De eerste en de tweede, we zijn ze allebei

 

De weken voor verkiezingen wordt anders gesproken dan de avond van de verkiezingen en in de weken nadien. Het lijkt of er meerdere waarheden zijn. Het ‘ja’ wordt afgezwakt tot een ‘ja, maar’. Het ‘neen’ wordt omgebogen tot een ‘ja’. Politiek is nu eenmaal de kunst van het mogelijke, ‘l’art du possible’. En dan wachten of het ja tot daden leidt.

Bij een terugblik op eigen leven vindt een mens zijn ja en zijn neen, wat hij heeft gedaan, wat hij hoopte te doen en wat hem niet lukte en wat hij verkeerd heeft gedaan. De ene zingt en zegt: “non, je ne regrette rien.” Een ander: “mocht ik herbeginnen, ik zou het anders doen.” Vanuit haar verlatenheid betreurt een negentigjarige dat ze te goed is geweest, zij die gezorgd heeft voor veel anderen. Soms spijt het haar dat ze van het leven niet genoten heeft. We kunnen danken om wat we konden en mochten doen, al beseffen wij dat we het beter hadden kunnen doen. We zien in wat verkeerd was en wat wij niet meer kunnen hernemen: een verkeerd woord, een onjuist oordeel.

Terugblikkend op zijn leven bad een dominee als volgt:

Heer,

Wij zijn niet wie wij zouden moeten zijn.

Wij zijn niet wie wij zouden willen zijn.

Wij zijn niet wie wij zullen zijn.

Maar, bedankt Heer,

Dat wij niet zijn

Wie wij waren.

Een vader met twee kinderen

Jezus heeft een kort parabeltje over twee zonen, het zou ook een zoon en een dochter kunnen zijn of twee dochters. Hij zegt niets over hun leeftijd en hun omstandigheden. Hij geeft vooral aan dat ze verschillend antwoorden op de vraag van hun vader om te gaan werken in de wijngaard. Ze stellen alle twee problemen, want ze houden zich niet aan hun woord. Maar de eerste brengt er het toch beter van af dan de tweede.

 

We komen allen uit dezelfde nest en behoren tot één grote mensenfamilie. We vertonen niettemin verschillen. Hoe gaat het in gezinnen als iets wordt gevraagd? Wat maken ouders mee? Wat maken kinderen mee? Mooie beloften? Frustraties, pijn, onwil, medewerking? “Hem mag je niets vragen, hij belooft van alles, maar doet niets. Zijn zus daarentegen, zij staat altijd klaar. Niets is haar te veel.” De ene zegt ja, maar doet het niet. Waarom? Was het hem te zwaar? Wat was er tussengekomen? Hij gelijkt op het zaad dat met enthousiasme opschoot, maar vlug verstikte. Leefde hij zo in het hier en nu dat hij vergat wat hij had beloofd? De andere zei neen. Had zij de opdracht niet goed begrepen? Hoe voelde zij de pijn die zij haar ouders zou berokkenen?

Een ja-zegger en een neen-zegger, we zijn het allebei of nog meer: “Wij zijn vreemd voor onszelf. Wij zijn voor onszelf een ander – of, veel erger: veel anderen. Sartre heeft gelijk wanneer hij zegt: l’enfer, c’est les autres. Alleen zitten de anderen ook in onszelf. De hel is zodoende overal.” (Patricia De Maertelaere). We kunnen verder psychologiseren. Maar dat is niet de bedoeling van Jezus.

De vraag van Jezus

Jezus stelt dan de vraag wie van de twee heeft de wil van de vader gedaan. Het is overduidelijk dat de toehoorders en ook wij de eerste aanduiden. Deze zoon had neen gezegd. Daardoor had hij zeker zijn vader pijn gedaan. Hij heeft echter nagedacht en kreeg spijt, misschien zelf berouw, over zijn antwoord en hij ging helpen in de wijngaard. Blij om de goede afloop. Het zou verkeerd zijn hem te blijven doorsteken dat hij nochtans eerst neen had gezegd. Hij heeft iets gedaan wat heel moedig is: tot inkeer komen, spijt hebben en zich bekeren.

