God op de reli-markt (1999)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

AGENTEN, SCHOONMOEDERS EN PASTOORS


Met sappige praatjes weten marktventers publiek te trekken. Eentje stond met een polijstmiddel in Heerlen. Toen er twee agenten naderden begon hij te plagen. "Geloof me, de politie kun je niet omkopen. Echt waar, de Heerlense politie kun je niet om open, nog niet met een miljoen!" Toen de agenten vlak bij zijn stand waren aangekomen, keek hij eentje amicaal aan, knipoogde en vroeg snel: "En Piet, rijdt die wagen nog lekker?"
Politie, schoonmoeders en kerk scoren hoog verkooppraatjes. "Nee de kerk, daar luister ik niet naar, die luistert ook niet naar mij", begon een ander zijn verhaal. Tot ieders vermaak parodieerde hij vervolgens een ouderwetse pastoor die over geboortecontrole preekte. Ik zette mijn kraag hoog om niet herkend te worden. Na zijn verhaal verkocht hij veel patent-groentensnijders.
Ik hoor nóg de "Bananenboksers". Hun staccato "En nóg een, en nóg een, en nóg een!" kon je bij huwelijksmissen in de Pancratiuskerk tijdens het ja-woord horen.

DE TAAL VAN DE MARKT

Venters mogen pastoors imiteren, de kerk imiteert op haar beurt de kooplui. In de eerste lezing deed Jesaja dat. Hij doet een marktkoopman na uit de zesde eeuw voor Christus. "Kom kopen, hier is brood voor wie geen geld heeft. Drie halen - niks betalen." Dat trekt! Op de oosterse bazaar moet je concurreren. "Wat zou je brood kopen waarvan je morgen opnieuw honger krijgt? Ik heb iets beters. Een woord van God!"
Dat Jesaja zulke reclametrucs gebruikt, toont zijn gevoel voor humor aan en zijn vermogen om een groot publiek aan te spreken. Misschien ook heeft hij ècht op de markt gestaan en ervaren dat je moet stunten om je boodschap aan de man te krijgen.
Geïnterviewd over een mogelijke autoloze zondag antwoordde een vrouw: "Als ik geen inkopen gedaan heb, krijg ik helemaal geen zondagsgevoel...!" Zo had Jesaja bedacht: "Als de mensen niet naar de kerk komen, moet de kerk maar de markt op."

WAT HEBBEN WE TE BIEDEN?

Volgen we Jesaja naar de markt. Wat zullen we daar vertellen? Stel, we richten samen een kraam in. Geel-witte vlag in top, wat wierookstaafjes en gregoriaanse muziek. Of de Missa Luba...? Wat leggen we op de plank? Wat hebben we te verkopen? Kaarsen? In Wittem zijn mooiere! Gezondheid? In Lourdes is meer en men zal zijn dure geld eerder aan specialisten uitgeven! Geluk na de dood? Daar lopen de jongeren nog niet warm voor! Geluk voor de dood? Horoscopen zijn ons voor. Zelfkennis? De Riagg geeft een cursus! Wat hebben we de mensen aan te bieden? Liederen, dogma's? Wat hebben we in de winkel en wat zullen we roepen zodat ook kinderen en scholieren nieuwsgierig komen kijken?
Laatst was er op een studiedag. Er was een onderzoek gehouden onder kerkelijke vrijwilligers. De kerk is de organisatie met verreweg de meeste vrijwilligers. Wie is die vrijwilliger? Wat bezielt hem en vooral haar? En: hoe krijg je jong bloed in je gelederen.
Een pastoraaltheoloog uit Hasselt had het woord. Hij zei: "U moet eerst een andere vraag stellen." De theoloog drukte zich op een ontwapenend charmante manier uit, zoals alleen Belgen dat kunnen. "Voordat je nieuwe krachten werft moet je jezelf de vraag stellen: Hoe maak ik, als kerk, de mensen duidelijk dat ik van ze houd?" ...

CHRISTENDOM NA DE LITURGIE

Een week later had ik een gesprek met een Anglicaanse pastoor uit Londen die daar een wijk bedient meet 20.000 arbeiders. Hij maakte een studiereis in Nederland en Frankrijk. In één weekend kerkte er in zijn drie parochies samen 75 ouderen. Hij verkeert dus nu al in het tijdperk van het "christendom-ná-de-liturgie". Jezus' heil moet hij op totaal andere manieren verkondigen dan in een Mis. Hij bestudeerde hoe in Nederland woningbouwverenigingen functioneerde. Hij zocht manieren om voor zijn mensen gemeenschapsruimten te creëren zodat ze minder eenzaam zouden zijn. "Nee, naar de kerk komen die niet meer. ‘Dat is iets voor de fijne mensen', zeggen ze. Maar ze verwachten wel iets van de kerk. Ik zie het als mijn taak om deze mensen duidelijk te maken dat God van hen houdt."

'JE BENT BEMIND'

Het evangelie zei: Jezus zag de mengite en werd door meeleven beworgen en hij ging naar de mensen en bekommerde zich over hun honger, over hun dorst en over hun zieken.
Dus, als we de markt opgaan is dit ons artikel. De boodschap: God houdt van u. Wij ook! Dat is de moeilijke maar ook de enige taak die we hebben.
Ik denk dat de kerk in die opgave tamelijk goed slaagt als het gaat om de aandacht voor zieken. Soms is de kerk, of een deel ervan, ook een laatste woordvoerder voor asielzoekers. Hier en daar trekt zij zich duidelijk het lot aan van zwervers. Van oudsher heeft ze een sterk gevoel voor verantwoordelijkheid jegens arme landen.
Maar hoe maak je eenzame ouderen op kamers en in appartementen duidelijk dat ze bemind zijn? Hoe voelen mensen met een minimum uitkering en een schuldenlast onze genegenheid? Zouden spijbelaars en zwerfjongeren zich door ons bemind weten? Dat is de uitdaging. Hoe overtuig ik de mensen ervan dat het mij als kerk niet gaat om geld of invloed of greep op hun leven; maar dat ik hen enkel wil laten voelen dat God van hen houdt?

DE UITVERKOOP VAN ERIC

Lieve kinderen.
Het was koninginnedag. Kinderen zaten op de markt. Ze hadden een kraampjes ingericht. Daar verkochten ze allerlei spulletjes. Eric was er ook. Eric had vorig jaar de eerste communie gedaan. Toen hij mij zag riep hij keihard: "Hoi, mijnheer pastoor! Komt je iets kopen?" Er lag een roze deken op de straat met allerlei koopwaar: een doos met restjes knex, een vergrootglas en een stapel Donald Ducks. Ineens zag ik een kinderbijbel liggen. Die interesseerde me. "Wat kost die bijbel?" "Een kwartje", riep Erik, blij dat hij een koper gevonden had. "Hoe kom je aan die bijbel?" "Op mijn eerste communie gekregen", riep hij trots. "Maar, zou je hem dan wel verkopen?" "Ja hoor, ik heb hem al uit." En omdat hij de bijbel bij me wilde aanprijzen voegde hij eraan toe: "Er staan strakke verhalen in, hoor!" Ik gaf Erik een kwartje en nam de bijbel mee.
Ik heb hem thuis mooi ingepakt in cadeaupapier en met een postzegel van 380 cent naar Eric teruggestuurd: "Hoi, Eric misschien kun je die strakke verhalen later nog eens gebruiken. Groeten!"