ALS WACHTERS AANGESTELD (2011)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden
Het evangelie van vandaag zegt kort en goed: Gods bedoeling wordt zichtbaar in ons dragen van verantwoordelijkheid en in ons geven van lief de. Het doen en laten van God en van ons mensen liggen dan in elkaars verlengde. De laatste twee verzen van dit evangelie echter lijken over iets anders to gaan: over bidden. Maar toch sluiten ze aan bij onze verantwoordelijkheid en lief de voor elkaar. Want hier worden het doen en laten van God en van ons mensen in elkaars verlengde geplaatst: '(Want) waar er twee of drie in nujn naam bijeen zijn, daar ben Ik in hun midden', zegt Jezus. En ook: 'als er twee van jullie eensgezind iets vragen hier op aarde, om het even wat, dan zullen zij het krijgen van mijn Vader in de hemel'. Dus ook hier weer: Waar onder mensen gemeenschap wordt verwezenlijkt, daar ervaren zij God als aanwezig. Je voelt dan ook: God staat achter de bedoelingen, de wensen, de gebeden van zo'n gemeenschap: 'Ze zullen het verkrijgen'.
Je kunt je afvragen: Waar komt zo'n sterke zekerheid over Gods aanwezigheid in
de gemeenschap vandaan? Ik denk: vanuit de feitelijke praktijk (!) van het dragen van verantwoordelijkheid en van het geven van lief de.
Bij de eerste christenen ontdekken wij iets van zulke ervaringen. De bijbel spreekt over hun vreugde van het samen delen, van het samen iets ondernemen en het samen vieren. Maar ook over de teleurstellingen bij mislukkingen en bij binnendringend egoïsme; over de angst voor de vijandschap van buitenstaanders die de jonge gemeenschap willen stukbreken. De eerste christenen leefden sterk in de spanning tussen datgene wat al bereikt was en gelukkig maakte en datgene wat zij vurig verlangden, wat nog niet bereikt was. In dat ervaren van begrensd-zijn, van kwetsbaarheid, van gebrokenheid, stonden zij als vanzelf open voor het onbegrensde, naar heel-zijn, naar ongebrokenheid, naar voltooiing. In dat samen verlangen, streven, roepen, bidden ondervonden zij donkerte, maar ook de aanwezigheid van die voltooiing, van God zelf. Ze ervoeren de waarheid van het woord: 'Dan ben ik in jullie midden' en 'Je zult het zeker krijgen'.Bevoorrechte mensen die wij mystici noemen, hebben die ervaring van Gods aanwezigheid beschreven. Is dat een ervaring voor maar weinig mensen? Ik denk, dat zo'n ervaring niet zeldzaam is en dat nogal wat mensen min of meer vertrouwd zijn met die aanwezigheid van God - duister en tevens helder, door alle mooie en minder mooie ervaringen been -, zonder dat zij zulke ervaringen precies kunnen verwoorden.
Dag Hammarskjold, die, zoals u weet, van 1953 tot 1961 secretaris-generaal was van de Verenigde Naties, kon dat wel; en hij deed dit voor zichzelf in een dagboek. Hij beschrijft daarin die duistere zekerheid omtrent Gods aanwezig-zijn in zijn leven. Hij beschrijft bv.: 'Vanaf de overkant vervult een geheime kracht mij met de mogelijkheid van haar oorsprong'. En: 'Het ongehoorde, in Gods hand te zijn. Weer een verwijzing naar dit enig blijvende in je leven, en weer deze teleurstelling die laat zien hoe langzaam je bent in het leren'. Voor Hammarskjold betekende dit ervaren van Gods aanwezigheid als vanzelfsprekend het dragen van verantwoordelijkheid voor anderen en zich inzetten voor anderen. Hij schrijft: `Jezelf geven - in je werk voor anderen'.  
Dit is het fundament waarop wij allemaal dienen te bouwen. Op dit fundament kunnen onze verantwoordelijkheid en liefde-voor-elkaar een dieper karakter krijgen. Ook aanvechtingen, moeilijkheden, mislukkingen mogen er dan bij horen. Want ook deze horen bij ervaringen die ons Gods aanwezig-zijn doen vermoeden. Proberen ook wij onze verantwoordelijkheid metterdaad te dragen en liefde to geven: in het leven van alledag, maar ook wanneer wij samen bidden tot God. Want, zoals de profeet Ezechiel het uitdrukte: God heeft ons, heeft ieder van ons aangesteld als wachter in de morgen.