De grote schuld van de mens zijn niet de zonden die hij begaat - de verleiding is sterk en zijn kracht maar niet nietig. De grote schuld van de mens is dat elk ogenblik tot inkeer kan komen en het niet doet…” (Rabbi Bunam).

Rabbi Simcha Bunim Bonhart of Peshischa was een van de leiders van het chassidisme in Polen.

Jezus vertelt dit goed herkenbaar parabeltje aan het adres van de hogepriesters en de oudsten van het volk. Deze betwisten hem zijn bevoegdheid om in de tempel op te treden. Hij was op Palmzondag de stad binnengetrokken. Dit had beroering veroorzaakt.

Jezus geeft de oudsten en de priesters er van langs omdat ze geen gehoor hebben gegeven aan Johannes. Johannes had het volk uitnodigde tot een weg van gerechtigheid (Mt. 3,7). Zij hadden hem op deze weg niet op gevolgd, terwijl tollenaars en hoeren dit wel hebben gedaan. Deze krijgen nu van Jezus het compliment dat ze gelijken op de eerste zoon. Zij hadden eerst neen gezegd op Gods aanbod. Maar nadien hebben ze zich aan een ommekeer hebben gewaagd en ze hebben zich bekeerd. Spijtig voor hen die zich rechtvaardig achten dat ze zich daaraan storen (Mt. 9,10-13).

Rechtvaardigen kunnen bij God een blauwtje oplopen zo ze hooghartig op anderen neerzien en zich zelf beter achten. Jean Anouilh ziet hen ongeduldig wachten bij de hemelpoort. Ze zijn zeker van hun plaats. Maar dan komt er onrust wanneer ze ander volk, mannen en vrouwen en mannen met een slechte naam, daar zien aankomen. “Wat! Mogen die ook binnen! En wij die ons zo hebben ingespannen. Hadden we dat geweten.” Ze klagen over God en op dat moment zijn ze veroordeeld!

Een ja in daden

Daden zijn beter dan woorden. In het joodse denken en leven krijgt de orthopraxie - het juiste doen- meer belang dan het orthodoxie - het juiste zeggen en leren. Waarden zijn meer dan woorden. Toon dit met je leven.

De vader zond zijn zonen naar de wijngaard. Deze wijngaard is voor ons de wereld waar we ons kunnen inzetten voor vrede. De vredesweek 2014 nodigt ons allen daartoe uit. De gemeenschap van Sant’Egidio bracht van 7 tot 9 september 2014 mensen van verschillende godsdiensten samen in Antwerpen. Peace is the future. De aanwezigen ondertekenden een vredesappel, waarin zij verklaren;

"De aanwezigen uit de wereldgodsdiensten zeggen met meer kracht dan ooit: de heilige oorlog bestaat niet. Anderen uitroeien in naam van God is altijd godslasterlijk." De religieuze leiders engageren zich om het leven te verdedigen van broeders en zusters uit andere religies die worden bedreigd. "Laten wij samenwerken aan de toekomst van de wereld, in het besef dat de oorlog een dwaasheid is en de vrede een te ernstige zaak om te worden overgelaten aan slechts enkelen. Dialoog is het medicijn tegen conflicten, het geneest wonden en het maakt de toekomst mogelijk. Oorlog kan slechts worden overwonnen met vrede. Wanneer we ons de wegen van de vrede niet kunnen voorstellen, resten ons enkel haat en puinhopen. We moeten de moed hebben om de vrede te bedenken. Er zijn maar twee mogelijkheden: een toekomst van vrede of helemaal geen toekomst. Noch voor de winnaars, noch voor de verliezers.”

Er zijn veel zonen en dochters nodig uit alle religies en wereldbeschouwingen om samen te ijveren voor vrede.