Getuigen voor Christus (2008)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 538 niet laden
Kortgeleden is er een dik boek verschenen met de titel Getuigen voor Christus. Rooms-katholieke bloedgetuigen uit Nederland in de twintigste eeuw. Daarin worden de levensverhalen beschreven van 221 mannen en vrouwen, die niet bang waren om te getuigen van hun geloof. De eerste is Kaatje Dierkx uit Ossendrecht, die in 1900 tijdens de Bokseropstand in China werd omgebracht. Honderd jaar later werd ze heilig verklaard. De laatste is de gehandicapte pater Nico van Kleef, die in 1989 in Panama werd doodgeschoten.
Een van die martelaren in dit boek heb ik persoonlijk gekend. Het is de Delftse jezuïet Nico Kluiters, die in 1985 op een afgrijselijke manier werd vermoord in Libanon, waar hij sinds 1966 als missionaris werkzaam was. Hij was 45 jaar. Hij werd in juni 1973 priester gewijd in onze Lucaskerk. Als zijn voornaamste taak beschouwde hij het stichten van vrede tussen families, die samen moesten leven te midden van onvoorstelbaar diep gewortelde haat. Hij werd niet moe om van de daken te verkondigen wat Jezus hem toefluisterde. Anderhalf jaar vóór zijn dood schreef hij: 'Het gaat erom de ziel van de mens te genezen. Opnieuw vertrouwen brengen in relaties die schijnbaar onmogelijk willen zijn. Versteende harten verzachten. De haat verminderen. De geest en het verstand verlichten. Passies verruimen zodat een organisatie van energie mogelijk wordt. Egoïsme en jaloezieën doorbreken, doordat mensen elkaar weer ontmoeten en elkaar vergeven. Een nieuwe generatie opbouwen, waarin de jeugd een nieuwe visie verovert aangaande mensen die door God bemind zijn, en die gezamenlijk aan deze wereld kunnen en moeten bouwen.'
Blijven geloven met de dood voor ogen, in een concentratiekamp, tijdens de bezetting, in oorlogsgebied - zo dramatisch is het niet anno 2008 in Osdorp. Toch is de boodschap van Jezus wel degelijk ook tot ons gericht. Uit eigen ervaring wist Jezus wat mensen het meest misten: vertrouwen, vertrouwen in God, die ons zo goed kent, dat hij zelfs alle haren op ons hoofd heeft geteld. Daarom zegt Jezus tot drie keer toe tegen ons: wees niet bang. Het is een oproep die als een rode draad door de hele bijbel heen loopt. Een geleerde heeft een keer geteld, hoe vaak die oproep in de bijbel voorkomt: 365 keer. Voor elke dag van het jaar krijgen we van God te horen: wees niet bang. Angst kan de grootste dwarsligger in ons denken en voelen zijn, als we er geen tegenwicht aan bieden in de vorm van vertrouwen in God. Als we vrij zijn van angst, kunnen we laten horen en zien, wat God ons in het verborgene heeft toevertrouwd. We kunnen dan andere mensen helpen om ontdekkingsreiziger te worden in een land, waar overal schatten verborgen liggen. De schatten van een God, die tegen ons zegt: 'Ik wil jou, ik wil dat jij er bent, ik wil je vader zijn.' De schatten van de Mensenzoon Jezus, die tegen ons zegt: 'Ik noem jullie vrienden, ik sta midden tussen jullie in.' De schatten van de Geest, die tegen ons zegt: 'Ik geef je vuur en lef, ik vertel je wat je moet zeggen en doen.'
Hoe kunnen wij in onze tijd er openlijk en zonder angst voor uitkomen dat wij bij Jezus horen? Door dankbaar te zijn om het vele goede dat ons gegeven wordt. Door ons niet te schamen voor de rijkdom van onze gelovige traditie. Door op te komen voor de waarden die verankerd liggen in de bijbel. Door ons niet te laten verleiden door mensen, die met goedkope leuzen haat en verdeeldheid zaaien. Door respect te hebben tegenover mensen die anders zijn. Door te vergeven. Door onze rijkdom van goederen en kennis te delen. Door warmte uit te stralen, waardoor achterdocht en angst kunnen wegsmelten.
De oproep van Jezus om niet bang te zijn, doet hij vlak nadat hij twaalf uitgekozen mannen erop uitstuurt met een bevrijdende boodschap: 'Het hemelse koninkrijk is dichtbij. Maak zieken beter, wek doden op, genees melaatsen en drijf de duivelse geesten uit.' Kennelijk voorzag Jezus, dat je met een dergelijke boodschap op veel plaatsen niet welkom bent. Er zijn immers mensen die zo ziek zijn van eigenwaan, dat ze niet graag genezen worden. Er zijn mensen die zo uitgeblust zijn, dat ze niet graag weer opgewekt worden. Er zijn mensen die zich zo afstotelijk gedragen, dat ze bang zijn om omhelsd te worden. Er zijn mensen die zo vol boosheid zitten, dat ze bang zijn om van binnen gereinigd te worden. Vier soorten van angst, waarvan Jezus ons wil bevrijden.
Wees niet bang. Laat je maar zien zoals je bent, met je rimpels en je groeven, met je verdriet en je verleden. Bid tot God en tot je buren: 'Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.' Geloof dat je bemind wordt, want in de liefde is geen plaats voor angst.