Telkens nieuwe kansen (2008)

'Op de korte parabel over de twee zonen die we vandaag lezen zullen velen van ons met erkenning reageren: ja, ik heb ook twee zulke kinderen of kleinkinderen. De een zegt ja, maar kan zich niet losmaken van zijn computerspelletjes. De andere sputtert tegen maar doet het wel.
Zo'n vlakke karakterstudie is wellicht niet de bedoeling van het evangelieverhaal. We moeten verder zoeken. Het gaat hier ook niet om en wijze raad of advies van Jezus in de zin van 'vertrouw niet direct degenen die op je vraag onderdanig knikken, want achter je rug verraden ze je misschien.' Het gaat om de fundamentele vraag welke levensweg God het meest behaagt.

De parabel eindigt met de vraag: wie van de twee heeft nu de wil van zijn vader gedaan? Wij kennen het antwoord: 'De zoon die nee zei en ja deed.'

En voor wie de gevolgen van zijn antwoord nog niet heeft ingezien voegt Jezus er een shockerende constatering aan toe: 'de tollenaars en de publieke vrouwen gaan eerder dan jullie het rijk Gods binnen!'

Daaruit moet je niet besluiten dat God mensen liever ziet naarmate ze slechter zijn, alsof die de beste weg bewandelen. Dat zou pas shockerend zijn. Jezus bedoelt: ik stel maar vast dat die tollenaars en publieke vrouwen die door jullie - hogepriesters en oudsten van het volk - afgeschreven zijn, gevolg hebben gegeven aan de oproep tot bekering van Johannes de Doper. Voor God zijn ze niet afgeschreven. Dat is een boodschap die ze maar moeilijk kunnen aanvaarden.

Gods wegen zijn blijkbaar anders dan onze wegen. Maar wat is het verschil? Laat ons eerst duidelijk maken hoe wij aankijken en oordelen op wat moreel verkeerd loopt in het leven van mensen, om daarna beter het verschil te zien.

Onze overtuiging is dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn daden en onverantwoord gedrag moet worden gestraft. En dat is terecht. Niets is ondraaglijker voor de mens dan op een onrechtvaardige manier te worden behandeld of afgemaakt. Ik kan die ouders wiens zoon in het centraal station van Brussel om een MP3speler doodgestoken werd begrijpen als ze zeggen dat ze geen boodschap hebben aan verontschuldigingen. ‘Want wat die twee tieners ons hebben aangedaan is het ergste wat er bestaat. Er bestaat geen passende straf.'

Of je nu het slachtoffer of de dader bent, kwaad en onrecht blijven je achtervolgen. Sommige mensen dragen het heel hun leven mee en gaan er aan ten onder. Anderen lukken er in om het te boven te komen. Het laat soms wel diepe littekens na, maar ze groeien er bovenuit. Het leven herpakt zich. Gelukkig maar.

Wat maakt Gods' levensweg nu zo anders? Als we hier over de andere weg van God spreken, gaat het niet over het beleid van God dat soms ons levensbeleid onverwachts doorkruist. Het gaat niet over onze broze plannen van geluk waar tegenslagen telkens weer een streep door trekken. Nee, het gaat veeleer over het andere gedrag dat God er op nahoudt.

Hij is geen vader die kwaad reageert op elk tegensputterend 'neen' van de mens. Want als de mens terugkomt van zijn verloren weg, zoals Ezechiël zegt, draagt God hem zijn verleden niet achterna. Bij mensen blijft kwaad en onrecht onuitroeibaar en het blijft hen achtervolgen.

God achtervolgt ons niet. Altijd opnieuw krijgt de mens de kans om een ommekeer te maken. Zich terug op het rechte spoor te zetten. God biedt iedere mens telkens opnieuw de kans om mens te zijn ondanks zijn fouten. En dat maakt het grote verschil uit.

Een Vader had twee zonen en beide worden ze opgeroepen tot bekering: de eerste wordt door Jezus opgeroepen tot trouw aan zijn belofte. 'Ja' zeggen en het ook doen, ondanks alles. En de tweede wordt opgeroepen tot ommekeer, tot levensverandering. Twee zonen waren het die zicht moeten bekeren...

Jezus vertelde niet alleen deze parabel, Hij was ook die parabel. Kijk maar welke mensen hij rond zich verzamelde en met wie hij gemeenschap wilde vormen. Uitgestotenen, mensen die het volgens de klerikale leiders van toen niet hadden verdiend. De mens mag mens blijven, ook al heeft hij gefaald. Bevrijdende woorden zijn dat voor mensen die het niet hebben verdiend. Dat is goddelijke liefde.

Als wij daar stapsgewijze kunnen in meegaan, behoren wij tot de gemeenschap die Jezus ter harte ging.