Barmhartigheid wil ik en geen offers (2005)

Barmhartigheid wil ik en geen offers! Krachtige woorden. Een krachtig beeld. Hosea was een man van krachtige uitspraken die hij illustreerde met extreme daden. Hij trouwt met de hoer Gomer om te laten zien dat het volk Israël hoereert door de Baäls-aanbidding. Maar de Heer zal het volk redden. De naam Hosea betekent zelfs ‘God redt’. Ondanks alle dreigementen is God volgens Hosea een God van redding. Hij beschrijft dit in een schitterende beeldspraak: Zo zeker als de dageraad vertoont Hij zich, komt Hij over ons als de lenteregen die de aarde drenkt.
Als ik een preek voorbereid, zie ik in mijn verbeelding de mensen zitten die luisteren. Jullie zijn een zeer verscheiden gehoor. Iedereen verschilt immers van alle anderen. Iedereen zit er met zijn of haar eigen verhaal. De preek zou daarop moeten aansluiten, wat niet zo eenvoudig is met zo’n verscheiden gehoor. En toch moet ik het proberen. Want het evangelie betekent: gelukkig makende boodschap en de prediking zou u dus ook gelukkig moeten maken. Dat zal wel niet altijd lukken al doe ik m’n best. Sommigen onder u zullen vinden dat het evangelie en de preek ver verwijderd zijn van hun dagelijks leven. In zo’n preekgebeuren is de gemeenschap het belangrijkste. Een gemeenschap van mensen die onderling heel verschillend zijn.
Maar predikant en gelovigen zijn samengekomen, omdat ze als christenen Jezus willen blijven volgen. Omdat hij hen blijft boeien. Omdat het geheim van God ons hoe dan ook raakt. Wie we ook zijn, hoe we ook leven. Zondaars en heiligen en de meeste van ons van allebei een beetje.
Daarover gaat het vandaag. Niets was zo ver verwijderd van het leven van Jezus als een tollenaar. En toch vinden ze elkaar. Er is aansluiting. De boodschap komt over. Vooral de boodschapper! Hij laat Matteüs delen in zijn levensgeheim. Voor dit verhaal van de roeping van Matteus staat in het evangelie het verhaal van de genezing van een lamme. U kent het wel:’Sta op en loop!’, zegt Jezus tegen hem. De verlamde man was gebonden aan zijn bed. Matteus is gebonden aan zijn tolhuis. Het tolhuis, bron van zijn rijkdom én tegelijk uitstoting en isolement. Tollenaarsposten werden verpacht aan privé-personen. Tollenaars werden beschouwd als woekeraars en als collaborateurs omdat ze in dienst stonden van de Romeinen. Ze werden gehaat en geschuwd als zondaars, als ‘onreine’ mensen die door God waren verworpen. Ze werden niet aanvaard in de samenleving noch in de religieuze gemeenschap.
Zo’n zondige tollenaar wordt door Jezus geroepen. Hij heeft een prachtige naam in het Hebreeuws: ‘Mattatjah’ betekent ‘geschenk van God’. Jezus en zijn leerlingen gebruiken samen met hem de maaltijd. Het was daar blijkbaar een groot gezelschap. Jezus met de leerlingen en een grote groep tollenaars en zondaars. Samen thuis ‘aanliggen aan tafel’ was zoveel méér dan een soort zakendiner of werklunch of op restaurant gaan. Het was een statement, teken van nauwe verbondenheid, van vriendschap en genegenheid. We hebben er geen flauw idee van hoe verschrikkelijk geërgerd de Farizeeën waren over zo’n tafelgemeenschap van vrome joden en onreine uitgestotenen. Er waren zelfs wetgeleerden die leerden dat alleen al het nuttigen van kosher voedsel dat door onreine mensen was aangeraakt, onrein maakt.
Jezus zet de Torah niet terzijde, hij kiest wel stelling in een joodse discussie. Waarom heeft Jezus zijn tijdsgenoten zo uitgedaagd? De mensen van het goede fatsoen. De mensen die hun plichten vervullen. Wat vroom lijkt, wat moreel hoogstaand lijkt, kan hoogmoed blijken, eigendunk kan leiden tot minachting en marginalisering van anderen. <br>Barmhartigheid wil ik en geen offers, houdt Jezus in navolging van Hosea aan hen voor. Ga en leer, zegt Jezus tegen de schriftgeleerden.

Tegenover offers stelt Jezus in navolging van Hosea barmhartigheid. Voor Jezus is ook de zondige, onreine tollenaar ‘geschenk van God’. Matteus doet zijn naam eer aan. Ook aan deze mens schenkt God zijn barmhartige liefde. En die steunt niet op verdienste of prestatie, niet op sympathie of op wederkerigheid maar is puur gratuit, onvoorwaardelijk en belangloos.
Zoals tot Matteus zegt Jezus ook tegen ons: ‘Kom, volg mij’. Volg mij in deze barmhartige, vrijmakende liefde. Dat is dan het punt! Ze steunt op het geloof in de mens als ‘geschenk van God’. Wij scheppen onszelf niet, gelukkig niet. We zijn er dankzij God. En God blijft het Verbond trouw. Ook als de mens zichzelf buiten het Verbond plaatst. Dus ook als je een onreine tollenaar of hoogmoedige notabele bent. Iedere mens zonder onderscheid is in de eerste plaats ‘Geschenk van God’. Is geliefd met die barmhartige liefde die God ons schenkt en die wij mogen navolgen. Want wij zijn ook die tollenaar en die Farizeeër, maar ik ben bovenal “Geschenk van God”. Want het gaat om die tollenaars, die verachte en verafschuwde mensen die je dan moet bejegenen als ‘Geschenk van God’.

Als je dat wilt sta je niet met beide benen op de grond. Is dat niet totaal utopisch? Ja! Want utopie betekent ‘wat geen plaats heeft’. Beter nog: ‘wat nog niet plaats heeft gevonden’. Want die utopie van Gods barmhartigheid in Jezus is natuurlijk bij uitstek van wat wij Rijk God’ noemen en waar het eigenlijk om te doen is. Het gaat in ons christendom om de utopie van het Rijk Gods van Jezus. Als ik dan begin te zoeken naar wie die tollenaars die wij barmhartigheid moeten betonen, op vandaag kunnen zijn, is dat een hele waslijst. Maar als je barmhartig bent, kan dat helend, genezend zijn voor wie het ontvangt.
Hoe sluit dat aan op ons dagelijks leven? Wat moeten wij met barmhartigheid, zoals Jezus die heeft voorgeleefd? In ons spreken en doen tegenover vijandige of verafschuwde mensen of groepen zou OOK altijd die onvoorwaardelijke gratuïte belangloze goedheid tot uiting moeten komen. Op de een of andere manier. Niemand kan er een tekeningetje bij maken voor een ander. Het is al moeilijk voor onszelf om de lijnen van die barmhartige liefde uit te tekenen in ons leven. Het is dus een zoeken, wellicht samen met anderen. Een zoeken naar die richting van het Rijk Gods in ons leven, waardoor ons leven aansluiting vindt bij het geheim van Jezus van Nazareth.