14de zondag door het jaar A (2014)

Waarvoor gaan we naar de kerk? Waarom op de zaterdagavond of de zondagochtend hier naar dit gebouw toe? Er zijn zoveel leukere dingen te doen, al is het maar even onderuit voordat je gaat stappen, of uitslapen omdat je maandag weer aan de bak moet.

Wat is nu het bijzondere, het specifieke, dat wat je wel in de kerk vindt en niet ergens anders?

Sommigen zeggen: In de kerk kom ik tot rust. Dan vraag ik me af, kun je dan niet beter gaan vissen. Anderen zeggen, de zang, de muziek, daar geniet ik van. Maar kun je dan niet beter thuis in je luie stoel een CD draaien? Wat vind je nu in de kerk dat je nergens anders vindt? Is het de lezing en de preek? Maar die kun je ook met de TV of de radio volgen. Je kunt hem zelfs op het Internet lezen en beluisteren. Is het de omgeving, waardoor je beter kunt bidden? Maar dat doen veel mensen ook als ze in de bergen wandelen, of langs de zee of door een bos, ook daar kun je heel goed bidden.

Misschien helpt het als we dit huis vergelijken met het ouderlijk huis. Wat vind je in je ouderlijk huis, dat je ergens anders niet vindt. In de eerste plaats je ouders, en zelfs als zij dood zijn, dan blijft het ouderlijk huis iets speciaals houden. In dat huis kom je samen als kinderen van dezelfde ouders. In dat huis heb je je kinderjaren doorgebracht, je jeugd, daar heb je voor het eerst je verkering aan je ouders voorgesteld, daar kom je met je kinderen bij opa en oma, daar deel je lief en leed met je broers en zussen rond het overlijden van je ouders. In dat huis word je weer kind, en kom je weer meer tot jezelf.

Wat is het goede om bij je ouders te ervaren. Bij je ouders mag je helemaal jezelf zijn. Voor je ouders hoef je je niet anders voor te doen dan je bent, dat hoef je ook niet tegenover je broers en zussen. De geborgenheid van het ouderlijk huis is een vergelijking een voorafbeelding voor de geborgenheid hier in de kerk. Hier mag je jezelf zijn, hier hoef je je niet groter voor te doen dan je bent, hier is een veilige omgeving voor je kwetsbare ik, want hier ben je thuis in Gods huis.

Wat maakt dit huis zo anders? God maakt dit huis anders. Jezus maakt dit huis anders. Gods Heilige Geest maakt dit huis anders.

Wanneer je hier komt, dan tref je anderen niet in de eerste plaats omdat zij mededorpelingen zijn. Op de sportvereniging tref je medesporters. In de wachtkamer van de tandarts tref je mensen die voor hun gebit komen. Op een verjaardag tref je familieleden en vrienden. Dat is de reden waarom je samenkomt, dat is je onderlinge band. Maar hier in de Kerk is het een heel andere band die je samenbrengt.

Wat maakt het zo bijzonder wanneer je in Frankrijk, Italië, Spanje, Duitsland of Engeland naar een katholieke kerk gaat?  Helemaal wanneer je daar een Eucharistieviering meemaakt. Het bijzondere is dat thuisgevoel. Ook zonder de taal te kennen, kun je het volgen, en zelfs zonder het goed te kunnen volgen, voel je dat je thuis bent bij medechristenen, bij geloofsgenoten, zeg maar bij broers en zussen en vrienden in het geloof, kinderen van dezelfde Vader.

Waarom deze vraag, deze gedachte? Omdat ik deze vraag wel eens tegenkom: "Waarom zou ik naar de kerk gaan? Ik leef toch goed, ik doe niemand kwaad. Ik kan toch beter goed zijn voor mijn naasten dan vooraan in de kerk zitten en buiten de kerk er een puinhoop van maken?" Natuurlijk, maar nog beter is het om net als Jezus in de kerk God te bedanken en met elkaar samen te komen, en daarbuiten goed te zijn voor je naaste en meebouwen aan deze wereld. Zo’n opmerking dat je beter goed kan zijn voor je naaste dan vooraan in de kerk zitten is een valse tegenstelling die meestal wordt gebruikt als een slappe uitvlucht. Voor Jezus geldt het een én het ander, niet het een óf het ander. Het gaat erom goed te zijn voor God en goed te zijn voor je naaste, dus in de kerk en ook daarbuiten, niet binnen of buiten.

Er is nog een reden om hier te komen. Nog iets waarin de kerk uniek is, iets wat je nergens anders vindt op deze manier. Er zijn weleens mensen die zeggen, ach ik ga niet naar de kerk, want ik vind er niets. Dat is vreemd, want het gaat er niet om dat we er iets vinden, iets als inspiratie, iets als rust, iets als vrede, iets als bemoediging, iets als troost. Al die mooie dingen, daar gaat het in de kerk uiteindelijk niet in de eerste plaats om. Het gaat hier niet om iets, het gaat erom dat je hier Iemand vindt.

Dat is precies de oproep en uitnodiging die Jezus vandaag geeft: ‘Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken. Leert van Mij, Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’

We komen hier om op een bepaalde manier iets van Jezus te leren. Daarom zegt Hij: ‘Leer van Mij.’ Wij komen hier als leerlingen van de goede Meester. We komen hier om op een heel bijzondere manier iets te leren, niet door alleen een woord, dan heb je soms aan een boekje genoeg, ook niet alleen door de preek, die kan je ook op een andere manier krijgen. Je leert hier iets door zijn aanwezigheid.

“Neem en eet hiervan, gij allen, want dit is mijn Lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Neemt deze beker en drinkt hieruit, want dit is de beker van het Nieuwe, Altijddurende Verbond, dit is mijn Bloed dat voor jullie en voor alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden.”

Waar wij samen komen in zijn Naam, daar zijn wij Kerk, daar is Hij in ons midden, daar leren we samen van Hem hoe Hij zachtmoedig is. Daar worden wij andere mensen, en gaan wij anders naar huis dan dat we gekomen zijn.

Met zachte kracht overwint Hij ons hart, dan leidt Hij ons met teugels van liefde, dan leert Hij ons zachtmoedigheid, zodat ook wij voor anderen zorgen met banden van liefde, dan komt er inderdaad rust in ons hart, rust in onze omgeving, dan verdwijnt het jachtige en wordt de last van het leven lichter, zodat wij in staat zijn ook voor anderen die last lichter te maken. Een weg, verborgen voor hen die niet in Jezus geloven, een weg die je hier in zijn huis, in zijn aanwezigheid kunt leren. Amen.