'Ik ben geen vrede komen brengen maar verdeeldheid'
tussen vader en zoon, moeder en dochter..’ enzovoorts
wat moeten we daar nu allemaal mee?
We horen liever het begin van Lucas' evangelie.
Hij is immers vooral bekend om zijn kerstevangelie
met de mooie aankondiging vanuit de hemel door de engelen
van de 'vrede op aarde.'
En dan denken we meteen aan teksten als
'een kind is ons geboren, een zoon ons gegeven' en
'de wolf zal slapen naast het lam' en aan eindeloze vrede.
Wat snakken we naar die vrede... Egypte,
Afghanistan en Jeruzalem...
geen terreur, geen onschuldige slachtoffers meer.
Maar helaas: echte diepe vrede op aarde
komt ons niet engelachtig aangewaaid!
Zoeken naar vrede, werken aan vrede
is een manier van leven die verzet oproept:
er moet eerst heel wat overhoop.
De goede luisteraar naar Lucas' boodschap
had dat eigenlijk al moeten weten.
Had Maria (die wij deze week eerden) niet gezongen:
'Hij zal de machtigen van de troon stoten
en de kleinen verheffen?'
Dat gaat niet zonder slag of stoot!
Maria, geen lief rustig vrouwtje
in afwachting van de dingen die komen zouden.
Maria, een krachtige profetes
en was een en al actiebereidheid en inzet
nog voordat de geschiedenis van God met de mensen
in Jesus zijn bekroning zou krijgen.
En Jesus zelf?
Hij was een vredesvorst
maar niet in de zachtmoedige zin van het woord.
Toch is Hij in het evangelie van vandaag wel erg krijgshaftig.
Is Hij dan zoals Hij vandaag uitvalt
Zijn grote vredelievende principes ontrouw?
Had Hij niet toen de zwaarden van de apostelen
in het maanlicht van de paasnacht in de hof van olijven flitsten gezegd:
'doe die zwaarden weg
want wie het zwaard hanteert zal door het zwaard omkomen.'
Misschien brengen gedachten van andere profeten
en van zijn moeder uit het Magnificat ons op het goede spoor.
Als we het toekomstperspectief van Gods Koninkrijk
en zijn vrede en gerechtigheid ernstig nemen
en in het hier en nu tot handelen overgaan,
vraagt dat veel, alles: je leven, je persoon, helemaal.
en heeft dit bijna noodzakelijk tot gevolg:
discussie, tegenstellingen, verdachtmakingen, tweedracht.
Jesus ziet al voor zich
wat de leerlingen allemaal te wachten staat.
In een angstig moment zegt Hij zelfs tegen de leerlingen:
'zorg toch maar dat je een zwaard bij je hebt.'
'Hier zijn er twee' roept dan een enthousiasteling'
maar haastig zegt Jesus dan: 'één is genoeg!'
De evangelielezing van vandaag confronteert ons met het treurige feit
dat zich spoedig zal openbaren:
het messiaanse idealisme zal de harde realiteit ontmoeten van verzet,
van matheid en van protest.
Maar dat mag geen reden zijn om er dan maar mee te stoppen:
..... VUUR BEN IK KOMEN BRENGEN zegt Jesus immers:
'EN HOE GRAAG WIL IK DAT HET OPLAAIT'.
Lucas begon zijn tweede boek, de Handelingen,
het boek van de jonge kerk met de beschrijving
van het ontbranden van een nieuw vuur....
op de pinkstermorgen.
Op de morgen van het feest ter ere van het Sinaï-vuur
beschrijft hij hoe de apostelen allemaal afzonderlijk
worden geraakt door het vuur van Gods geest.
Dat is hetzelfde vuur als toen op de Sinaï
dat nu schitteren zal tot aan de uiteinden der aarde.
Als het echt ontvlamt zal het geen binnenbrandje meer mogen zijn,
maar een uitslaande brand die van verre zichtbaar is.
