Onkruid in ons leven, wat doe je ermee?

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Tarwe en onkruid. Het onkruid mag ook mee opgroeien, omwille van de tarwe. Er wordt vaak gezegd: "Waarom grijpt God niet in? Er is zoveel kwaad in de wereld. God laat het maar doorwoekeren." Het is zelfs zo sterk dat waar iets goeds gebeurt tegelijkertijd ook het kwade gebeurt. Het is de schaduwzijde van het leven wat hier met onkruid wordt bedoeld. In onze tijd wordt vaak gesproken over een groeiende criminaliteit. Naarmate er op aarde overal veel goeds gebeurt, zal ook dit groeien. Naarmate we in de moderne tijd voortschrijden, eist dat onze aandacht op: aanslagen, moorden overal, onrust, ontevredenheid. Maar de kracht van dit onkruid, - überhaupt van alles wat kwaad is - valt meteen op. Het goede is meer bescheiden, het werkt wat meer op de achtergrond, het hangt niet zo direct aan de grote klok. Het openbaart zich heel geleidelijk en daardoor lijkt het dat er minder goed dan kwaad gebeurt. Het kwade is brutaal, je kunt het precies lokaliseren. Maar het goede is zoals in een andere parabel wordt gezegd: als een gist, overal tussendoor is het aanwezig en je moet heel goed opletten wil je het waarnemen. Het kwaad is sensationeel, heeft iets van een uitbarsting. Het goede is zo niet, barst niet uit; het goede is meer vanzelfsprekend. Als er iets goeds gebeurt, praat men er niet over en wordt er niet over geschreven. Daarom maken de media de indruk dat ze het goede vergeten. Of kijk maar als je met elkaar in gesprek bent. Vergelijk de tijd die je besteedt aan het goede eens met de tijd die je spreekt over het kwade. Het goede komt er vaak bekaaid van af.

Omdat het kwade zo brutaal is, heb je ook meteen de behoefte om te zeggen: "Weg ermee, of sla het maar neer." Maar soms is het kwaad zo kwaad niet als het er uit ziet. Het kan zijn dat een mens in een groeisituatie zit. Wij echter hebben de neiging te snel tegen het kwaad te zeggen: "Het mes erin." Maar het evangelie zegt: ho, ho, eens even afwachten waar dat naar toe groeit. Oordeel niet zo voorbarig; denk niet onmiddellijk, dat de keuze die jij gemaakt hebt de enig juiste zal zijn. In de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Haalt dán het onkruid bijeen, haalt dán bijeen uit het midden der mensen wat dán zal blijken onkruid te zijn. Maar niet nú. Want misschien zie je iets over het hoofd. Misschien ga je teveel uit van jouw eigen korte zicht op mensen en dingen.

Ik lees in het evangelie van Jezus een pleidooi om in het goede te geloven. Te geloven, dat het zich zal doorzetten zonder dat wij voortdurend ingrijpen. Wij hoeven tenslotte niet bekommerd te zijn om een andere keuze dan die van onszelf. Het komt terecht, het zal blijken. Ik meen dat Jezus zegt: Ik zal zorgen dat het goede zich doorzet in het einde. Werk eraan mee voor zover jouw verantwoordelijkheid gaat. Het goede is sterk genoeg. Wat bij planten niet kan, kan bij mensen wel. Ze kunnen veranderen. In het Rijk der hemelen is het mogelijk om op je schreden terug te keren, er is kans om tot inkeer te komen. Als je die mogelijkheid meteen al de kop indrukt, of, zoals met onkruid: uitrukt, dan is de kans op verbetering ook uitgesloten. Want, zo hoor ik de heer van de oogst zeggen: die mooie wereld, zonder onkruid en misgroei, die bestaat eenvoudigweg niet. Rijp en groen, goed en minder goed groeien samen op. Zo is het ook met de hele wereld, ze gist en is in beweging. Mensen ontdekken steeds nieuwe goede dingen maar weten nog niet hoe ermee om te gaan.

Het proces van omdenken vraagt een lange tijd. En God laat dit gebeuren totdat de tijd rijp is. Op den duur gaan de ogen van de mensen open en zullen ze horen wat er echt aan de hand is. Maar daarvoor is tijd nodig. Moge God ons geven dat we geduld hebben met onszelf, met onze medemensen, met onze kinderen. Dat we geduld hebben met de situatie waarin we leven.