Barmhartigheid geeft leven (2005)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 538 niet laden
We lezen vandaag over de wens van God . Wat wenst God? God wenst barmhartigheid van ons en geen offers. Barmhartigheid is geen alledaags woord. Je gebruikt het niet zo snel, het ligt niet gemakkelijk in de mond: ik ga even barmhartig zijn voor de net geopereerde buurman of voor die mevrouw van twee straten verderop, die zo ziek is...

Dit los van het feit dat het voor velen in onze samenleving al bijna een onoverkomelijk probleem is om die geopereerde buurman of die zieke mevrouw van twee straten verderop, op het spoor te komen. Want wat kennen velen elkaar doorgaans nog?

Nee, barmhartigheid betonen voor onze medemens is in de wereld van vandaag geen gemakkelijke opdracht. Die wereld van vandaag nodigt ons sowieso niet echt uit, viel mij van de week weer op met het referendum, waar wij konden kiezen voor de Europese grondwet. Het ging niet allemaal van harte, want "als je ja, dan wel nee stemde: waar stemde je dan eigenlijk voor?" Dit hoorde ik een man van de week vragen. "Nou, dan moet je die folders maar eens goed doorlezen", antwoordde een vrouw daarop, waarop de man zei: "maar ik geloof helemaal niet meer in die folders", en hij legde uit: " Want de laatste keer dat ik ze goed heb doorgelezen was toen met die euro en toen beloofden ze dat er niets ging veranderen en vervolgens werd alles twee keer zo duur.."

Toch roept God ons op tot het creëren van een barmhartige wereld...dat is een wereld waarin we vertrouwen kunnen stellen. Barmhartigheid heeft van doen met "geven uit het hart".

Ik werd laatst geraakt door een groepje mensen aan een tafel in het verzorgingshuis waar ik werk. Het was een groepje oude vrouwen en ze zaten aan een tafel ergens achter bij het raam. Tegenover hen stond het beruchte bruine bankstel, waar vandaan een groepje ouderen alles en iedereen die voorbij komt genadeloos bekritiseert. De vooroordelen vliegen daar in het rond. Als je er gevoelig voor bent voel je daar de vergiftigde sfeer al op afstand. Bij het groepje aan de tafel was het anders. Dit groepje mensen, allemaal hadden ze flinke gebreken (zoals iedereen in het verzorgingshuis tegenwoordig, anders kom je er niet meer in) was anders. Waarom waren ze anders? Ik zal het u zeggen: deze mensen zorgden voor elkaar.

En dat zie je niet heel vaak, ook niet in een verzorgingshuis. Je zou kunnen zeggen: deze mensen verleenden zorg aan elkaar, door attent om te gaan met elkanders gebreken. Ze leefden in een barmhartig aanvoelen van elkaar en hadden het daarom goed met elkaar. Ze gaven elkaar leven. Dat is wat barmhartigheid namelijk bewerkstelligt: het geeft leven.

Deze tafel leefde als op een eiland in verbondenheid en genade midden in het wel en wee van dit moderne verzorgingshuis met zijn hectische vraaggestuurde zorg. Af en toe kwam er weer eens een nieuw iemand aan de tafel zitten, die aanvoelde hoe het daar zat. De vanzelfsprekendheid om voor elkaar te zorgen was er gewoon...

Er gaat altijd iets vooraf aan dat barmhartig kunnen zijn voor de anderen, namelijk barmhartig kunnen zijn voor jezelf. Dat heeft te maken met de vraag: kun je het uithouden met jezelf ? Gun je het jezelf om even verlost te worden van die al maar door malende gedachten en stemmen in je hoofd. Durf je uit te houden in de stilte? Wanneer het stil is in je hart en hoofd, krijgt God namelijk eindelijk de kans om te spreken. Het heeft te maken met houden van jezelf, er mogen zijn van jezelf.

