belasting aan de Romeinse bezetter. Als Hij “nee” zou zeggen, zouden Jezus’ vijanden kunnen beweren, dat Hij de joden aanspoort tot opstand tegen de Romeinen. Wat een dilemma!

Maar Jezus is God en dus heel slim! Hij zegt:
“Geef aan de keizer wat de keizer toekomt en aan God wat God toekomt”. Dat betekent: God bestaat. De regering bestaat. Zij hebben allebei hun taak. Wij hebben ze allebei nodig.

Het leven is niet altijd zo zwart-wit als sommige mensen denken. Volgende week is het ‘Wereldmissiedag’. Sommigen zeggen: Missionarissen moeten kapellen bouwen, het geloof verkondigen, kinderen dopen. Anderen zeggen: missionarissen moeten waterputten graven, voedsel zaaien, kinderen leren lezen en schrijven.

Jezus zegt vandaag: Het moet allebei gebeuren: “Geef aan de keizer wat de keizer toekomt en geef aan God wat God toekomt”.

En wij: wij moeten van onze kant bidden voor onze broeders en zusters in de ontwikkelingslanden, maar hen ook financieel ondersteunen. Niet het één òf het ander, maar het één èn het ander. Dat is wat God wil.

In de kerk moet een pastoor vooral geestelijk bezig zijn, maar alleen maar geestelijk bezig zijn is ook niet gezond. Daar kun je overspannen van raken. Dat begon ik de laatste tijd weer een beetje te merken. Daarom heb ik de afgelopen week drie keer een half uur hardgelopen. Ik kreeg van een parochiaan van wie ik vanmiddag de jongste twee kinderen mag dopen een mooi programma voor op een mp3-speler. (...)

Ook voor kerkmensen geldt: Het geestelijke en het lichamelijke is allebei belangrijk. In de kerk werken we weleens met wat Latijnse spreuken: Mens sana in corpore sano, een gezonde geest in een gezond lichaam.

Beste jongeren en volwassenen, laten wij er ook in ons eigen leven voor zorgen, dat geloof en wereld niet twee aparte zaken zijn. Sluiten wij onze beste Vriend, Jezus Christus, niet op in het kerkgebouw. Nemen wij Hem overal mee naar toe. Naar huis, naar school, naar de sport, naar onze vrienden op een hangplek, naar de kroeg, naar het werk, op visite, overal. Wij moeten niet zijn als die apostel Petrus toen hij nog niet de heilige Geest had ontvangen en om zichzelf buiten zijn eigen vriendenkring te redden zei: Ik ken die man Jezus niet.

In de Kerk is het niet moeilijk om christen te zijn, maar daarbuiten! Vergeten wij nooit wie wij zijn: kinderen van God, broers en zussen van elkaar, één grote familie, met elkaar onderweg door deze wereld naar Gods wereld.

Gebruiken wij alle energie, die wij hebben om goede christenen te zijn, om zo God te kunnen eren en tegelijkertijd de wereld een beetje meer te laten lijken op de wereld van God.