Evangelieprikje 2014

Het lijkt wel of de liturgie wil vandaag de predikanten een dagje vrijaf geven want in het evangelie van vandaag doet Jezus eigenlijk zelf de preek. In die zin is dit evangelie zo klaar als een klontje, mar wat moet je daar nou mee in je leven? Voor mij is het in ieder geval een evangelie dat me dankbaar maakt want ik prijs me gelukkig dat er zaaiers waren die het evangelie in mijn leven gezaaid hebben. Ik zal ongetwijfeld niet altijd de beste grond geweest zijn, maar ze hebben het toch maar geprobeerd. Ondanks alle problemen, ondanks de tegenwind soms zijn er ook vandaag nog altijd heel wat mensen die proberen dat evangelie te zaaien in het hart van de mensen. Omdat er minder zijn, dreigt men soms eens nauwkeuriger te worden en te zoeken hoe men efficiënt kan zaaien. Moeten we nog tijd steken in eerste communies, in vormselcatechese, in jongeren die juist maar voor de kerk trouwen voor de show, in uitvaarten van randkerkelijken? Prangende vragen, maar het antwoord van deze parabel daarop is wel duidelijk. Het was ook toen niet de gewoonte dat boeren op de weg zaaiden of op rotsgrond. Als Jezus dan een parabel vertelt waarin dit wel gebeurt, dan wil dat wel iets zeggen. Dat er verschillende “soorten” gelovigen zijn, is niet typisch voor deze tijd. Het bestond blijkbaar in Jezus’ tijd al. Als het in de aardse tijd van Jezus al kon, bij iemand met zo’n charisma als Jezus, dan moeten we ons niet schamen dat het vandaag nog bestaat. Dit evangelie wil dus alle zaaiers bevrijden van onnodige schuldgevoelens. Het ligt niet aan ons of misschien beter: niet alleen aan ons dat het aantal gelovigen daalt.

Maar het evangelie is denk ik ook een oproep om te blijven zaaien, te blijven geloven in de kracht van het evangelie. Het is zeer menselijk dat mensen het hoofd laten hangen als het kerkgebouw waar ze gans hun leven in gevierd hebben, gesloten wordt maar ons geloof hangt niet vast aan een paar stenen, hoe hard dat ook moge klinken. Alle gelovigen samen vormen de levende stenen die de Kerk vormen met Jezus als hoeksteen. En alle gelovigen zijn geroepen om met woord en daad te getuigen van de vreugde die in hen leeft omwille van het evangelie dat in hun hart gezaaid werd. Mogen geloven is een genade, als het een last dreigt te worden, moeten we ons herbronnen. Dan hebben we nood aan mensen die wat vers zaad in ons hart zaaien.

Ten slotte is het evangelie van vandaag en dat is ook niet onbelangrijk wel een oproep om zelf vruchtbare grond te blijven voor het zaad van het evangelie dat in ons woekert. Vruchtbare grond krijg je niet zomaar, daar is inzet voor nodig. Vruchtbare grond heeft zon, water, mest nodig … Wat is die zon, dat water, die mest voor ons geloofsleven? Het is een mooie oefening om daar eens over na te denken. Bij dat nadenken kunnen we misschien ook eens nadenken over de vraag hoe wij voor elkaar zon, water, mest kunnen zijn? Natuurlijk, geloof gaat in de eerste plaats over God en Jezus, maar wie zijn geloof echt een kans wil geven, moet terecht kunnen in een gemeenschap die elkaar in goede en kwade dagen, in geloof en ja zelfs in ongeloof draagt. We hebben elkaar nodig, met hoe minder we zijn, hoe meer we elkaar zullen nodig hebben. Dus … handen aan de ploeg!