Tot zevenmaal toe? (2008)

Wraak en vergelding steken hun kop op vanaf het eerste hoofdstuk van Genesis.  De eerste broedermoord roept wraak op.  Kaïn heeft zijn broer gedood.  God laat Kaïn in leven met de belofte: "Als iemand jou doodt, zal dat zevenmaal aan hem worden gewroken."  Hij merkt daarop Kaïn met een teken, opdat niemand die hem tegenkwam hem zou doodslaan (Gen. 1, 15).  Daarmee waren de wraakgevoelens niet verdwenen.  Lamech een afstammeling van Kaïn, wakkerde ze aan, wanneer hij tot zijn twee vrouwen zei:

"Ada en Silla, hoor wat ik zeg!
Vrouwen van Lamech, luister naar mij!
Wie mij verwondt, die sla ik dood,
zelfs wie mij maar een striem toebrengt.
Kaïn wordt zevenmaal gewroken,
Lamech zevenenzeventigmaal" (Gen, 1, 22-24).

Moorden volgen op moorden, oorlogen op oorlogen.  Zij kleuren nog steeds de wereldkaart in het rood.  Wraak en vergelding zetten generaties lang families tegen elkaar op. 

Wie doorbreekt de spiraal van geweld?  Wie stelt tegenover vijandschap een gebaar van verzoening?  Tegenover het wraaklied van Lamech stelt Jezus de regel van zeventig maal zevenmaal te vergeven.  Tegenover wraak plaats hij vergeving.

Aan welke fouten en misstappen dacht Petrus als hij aan Jezus de vraag voorlegt over het aantal keren dat wij moeten vergeven?  In zijn vraag voel je de wrijvingen en spanningen van de eerste christengemeenschap en van elke gemeenschap.  Waar mensen leven wordt er ‘gemenst'. Waardoor ontstaan spanningen?  Botsing van karakters, verschil in visie en project, drang naar macht en eigen gelijk.  Woorden die kwetsen, gebaren, die schade toebrengen, handelingen die oneerlijk zijn.  .

Petrus stelt de vraag hoeveel keren we moeten vergeven.  Daarmee laat hij horen dat vergeven moeilijk is.  En wat wanneer een broer een vierde en een vijfde keer tegen jou misdoet?  "Il l'a fait, il le fera", zei een strenge opvoeder.  Hij bedoelde dat het kwaad zich herhaalt en wederkomt.  Kan je dan wel vergeven en hoeveel keren?  Welke nieuwe kansen kan je geven?  Vergeten en vergeven, het onderwerp van de paasbrochure 1999 van kardinaal Danneels.

Met zijn antwoord geeft Jezus aan dat wij steeds bereid moeten zijn om te vergeven.  Wij mogen niet ophouden vergeving te schenken en te werken aan  verzoening.  Het waarom is voor hem heel eenvoudig.  Het steunt op de goedheid en barmhartigheid van God zelf.  God schenkt vergiffenis.  Hij is daarin de eerste.  Jezus brengt in het evangelie de onbegrijpelijke liefde van God onder ons.  Dit vertelt hij in de parabel van de kwijtschelding van de schuld.

De goedheid van God zou bij de mens die Gods goedheid ontvangt, een dynamiek moeten inzetten.  Wie van God vergiffenis krijgt, kan vergiffenis schenken.  In het Onzevader bidden wij zowel om zelf vergiffenis te schenken als om Gods vergiffenis te ontvangen.

Vergiffenis schenken.  Het is moeilijk.  Slachtoffers van geweld en hun familieleden staan voor een zware beslissing, wanneer zij geraadpleegd worden of een misdadiger vervroegd vrijgesteld mag worden.  Europa draagt nog steeds wonden van oorlogen, zoals deze van de recente Balkanoorlog.  Europa heeft geleden onder de verdeeldheid van de christenen en ziet geleidelijk contacten en toenadering groeien.

De naderende Europese ontmoeting, die de gemeenschap van Taizé in Brussel inricht, brengt jongeren van verschillende christelijke kerken en volkeren samen.  Frère Roger, de stichter van deze gemeenschap, heeft tot het eind van zijn leven geijverd voor verzoening.  Hij heeft bijgedragen aan de opbouw van Europa door jongeren in Taizé te onthalen en hen in hun land op te zoeken.  Terecht kreeg hij daarvoor de Schumanprijs en een onderscheiding van de Unesco.  De kerk van Taizé is gebouwd vanuit de actie Sühnezeichen, waar veel jongeren uit Duitsland hebben aan meegewerkt.

Broeder Alois heeft Frère Roger opgevolgd als prior.  Hij kreeg van zijn voorganger een bondige raad mee: "Zowel voor de prior als voor de broeders zijn onderscheiding, geest van barmhartigheid, onuitputtelijke goedheid van het hart onvervangbare gaven."  Met de klemtoon op Gods goedheid wou broeder Roger geenszins de indruk wekken van een God op mensenmaat.  Daarvoor was hij te gevoelig voor het kwaad en voor het leed van onschuldigen.  Hij zocht geen wegen van gemakkelijkheid.  Broeder Alois schreef in Communio een artikel over de menselijke goedheid als afglans van de goedheid van God.  "Opdat het geloof in de goedheid van God geloofwaardig zou zijn, moet zij gestalte krijgen in een leven van eenvoud, mededeelzaamheid en gratuïteit.  De vergeving moge er de kern uitmaken van onze verhoudingen" (Frère Alois, La bonté humaine, reflet de la bonté de Dieu, Communio, jrg 38, n° 2).  Gans zijn leven heeft Frère Roger getracht lijdende mensen nabij te zijn.  Hij heeft vroeg aangevoeld dat het gemeenschapsleven een teken van verzoening kon zijn.  Dat is de eerste roeping van Taizé, waarvan wij iets zullen proeven in Brussel.