12e zondag door het jaar A (2005)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 201 niet laden
Wees niet bang voor de mensen, zei Jezus. In de begintijd van het christendom hadden die woorden een hele bijzondere betekenis. Het was een moeilijke tijd voor de jonge kerk. Jezus' volgelingen werden vervolgd, voor je geloof uitkomen had iets bedreigends.
Velen hielden zich liefst maar een beetje stilletjes op de achtergrond. Anderen hadden de moed om er openlijk voor uit te komen, soms moesten ze dat met de dood bekopen. Tegen die achtergrond klonken Jezus' woorden als een indringende oproep om toch trouw te blijven: Durf voor je overtuiging uit te komen, wees niet bang voor de mensen, ze kunnen je wel een hoop narigheid bezorgen, maar uiteindelijke ben je allemaal in Gods hand.
Wij leven nu in een totaal andere tijd, in een tijd van vrijheid - blijheid, een tijd dat iedereen zijn mening mag zeggen. Maar de vraag is wel of we altijd onze mening durven zeggen, of we altijd voor onze overtuiging durven uitkomen.
Ik las eens een voorbeeld die dat heel duidelijk maakt. Een theologiestudent vertelde de volgende ervaring: Ik zat in de bus naar huis, tegelijk met een hele groep scholieren. Op de achterbank een stel luidruchtige lolbroeken. Bij een restaurant stapte een kelner in die klaar was met zijn werk. Het bleek een vaste reiziger te zijn en een bekende medepassagier. De scholieren op de achterbank begonnen luidkeels grapjes te maken over de man die zo te horen bekend stond als een homofiele man.
Deels geamuseerd, deels gegeneerd lieten de oudere passagiers de grollen over zich heengaan. Opeens stond midden in de bus een meisje op van ongeveer 17 jaar. Zij riep met scherpe stem: "Lafbekken, durven jullie wel met z'n allen tegen die man. Je moest je schamen!" Het werd doodstil in de bus. Ik vond haar echt moedig: die schreeuwers leken me geen lieverdjes. Tegelijk schaamde ik me. Ik had gezwegen en ik kon eigenlijk geen excuus bedenken waarom ik mijn hart niet had uitgesproken."
Tot zover dit blijkbaar waar gebeurde verhaal van die theologiestudent. Toen ik dat las, dacht ik: zou ik de moed gehad hebben om op dat moment te protesteren? Zou ik het aangedurfd hebben om er iets van te zeggen? Ik ben bang van niet. Ik zou gedacht hebben aan de mensen die in elkaar geslagen zijn omdat ze een opmerking maakten over het gedrag van anderen. En toch, als we eerlijk trouw zouden zijn aan onze overtuigingen, dan zouden ook wij dat moeten uitspreken.
Hebben wij de moed om altijd voor onze overtuigingen uit te komen? En als we allemaal een gewetensonderzoek zouden houden, dan ben ik bang dat we allemaal in ons leven wel voorbeelden vinden dat we onze mond hielden omdat we toch bang waren voor de mensen, voor wat ze zouden zeggen, hoe ze zouden reageren, bang om ons gezicht te verliezen, of de sympathie van bepaalde mensen kwijt te raken.
Als er in onze omgeving negatief gesproken werd over medemensen, over de jeugd die zogenaamd niet deugt, over de Polen die allemaal teveel drinken, over de buitenlanders die misbruik maken van onze sociale voorzieningen, over de vermeende fouten van die of die, hadden we dan de moed om er tegenin te gaan, om ook andere kanten te belichten, om een beetje tegenwicht te bieden aan de vaak te negatieve beeldvorming over anderen.
Er wordt tegenwoordig heel wat afgeprotesteerd en gedemonstreerd tegen allerlei zaken die verkeerd zijn, en het is op zich goed dat mensen op die manier voor hun overtuigingen uitkomen. En toch kun je je daarbij een beetje verschuilen in de grote groep. Maar als je alleen staat tegenover een of meer andersdenkenden, dan kan er moed voor nodig zijn om toch voor je overtuigingen uit te komen.
Wees trouw aan jezelf, aan je overtuigingen, en wees niet bang voor de mensen, wat zij ervan zeggen. Die boodschap van Jezus is ook voor ons in deze tijd nog heel actueel.