Oog om oog (2002)

11 September vorig jaar heeft heel wat gevoelens losgemaakt, gevoelens van ontreddering, gevoelens van angst voor herhaling, van verdriet en verbittering. Allerlei belangrijke mensen hebben daar in de afgelopen weken weer eens hun zegje over gedaan, maar juist bij die belangrijke mensen zijn het niet die gevoelens van ontreddering, angst of verdriet die de boventoon voerden. Want belangrijke mensen zijn flink en dan hou je je hart vast: Hoe gaan ze dat laten zien? Dan zoeken ze aansluiting bij primitieve gevoelens die eveneens bij velen zijn opgekomen: “Dat zetten we ze betaald, ze zullen er nog van lusten, “oog om oog, tand om tand”.

Die uitdrukking komt nota bene uit het oudste stuk de Bijbel. Het waren inderdaad primitieve joodse stammen die er praktijken op na hielden zoals je ze nog steeds vindt bij primitievelingen: wraak, vendetta, de vete uitvechten tot het bittere einde.

Dat primitieve is nog niet zo ver geweken uit de mens van nu; meestal ziet het er onschuldig uit.

We kunnen ons ontzettend ergeren als bij het voetballen een speler ten onrechte uit het veld wordt gestuurd. Het hele elftal en zijn supporters wordt door zo’n blunder tekort gedaan. Als een kwartier later ook iemand van de tweede club een rode kaart krijgt zonder voldoende reden, dan zegt de toeschouwer: zo, die fout is weer hersteld.

Dit wat vreemde rechtvaardigheidsgevoel is, zoals gezegd, al heel oud. Missionarissen ontdekten enige jaren geleden in Midden Afrika nog primitieve stammen met enkel deze rechtscultuur. Als een kind van de ene stam of familie gedood was door iemand van een andere stam of familie, kon dat slechts worden goedgemaakt door de dood van een kind van de andere stam. Zelfs de meest agressieve dieren kennen dat gedrag niet: De misdraging van de een wordt de hele stam aangewreven. Collectieve schuld noemen we dat en daarmee was en is het hek van de dam. Oog om oog, totdat iedereen blind is. De geschiedenis van de mens en dus ook die van het joodse volk laat wel een ontwikkeling zien ten goede, maar het gaat langzaam. Zo stilletjes aan begint er iets door te dringen van: Wat deze of gene misdoet kan niet al zijn stamgenoten worden verweten. De tien geboden van Mozes beginnen al duidelijk te maken dat ieder verantwoordelijk is voor zijn eigen daden en het Boek Wijsheid, waaruit we vandaag lezen, getuigt daar ook van. Toch was het ten tijde van Jezus van Nazareth bij de meeste joden niet doorgedrongen

Collectieve wraak en schuldgevoelens die bij sport van korte duur zijn blijven tussen bevolkingsgroepen helaas nog lang in leven. Het oude collectieve systeem leidt tot rampen zoals de Balkanoorlogen, de Palestijnse kwestie, vreemdelingenhaat, de moslimhetze na 11 september en wat dies meer zij. Het is toch te gek dat de meest vredelievende moslims ons land verlaten omdat zij gezamenlijk worden verantwoordelijk gesteld voor wat enkelen misdrijven. Deze primitieve ideeën en aanverwante wraakgevoelens schuilen ook in vredelievende mensen die zich christen noemen. In een vergelijking liet Jezus een Samaritaan hulp verlenen aan een gewonde zonder te vragen of het slachtoffer lid was van zijn eigen clubje of van een vijandige bevolkingsgroep. Jezus chargeerde met opzet want hulpverlening buiten het eigen kringetje was onder de Joden destijds ondenkbaar. Alleen kinderen en buitenlanders bleken niet geremd te worden door een clubgevoel. Daarom hield Jezus heel bijzonder van kinderen en buitenlanders.

Natuurlijk kennen ook kinderen al spoedig de voordelen van een gezamenlijke inspanning. Via de sport leren ze samen iets te bereiken, maar hopelijk leren ze niet om bij elke verloren partij de schoenenfabrikant de schuld te geven of nog erger die andere club, dat andere dorp of dat andere land. En hopelijk leren zo ook niet om aan anderen hulp te weigeren of van hun vriendschap uit te sluiten omdat ze lid zijn van een andere club of kerk, inwoner van een ander dorp of afkomstig uit een ander land, dat ooit oorlog heeft gevoerd met Nederland. Het is aan ons om de kinderen het verschil bij te brengen tussen sportief en onsportief gedrag, het verschil tussen open vriendschap en bekrompen hulpverlening. Alleen als we daarin slagen, zal in ons midden het "oog om oog" vervangen worden door "hand in hand kameraden".