Daar werd laatst smalend om gelachen door een paar dames van de bijbelgroep in het verzorgingshuis: "Houden van jezelf, wat bedoelt u daar dan mee?" Vroeger dacht je al helemaal alleen aan die ander, je offerde je op, punt uit. Al met al is het niet vanzelfsprekend dat wij houden van ons zelf. Toch is dat het hart van die barmhartigheid. Het is namelijk belangrijk dat wij ons zelf van waarde vinden, waardevol vinden, opdat wij ons zelf "als beeld van God" kunnen zien en het gebod "je naaste liefhebben als jezelf" inhoud kunnen geven. Alleen dan kunnen wij ons hart openen voor de wereld om ons heen.

Dat geopende hart ben ik het afgelopen anderhalf jaar vaak tegen gekomen hier in de Lucasparochie. Ik heb velen van u gesproken, ontmoet, ik heb veel met u mogen delen in die toch weer te korte en verbrokkelde tijd, als ik er zo op terug kijk. Ik heb vele momenten van ontroering met u gehad, ik heb met u meegelopen, ik heb levensmomenten met u gedeeld en ik heb met u gelachen, niet te vergeten... bij een kopje thee, met een boterham, onder een kopje soep...en ik heb bijna altijd het onvoorwaardelijke vertrouwen van u gehad. U begrijpt, ik voel mij bovenal een dankbaar mens.

Ik zal niet altijd de exact juiste pastorale of bijbelse woorden tot u gesproken hebben, maar ik heb wel het gevoel dat ik met u opgetrokken heb en dat ik daarin mijzelf heb kunnen en mogen zijn en ik besef dan ook: dat ik gegroeid ben door uw trouwe en welwillende gezelschap. Daar wil ik u van harte voor bedanken.

Ik weet nog goed dat ik mij de eerste keer hier kwam voorstellen, dat was het laatste weekend van januari vorig jaar. Het stormde toen verschrikkelijk, er waren bomen geveld en auto`s verplaatst en ik kwam nog net op tijd en buiten adem de kerk hier binnen op een zaterdagavond. Daar zag ik de pastoor staan in een lange zwarte toog, die warme woorden van welkom tot mij sprak. De atmosfeer hier in de kerk, met u, ik was oprecht verheugd, het deed iets met me. De volgende dag kreeg ik van u allen een hand en het was goed!

Die storm, dat razende natuurgeweld waarmee ik binnen kwam leek zich in de loop van dat vorige jaar als een voorbode te ontpoppen voor het vertrek van Nico. Ik weet nog goed: dát heeft ook mij erg geraakt....ik voelde mij ontheemd, net als u..

De woorden waarvoor die storm uiteindelijk plaats heeft gemaakt mocht ik l op delven uit de eerste lezing van vandaag, uit de woorden van Hosea. Die woorden gaan over de heilzame werking van God, uitgedrukt in de regen, om prcies te zijn: de lenteregen die de aarde doordrenkt.

Want na die zware storm die onverwachts opstak in het begin van mijn stageperiode onder u, en na veel afscheid en verdriet, kwam daar uiteindelijk als die lenteregen weer een nieuwe pastor hier. En u weet, zo´n lenteregen doet altijd veel groeien, zij duidt bijna altijd op onvoorwaardelijke vruchtbaarheid, op de onoverwinnelijkheid van groei, positieve energie. Zij is een bij uitstek krachtig symbool, waar we Gods hand in mogen zien, Gods barmhartige hand, die ons, Volk van God onderweg, altijd en onvoorwaardelijk leiding geeft. In het geloof dat uw gemeenschap geborgen is in de goddelijke barmhartigheid neem ik dan ook afscheid van U vandaag.

Daarom en tot slot: zal ik mijn tijd onder u, wat de tijd, u en mij ook mogen brengen in het bestek van onze gezamenlijk missie, (ik vermoed heel veel goeds) altijd blijven herinneren in de beelden van een storm en een lenteregen; dat is zoveel als de dynamiek van nieuw leven, dat ik u allen toewens.

Ik bedank u allen hartelijk voor de tijd die ik hier heb mogen doorbrengen.

Amen.