De zoen van een zwerver (1999)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

DINER VOOR ZWERVERS


Stel je voor. Je sjokt wat verdoofd langs de straat. Je bent arm. Je enig bezit is een halve appel en een kartonnen doos. Het is je niet gelukt om vijf gulden bij elkaar te bedelen voor het slaaphuis. Maar je weet ergens een afbraak-garage en in de doos blijf je warm. Alleen de honger knaagt. Je komt in de buurt van het kruispunt. Daar staan mensen op de stoep. Ze delen pamfletten uit. Je hebt er geen zin in. De straat-krant is iets voor sjieke lui. Toch neem je het pamflet aan.
Tot je verbazing lees je: "U bent uitgenodigd voor een gratis diner op het gemeentehuis vanwege Koninginnedag." Je hebt natuurlijk je bedekkingen. Ten eerste ben je geen "U"! En de burgemeester ken je ook niet. Wat moet je tegen al dat hoge volk zeggen en met welke lepel moet je beginnen? Zou het trouwens wel lekker zijn? Of krijg je van die harde exotische schaaldieren waarvan je minder dan de helft kunt eten; als je al weet welke helft! De honger zet al die bezwaren aan de kant. Dus loop je naar het gemeentehuis.
Daar ontdek je dat je gelukkig niet de enige bent. Vanuit drie ander straten stromen zwervers toe. Aan tafel doe je je tegoed. De kippenboutjes zijn vet; de compote zoet. De wijn is verrukkelijk en je heft het glas op de koningin. Tot zover is het een goed verhaal.
Maar stel je nou voor dat daar plotseling de burgemeester zou verschijnen. Ambtsketting op de buik. Hij loopt langs de stoelen en kijkt iedereen indringend aan. Plotseling strekt hij zijn arm en richt de wijsvinger naar jou. "Hoe durf je in die stinkende plunje op dit feest te komen... ?" Dan laat hij je eruit gooien.

WREED VERHAAL?

Dat kan natuurlijk niet. Dit verhaal kan niet van Jezus zijn. Hier is niet dezelfde verteller aan het woord als in de geschiedenis van de barmhartige Samaritaan of het verloren schaap. De burgemeester heeft op de hoeken van de straat zwerversvolk zonder douche-gelegenheid naar binnen gelokt. Dat hij nu valt over hun kleding is zijn eigen fout en niet die van de armen! Volgens mij is er maar één manier om deze tegenstrijdigheid op te lossen.
Ik denk dat Mattheus twee heel verschillende parabels van Jezus tot één verhaal heeft gemaakt.
Het ene verhaal gaat over een feestmaal. De genodigden wilden niet komen. De vrome gelovigen, hun leiders, priesters en theologen laten het afweten als het aankomt op het doen van recht en gerechtigheid. Daarom nodigt Jezus de tollenaars aan tafel uit, de zondaars, de melaatsen en andere onreinen. De eerste christenen maken de kring nog groter. Zij nodigen ook de Grieken aan hun tafel, de slaven, de Romeinen. Alle volkeren mogen komen. De deuren van God gaan open voor alle mensen die zieken verzorgen, die armen hun brood geven, die schulden kwijtschelden.
Het tweede verhaal heeft Jezus in een heel ander verband verteld. Het gaat over de eind-evaluatie van een mensenleven. Jezus vertelt over een plechtige bruiloftsmaal waar ook van de gasten iets verwacht wordt. Iedereen die er te gast is moet aan bepaalde eisen voldoen. Wie bij God aan tafel wil moet zich een boetekleed aantrekken en zich hullen in een mantel van barmhartigheid.

EEN ZOEN VAN EEN ZWERVER

Mattheus knoopt deze twee vertellingen aan elkaar. Hij had daar zo zijn redenen voor. Misschien dachten zijn tijdgenoten wat al te gemakkelijk dat ze in de prijzen waren gevallen; dat ze uitverkoren waren. "Zo gemakkelijk is het niet", wil Mattheus zeggen. Je moet de gerechtigheid beoefenen. Het argument dat je van de straat geroepen bent, is geen vrijkaartje voor Gods koninkrijk. Zo schept Mattheus een nieuwe parabel, die misschien ook voor ons actueel is. We zijn genodigd, maar er wordt wel iets van ons verwacht!
Vorige week zag ik Clinton op de televisie. Hij sprak over de arme landen en het rijke Amerika. Hij vond dat Amerika de hele schuld van arme landen moest kwijtschelden, mits de vrijgekomen som ook aan de armen ten goede zou komen. Ik moet u zeggen dat ik enorm blij was. Een vurige wens van de kerken werd hiermee door het rijkste land vervuld: een jubeljaar 2000 naar bijbels model. De joden vierden elk vijftigste jaar, dus na zeven maal zeven jaar, een jubeljaar. De kerk maakt daarvan een heilig jaar. Dan werden schulden kwijtgescholden; dan werd het land van God herverdeeld onder de mensen en slaven vrijgelaten. De kerken en ook onze parochie hebben van de zomer nog met handtekeningen aangedrongen op kwijtschelding van schulden. Dat is gerechtigheid doen!
Ook in het klein doen we gerechtigheid. Een vrouw vertelde hoe een zwerver haar aansprak in Heerlen. Of ze de straatkrant wilden kopen. Ze kocht de krant, maar toen keek ze de zwerver aan en vroeg: "Hoe gaat het eigenlijk met je?" Op deze vraag kreeg de jongen tranen in de ogen. Hij boog voorover, omarmde de vrouw en kuste haar. Zoveel moederlijke genade had hij lang niet wedervaren. Ze wist zich geen raad met zijn reactie. Zij was net als Clinton en net als de zwerver gekleed voor Gods feestmaal!

KLEREN-QUIZ

Lieve kinderen.
Zullen we nog eens een quiz doen? Ik vraag iets en jullie mogen je hand opsteken. Het gaat over kleren. Welke kleren moet je aandoen?
Vraag één. Ik zie een jongen met een kleed tot aan zijn schoenen. Wat gaat die doen? Wie denkt dat ie naar bed gaat... ? Wie denkt dat ie de Mis gaat dienen?
Vraag twee. Ik zie een mand met kniebeschermer. Wie denkt dat ie stoeptegels gaat leggen... ? Wie denkt dat ie gaat bidden. ?
Vraag drie. Ik zie een meisje met een jurkje dat helemaal wit is. Wie denkt dat ze gaat trouwen... ? Wie denkt dat ze bij een zieke de koorts gaat opnemen... ?
Zo zien jullie: bij alles hoort een speciaal pak. Bij brand, bij schilderen, bij sport... Nou vroeg Jezus een keer: welk pak moet je in de hemel aan hebben? Weet je wat zijn antwoord was. Je kunt de hemel in, desnoods zonder pak! Daar kijken ze niet naar je pak, maar alleen of je lief bent geweest. Lief-zijn is het mooiste kleed van een mens.