Evangelieprikje 2013

Het evangeliestukje van vandaag is misschien wel één van die stukjes die ook zouden kunnen passen in een “Dag allemaal” of in “Story”, want het gehalte “vuile was buitenhangen” is toch wel vrij hoog. Het beeld van Jozef dat geschetst wordt is een man die zo “modern” is dat hij niet onder de sloef maar onder een ganse schoenenwinkel ligt. Komt daarbij dat uitgerekend die mens door Matteüs omschreven wordt als “rechtvaardig”. Voor veel mensen – en zeker in die tijd - is hij dat helemaal niet want zijn toekomstige vrouw heeft hem bedrogen en de wet van Mozes is daar zeer duidelijk over. En ik denk dat er trouwens ook vandaag nog enkele zeer streng christelijke kerken zijn – zoals Amerika er bijvoorbeeld heel wat kent – waar Maria ook zou nagekeken worden en dat is dan nog heel zacht uitgedrukt. Een heel raar verhaal dus … dat misschien meer vragen oproept dan ze beantwoordt. Wat kan daar toch de bedoeling van zijn? We kunnen natuurlijk ons niet verplaatsen in de gedachtegang van de evangelist maar we weten wel in welke tijd hij geschreven heeft en voor welk publiek hij schreef. En dat legt al één en ander uit …

Matteüs schreef zijn evangelie in een tijd waarin het geschreven woord dé manier was om een boodschap door te geven en in veel mindere mate om historische gebeurtenissen weer te geven. We lezen niet hoe het huwelijk van Maria en Jozef gearrangeerd is, we weten zelfs niet of er enige vorm van liefde mee gemoeid was. Zelfs dat was voor de mensen van toen van minder belang, die liefde, die zou wel komen. De eerste vraag die ons moet bezighouden is dus: welke boodschap wil hij doorgeven? Daarnaast weten we ook dat Jozef zijn evangelie schreef voor joden die zich bekeerd hadden tot het christendom. Het is dus voor hem zeer belangrijk om citaten uit het Eerste Testament te kunnen gebruiken om te vertellen wie Jezus is: de Messias. Met die twee sleutels is het misschien al wat gemakkelijker om het verhaal te ontcijferen. Door dat ontcijferen komen we misschien op het spoor van wat de evangelist ons wou doorgeven, niet van wat er historisch gebeurd is. Dat is een ander verhaal en een andere invalsbasis om een verhaal te schrijven.

Wat is die boodschap dan? De kern is eigenlijk dat de verloofde van Jozef een kind op de wereld zal zetten die ze “God redt” moeten noemen. Als God door dit kind redding wil brengen, is het dan niet logisch dat Mattheüs een beeld gebruikt – dat we trouwens ook in het Eerste Testament vinden – van een vrouw die eigenlijk geen kinderen kan krijgen maar er toch één krijgt omdat God er zich mee moeit? Is er een duidelijker verhaal te bedenken om te zeggen dat God zelf redding brengt? Die redding komt niet zomaar uit de lucht vallen. Jozef heeft echt de gedroomde naam om dit alles mee te maken. Letterlijk betekent de naam: God moge toevoegen of vermeerderen. Dat is dus eigenlijk een wens die ouders uitspreken bij de geboorte van hun zoon: moge God nog meer kinderen toevoegen aan het zo juist geboren kind. Hier laat de evangelist God een kind toevoegen aan het leven van Jozef, prachtig toch! Daarnaast is de naam Jozef een klinkende naam voor al wie wat vertrouwd is met het Eerste Testament. Het is de aartsvader die letterlijk vanuit de put opgeklommen is tot onderkoning van Egypte. En hoe is die steile carrièreopgang gebeurd? Omdat Jozef de gave had dromen uit te leggen. Hij kon vertellen wat God de mens wou meedelen. Hoeft het ons dan te ver-wonderen dat Jozef in een droom uitgelegd krijgt wat er te gebeuren staat? Neen toch. En om die prachtige compositie helemaal te schetsen: de evangelist heeft net 17 verzen gebruikt om ons te bewijzen dat Jozef afstamt van koning David. Het is uit die stam dat de Messias zal geboren worden.

Het is natuurlijk fantastisch dat Matteüs zo’n prachtig stukje geschreven heeft, maar wat heb ik daar nu aan? Ik denk dat je aan dit stukje heel veel kan hebben, want er zit bijzonder veel goed nieuws in verscholen. Vooreerst: God wil mensen redden. Is dat goed nieuws? Van wat moeten wij dan gered worden?  Mooie vraag, maar niet op één, twee, drie te beantwoorden. Om te beginnen moet de hedendaagse mens gered worden van een krampachtige gerichtheid op zichzelf. Neen, er is niks verkeerd aan om aan jezelf te denken, maar het is niet goed voor jezelf alleen maar aan je eigen ik te denken. Had Jezus alleen aan zichzelf gedacht, Hij had een heel ander leven gehad en had misschien zelfs langer geleefd. Maar was Zijn leven dan zo rijk geweest? Jezus zette God op de eerste plaats en dat betekende dat de ander op de eerste plaats kwam. Vanuit Zijn verbondenheid met Zijn hemelse Vader heeft Hij zo getoond hoe men met de kracht van de liefde mensen kan redden. Deze wereld heeft mensen nodig die niet alleen aan zichzelf denken, maar vanuit een diep gewortelde liefde er zijn voor anderen, zomaar omdat ook die ander door God bemind wordt.

God wil redden, dat is mooi. Maar dit verhaal vertelt ook – door de tweede naam: Immanuel -dat God onder de mensen wil vertoeven. Zoals een tot over de oren verliefd koppel er van droomt dat ze ooit zullen samen wonen, alle lief en leed kunnen delen, zo wil God onder mensen wonen. Wie van ons zou zich nog iets van die ontrouwe mensen aantrekken, mochten wij God zijn? God is gelukkig anders.

En dat alles is het echte licht van Kerstmis. Hoezeer men ons wil doen geloven dat Kerst te maken heeft met veel kerstlichtjes en Kerstmannen, wij weten dat echte Kerst anders is. We vieren dat God voor mensen kiest, bij ons wil wonen, ons wil redden uit een levenshouding die ons ten diepste niet gelukkig kan maken. Het lijkt wel een droom … laten we allemaal als Jozef meestappen in die droom, niet omdat we naïevelingen zijn, maar omdat God meer kansen krijgt als we ons eigen ego een beetje (niet helemaal) opzij kunnen zetten. Want op de keeper beschouwd lijkt Jozef helemaal niet onder de sloef te liggen, hij durft – tegen alle welvoegelijkheidsregels in – Maria tot zijn vrouw nemen omdat hij vertrouwen heeft in God. In die zin liegt de Bijbel ook niet om Jozef een rechtschapen, rechtvaardig man te noemen…

(Hans Callaert)