Echt vuur verontrust,
roept onvermijdelijk tegenkrachten op
- onuitgenodigde brandweerlieden die haastig willen blussen-.
Echte vurigheid zal een geestdrift te weeg brengen
die ook conflicten kan veroorzaken;
ook met degenen die je het meest nabij en dierbaar zijn:
je vader, je moeder, je zonen, je dochters.
II.
Jesus staat in de kloeke traditie van Jeremia
en de andere profeten.
Hij wordt verontwaardigd en bijt van zich af
als er schijnheiligheid is en als de kleinen worden verdrukt...
als de kinderen worden weggestuurd is hij woedend.
Jesus ontmaskert ook, net als de profeten vóór hem
(bijvoorbeeld Jeremia naar wie wij vandaag luisterden)
de schijnvrede van zijn tijd.
Het gerinkel in het verhaal van Jesus
die de geldwisselaars uit de tempel jaagt
doet een beetje denken aan Jeremia's shocktherapie
tegenover de mensen van Jeruzalem.
U kent het misschien -mooi ook om aan kinderen te vertellen-
Jeremia had een kruik besteld bij de potenbakker van wel een meter in doorsnee.
Als die kruik klaar is loopt hij ermee door de stad.
Stomverbaasd lopen de mensen achter hem aan.
Wat moet hij daar nou mee. 'Kom straks maar kijken' zegt hij.
En ze gaan mee in een lange sliert achter hem aan.
En plotseling stopt hij. Hij houdt de kruik hoog boven zijn hoofd en...BANG.
Daar ligt hij in duizend stukken.
(leuk lijkt mij dat om dat hier eens op die stenen vloer in de kathedraal te doen).
Wat betekent dat nou? Wat wil Jeremia daarmee zeggen? Dit:
‘Jullie samen houden een schijnvrede in stand houden ten koste van alles.
Alles lijkt keurig maar ondertussen
er deugt niets van in jullie stad,
de rijken worden steeds rijker,
de machtigen sterker en de armen
en de weerlozen hebben niets te vertellen.’
Zo’n stad mag wel kapot: bang daar ligt de kruik.
Men is diep geschokt,
de koning is het eigenlijk wel met Jeremia eens
maar durft er niets tegen doen als de mensen hem in een put willen gooien,
dat hoorde u in de eerste lezing.
Tot onze blijde verbazing hoorden we ook
dat sommige mensen dat een schandaal vonden
en de koning zo sportief is hem er weer uit te laten halen.
Jesus en Jeremia staan voor
de echte vrede,
de Sjalom zoals God die wil stichten
‘niet zoals de wereld die geeft’
noemt het evangelie dat.
God wacht op medestanders
u en mij,
Hij houdt van wakkere mensen.
mensen van Amnesty International
die haarscherp kijken waar het mis gaat
mensen van Greenpeace die werkelijk durven zeggen
waar het op staat en actie ondernemen
maar ook wijzelf gewoon thuis
waar wij ‘in verantwoordelijkheid zijn aangesteld’
zoals dat hier altijd bij de wegzending voor de zegen gezegd wordt.
Jesus' vrede vraagt om actieve medewerkers.
Ik eindig met het gedeelte uit Lucas' evangelie
dat onmiddellijk na dat wat wij vandaag hoorden, komt:
Na Zijn leerlingen toegesproken te hebben
sprak Jesus ook tot het volk en zei:
wanneer gij een wolk ziet opkomen uit het westen
zegt ge terstond: 'er komt regen'
en zo gebeurt het ook;
en wanneer ge ziet dat de zuidenwind waait zegt ge:
het wordt gloeiend heet: en het gebeurt.
Huichelaars, van het beeld van land en lucht
weet ge de juiste betekenis te bepalen,
maar waarom dan niet van deze tijd?
Moge het ons gegeven zijn de tekenen des tijds te verstaan
en te doen wat ons te doen staat.
Daarbij mogen wij het vertrouwen hebben
dat de Geest ons wel zal opjagen
mochten we het zelf niet meer zien zitten.