26e zondag door het jaar A (2008)

Beste dorpsgenoten,
In die tijd zei Jezus tot de hogepriesters en de oudsten van het volk: " Wat denkt ge van het volgende?" En dan komt het verhaal van de twee zonen, van wie de een tegen zijn vader zei dat hij voor hem zou gaan werken maar het niet deed en de ander "nee" tegen hem zei en het wèl ging doen.
Wat doen wij met dit verhaal hier in deze kerk? Hier zijn geen hogepriesters en oudsten van het volk aanwezig.
Jezus had met zijn verhaal juist religieuze topfunctionarissen op het oog. Ik wil mij geen pretenties aanmeten en mij kritisch tot hogepriesters en oudsten van het volk richten.
Als zij daar aanleiding toe geven worden zij in onze tijd in de krant en andere media wel aan het denken gezet, neem ik aan. Zo schreef een r.k. hoogleraar cultuurgeschiedenis van het Christendom onlangs: "De kerken hebben God opgeborgen in een sluitend systeem. Dan worden de kerken tot kerkers van God."
Ik vraag me af of hogepriesters en oudsten van het volk ooit stil staan bij zulke woorden of dat zij zich bij de eerste woorden uit het evangelie van deze zondag afvragen of die woorden ook op hen zelf slaan of dat ze die alleen trouw aan de gelovigen moeten voorhouden.
De geldcrisis in Amerika zet mij aan het denken: Banken en dat soort instellingen worden geacht betrouwbaar te zijn, anders zouden mensen er hun geld niet heenbrengen. En juist daarom zouden zij tegen slechte tijden juist opgewassen moeten zijn.
Nu blijkt dat deze geldkastelen gebouwd te zijn op hebzucht: "Op aandrang van hun bazen moest personeel klanten overhalen huizen te kopen waarvan ze wisten dat ze die nooit zouden kunnen afbetalen." Het personeel zit nu zonder werk, en hun bazen gaan met vergoedingen van tientallen miljoenen een mooie toekomst tegemoet. De echte naam voor de crisis is: hebzucht.
Dit soort nieuws doet mij aan de kerken denken. Het gaat er niet goed mee
en dat wordt toegeschreven aan het feit dat de kerk niet meer alles over het leven te zeggen heeft. Het heet dat materialisme, egoisme, verwildering van sexualiteit en moraal, etc. mensen de verkeerde kant opstuurt.
Voor de naam van de crisis in de kerk hebben we de echte naam nog niet gevonden. maar het verwijt dat mensen slecht leven vergeleken bij vroeger is niet het antwoord.
Zou het kunnen zijn dat God uit de kerker bevrijd moet worden?
Leerlingen van groep zeven en acht hadden het over God. Van alle kanten werden er dingen gezegd, gehoord en afgewezen. Totdat ze het eens werden over deze stelling: "God bestaat niet maar Hij is er wel." Wat moeten we ons daar bij voorstellen?
Niet de God als opperste rechter die ons doen en laten in de gaten houdt. Wel als iets dat me overkomt, dat me blij maakt, dat me goed doet. En als we elkaar vertellen dat ons zo iets overkomen is, b.v. als je gezien hebt hoe fijn een verpleegkundige iemand verzorgt, hoe hartelijk je ergens ontvangen werd, dan heeft dat ook z'n uitwerking op de ander. Dat is de uitwerking van goed nieuws. Een heel andere uitwerking dan de mededeling dat het huis van zo en zo nu verkocht is of dat een nicht van je haar heup gebroken heeft.
Zonder dat we het weten en bedoelen "verkondigen" we dan Goed Nieuws, evangelie, iets dat blij maakt. Een zegen die we samen delen.
Het woord "God" hoeft niet te vallen, wel hangt er dan iets van compassie, barmhartigheid in de lucht, iets groter dan je zelf, iets dat je geschonken is. Door wie?
Zulke ervaringen aan elkaar vertellen, vraagt wat oefening, en wat durf om te beginnen. We kunnen niet altijd barmhartige Samaritaan of goede herder zijn en toch kunnen we ook pratend en luisterend de gouden regel in praktijk brengen: "Alles wat gij wilt dat de mensen voor u doen, doe dat ook voor hen." Dat is een vorm van investeren waar we zelf èn de ander rijker van worden!
Op die manier gaan we ondervinden dat het waar is wat de kinderen in de school over God zeiden: "Hij bestaat niet, maar hij is er wel." Op zulke momenten ervaren we even de doorbraak van een andere wereld. En staan we sterker in deze wereld.