Jongerenviering "Let's begin" (2002)

Kent u het gezegde: ‘Wie bewaakt de wachter?' Wanneer de politie corrupt is, wanneer de rechters omkoopbaar zijn, wanneer de douane of het leger in drugs handelt, wanneer de ambtenaar van de gemeente fraudeert met paspoorten en de drukkerij voor het geld zelf valse biljetten in omloop brengt. Dan zit je met een probleem.

Ik las laatst een verhaal over een man die getrouwd was geweest met een vrouw die bij justitie werkte en daar een hoge positie had. De ene rechtzaak na de andere bleek anders dan normaal te lopen. Wonderlijke uitspraken volgden elkaar op, maar niemand bij Justitie durfde te zeggen dat er handjeklap tussen de rechters plaatsvond.

Wie bewaakt de wachter. Als ouders niet te vertrouwen zijn bij hun kinderen, als priesters niet te vertrouwen zijn, als de Kerk heult met de machthebber, met de bezetter, met de rijke, met de invloedrijke, als profeten hun mond houden omdat ze belangen hebben of chantabel zijn, ja wie bewaakt dan de wachter?

Zo spreekt God ook tot Ezechiël. Ik heb jou als een wachter aangesteld. Jij moet zeggen wat Ik jou te zeggen geef. Want als jij het niet zegt, wie dan wel. Als de Kerk het onrecht, de schendingen van de rechten en van de ethiek, niet aanklaagt, wie dan wel?

In onze tijd lijkt het dat de non gouvernementele organisaties die taak overnemen. Amnesty International, Milieu Defensie, allerlei mensen- en dierenrechten-organisaties, maar ook journalisten nemen die taken op zich. Je zou dan als Kerk kunnen inslapen. De ziekenzorg is door de ziekenhuizen overgenomen, de armenzorg door de sociale dienst, het onderwijs door allerlei nieuwe schoolvormen, missie is ontwikkelingshulp geworden, landen hebben hun eigen ethische commissies en voor de gaten die er nog zijn, hebben we allerlei non gouvernementele organisaties.

Mensen in onze tijd zijn bekommerd om de rechten van mensen, van dieren, van de natuur en straks de rechten van het heelal, en dat is terecht. Wanneer we in het Romeinse Rijk waren blijven hangen, dan waren die rechten zo nooit geformuleerd. Het is het Christendom dat ons van die dingen bewust heeft gemaakt. Maar er zijn nog andere rechten en weinig mensen zijn bekommerd om de rechten van God.

Hebben we naast de mensenrechten ook nog rechten voor God? Heeft iemand ze ooit geformuleerd? Je kunt zeggen dat de tien geboden een voorzichtige poging zijn, maar staat er een sanctie op overtreding?

Vandaag komen we in het Evangelie iets hiervan op het spoor. Jezus heeft het over ruzie in de Kerk, tenminste daar lijkt het op. Nu is ruzie, meningsverschil, spanning, verdeeldheid, iets van alle tijden. En in dit Evangelie gaat het daar in wezen ook niet om. Dat kun je allemaal regelen met mensenrechten. Recht op hoor en wederhoor, recht op een rechtvaardige rechtsgang enzovoort. Maar Jezus heeft het over iets anders. Jezus zegt: ‘Als uw broeder gezondigd heeft, wijs hem dan onder vier ogen terecht.' Het gaat om de zonde, en dan heeft God er direct mee te maken. Als uw broeder of zuster gezondigd heeft, dan moet je daar met hem of haar over spreken.

Iemand maakt een vervelende opmerking. Je hebt de neiging er op in te springen. Maar nee, je beheerst je, telt tot tien en een dag later hoor je dat hij of zij een nare boodschap van de dokter heeft gehad. Je bent blij dat je niet meteen hard hebt gereageerd. Want heel die opmerking had in feite niets met jou te maken, maar kwam uit die andere situatie voort.

Voorzichtig reageren is iets goeds, maar het is nog niet het niveau waar Jezus vandaag over spreekt. Voorzichtig reageren hoort in feite bij gewone volwassenheid, bij zelfbeheersing en wijsheid. Je hoopt dat wanneer jezelf ooit in zo'n situatie verkeert, anderen ook niet meteen op je huid zitten als je een keer wat kortaf of kribbig bent. Jezus mag van ons volwassen menselijk gedrag vragen.

Maar dan, als iemand nu echt de verkeerde kant opgaat, hij zet zijn huwelijk op het spel, gaat in het geloof de verkeerde kant op. Dan zijn wij in onze tijd geneigd te zeggen, 'tja, uhh, dat moet hij zelf weten, hij is oud en wijs genoeg, hij is toch geen kind meer. Tja, ik zeg maar zo, dat zijn privé zaken, daar bemoei ik mij niet mee.' We hanteren als mensen ook onze eigen wet op de privacy, waarin we ons niet echt richten op wat Jezus ons leert.

Bij Jezus gaan mensen Hem echt ter harte en God gaat Hem echt ter harte. En in de zonde zijn beiden in het spel. Een mens die van God vervreemdt, loopt op den duur verloren en God wordt tekort gedaan in zijn liefde, God raakt een kind kwijt. De rechten van de mensen zijn de keerzijde van de rechten van God, twee kanten van dezelfde medaille.

Jezus vraagt aan ons echte betrokkenheid op elkaar. Je laat het dus ook niet zitten na één poging. ‘Tja, ik heb het hem nog zo gezegd, maar ja, hij wilde niet luisteren.' ‘Ik zeg het maar één keer, daarna laat ik het aan jezelf over.' Dat geldt bij Jezus niet. Ook niet die andere manier, het openbaar aan de schandpaal nagelen. ‘Weet je wat ik gehoord heb, en dan volgt het verhaal. De helft van de tijd is het niet waar wat er dan gefluisterd wordt, en het staat haaks op de manier van Jezus. Niet óver anderen praten, maar mét anderen praten. Is er een meningsverschil, praat tezamen.

En dat praten, doe dat bescheiden, gewoon even met z'n tweeën. Maak tijd om te praten. Helaas heeft niemand meer tijd, laat staan om echt te praten. En pas als dat gesprek niet lukt, praat dan met een paar anderen erbij, samen met die persoon. En dat mag best een paar gesprekken zijn, want één gesprek is meestal pas het begin, het echte gesprek spreidt zich uit over meerdere tijden uit. En dan de laatste stap, wanneer je absoluut niet tot elkaar komt, bespreek het dan met de kerkelijke leiding. Dus ook dan nog niet zelf oordelen, ook niet je terugtrekken, niet denken, hij kan me wat, ik heb genoeg gedaan, maar samen met iemand van de kerkelijke leiding opnieuw in gesprek.

Uit dit alles straalt Jezus' liefde voor de mensen, een blijvende inspanning om mensen bij elkaar en bij God te houden. Dat is een recht van God, dat wij ons inspannen de gemeenschap bij elkaar te houden. En wij zijn degenen die dat recht kunnen en moeten beschermen. Het zal de gemeenschap ten goede komen. Twee kanten van dezelfde medaille. God heeft ons als wachters aangesteld, zout van de aarde, licht van de wereld, wachters, bewakers van wat goed is, voor God en de mensen. Amen.